„Mij blijft niets bespaard.... DE TRAGISCHE LEVENSGANG VAN FRANS JOZEF I EN ELISABETH VAN OOSTENRIJK BERTITA HARDING ZEVENTIENDE HOOFDSTEK De brief, waarin keizer Frans Jozef zijn vrouw smeekte minder roekeloos te zijn tijdens haar ruiter-oefeningen. kwam door vertraging slechts enkele uren voor het verpletterende nieuws, dat Oostenrijk verslagen was, te Weenen aan. In de blakende zon boven Solferino hadden de twee keizers toegezien, hoe hun legioenen in de vlakte slaags raakten. Napoleon III, op zijn paard gezeten, had vijf dozijn sigaretten gerookt, hetgeen voor hem een record beteekende, terwijl men hem herhaaldelijk had liooren mompelen ,,Die arme ke rels, ach, die arme kerels Wat is de oorlog een vreeselijk iets. (Hetgeen hem er niet van weerhield een jubelend telegram aan Eugénie te zenden in ietwat dubbel zinnige termen ,,lk heb een grooten slag geleverd en een groote zege bevochten.") Frans Jozef echter had zijn prachtige, witte lansiers dapper in een regen van kogels zien galop- peeren. afgevuurd door zouaven en carabinieri, zonder eenigen eerbied voor den klassieken stijl. De gepolijste zwaarden van vóór Metternicli vielen onge bruikt neer. Het was Habsburgs eerste ontmoeting met rook en brandend paarden vleeseh in plaats van fieren strijd van man tegen man. Na den slag van Solferino was Frans Jozef een gebroken man. ,,Nu weet ik," schreef hij naar Weenen, „wat liet zeggen wil, een verslagen generaal te zijn." Sisi drong er in haar brieven op aan. dat hij vrede zou sluiten. Zij had alle vertrouwen in de politiek der aartshertogin om met geen enkel land een bond genootschap te sluiten voorgoed verloren en trachtte hem nu van haar eig<pi meening te overtuigen. Ten slotte was Frans Jozef er in Boedapest, Milaan en Venetië slechts wel bij gevaren, dat hij naar den raad van zijn vrouw geluisterd had. Zij beriep zich thans hierop en vroeg hem een wapenstilstand te sluiten. Het is eigenaardig, dat uit Parijs een dergelijk, nog dringender advies kwam van keizerin Eugénie. De kleine Oostenrijksrhe kroonprins Rudolf in het tenue ran zijn infanterie-rei/irnent. Terwijl haar echt genoot zich Napoleonti sche houdingen aanmatig de en zijn haar liet groei en zooals zijn groote oom, zag Eugénie naar het noordoosten, waar aan gene zijde van den Rijn een gigantische schaduw, Bismarck genaamd, vas tere vormen aannam. „Er is iets rot," ci teerde de Franscke kei zerin Shakespeare. „De Pruisen verzamelen troe pen langs den Rijn, je moet vrede sluiten, eer het te laat is Je kunt niet tegelijkertijd de Oos tenrijkers bestormen en jezelf tegen een aanval verdedigen." Napoleon zag dat in. Hij begreep heel goed. dat Frankrijk geen medelijden zou hebben met een ver slagen Bonaparte. II ij besloot het veld van eer te verlaten, nu zijn lau werkrans nog gaaf was. Oorspronkelijk was hij van plan Milaan nog te bombardeeren en de laat ste bataljons van Maxi- miliaan te verdrijven. In plaats daarvan sloot hij een wapenstilstand en noodigde Frans Jozef uit voor de vredesconfe rentie te Villafranea. Hier, in tegenwoordig heid van krijgslieden, wier namen thans nog aan de geschiedenis der huizen Bonaparte en Habsburg verbonden zijn, ontmoet ten de monarchen elkander en spraken over allerlei onbelangrijke dingen. Zij spraken over hun kinderen. Bijzonder Napoleon was trotscli op zijn ietwat ver traagd vaderschap. „Loulou is drie," vertelde hij, „en zoo slim 1" „Mijn Rudolf," antwoordde Frans Jozef, die ei over nadacht, hoe snel de tijd voorbijgaat, „is bijna een jaar oud." Op de conferentietafel stond een vaas met bloe men. Napoleon plukte enkele bloembladen en scheur de ze langzaam in stukjes. Toen snoof hij den geur op en liet ook Cavour ruiken. Daarna ging het gesprek verder. ,.Ja, de vrede 't zal Oostenrijk wel wat kosten." De slanke Habsburger knikte en klemde de lippen tot een smalle lijn opeen. Toen vroeg hij ..Wat moet het kosten „Lombard ije." Frans Jozef verbleekte, province," fluisterde hij, provincie De overwinnaar gaf dit toe. Zoo was het inderdaad. En kijk, de bondgenooten hadden bovendien een verdrag geformuleerd, dat Oostenrijk maar het best zou doen, te accepteeren. Beneden aan het blad was plaats voor 'n handteekening en den dubbelen adelaar van Habsburg. Iemand bood 'n ivoren penhouder aan. Gramschap kleurde het voorhoofd van den keizer, toen hij zijn trots trachtte te bedwingen. Hij deed een bovenmen- schelijke poging het document vóór zich door te lezen. Zijn hand trilde even, toen hij de eerste ramp tijdens zijn regeering met zijn naam bevestigde. Patrice Maurice de Mac Malicn. de bekwaamste veldheer ran keizer Napoleon 111. In den reldtocht tegen Oostenrijk behaalde Mae Mahan de beslissende over winningen ran Magenta en ran Solferino. Napoleon III verhief hem voor deze wapen leiten tot veldmaarschalk en tot hertog van Magenta. Mac Mahon inden veldslag bij Magenta, naar 't schilderstuk ran E. J. II. Vernet. Andere, zwaardere rampen zouden nog volgen, maar dan zou Frans Jozef minder opstandig en min der gekrenkt zijn, doch deemoedig en gelaten. Te Villafranea had hij nog geen berusting geleerd. TjVn vrede brengt contrasten met zich mee. Terwijl liet eene land geestdriftig triomfen viert, is het andere in rouw gedompeld. Laurierkransen, bloenien- guirlandes en triomfbogen verwelkomen het zege vierende leger. De verslagenen echter worden met stilte ontvangen. Het succes, dat. naar het spreek woord luidt, nieuw succes voortbrengt, voegt slechts een parel toe aan Caesar's kroon doch geen enkele arm wordt opgeheven 0111 den verslagen monarch te begroeten. Frans Jozef moest dit thans ondervin den. Hij werd bij zijn terugkeer niet met geestdrift ont vangen. Zijn rijk droeg rouw. Weenen lag verstild in de loomheid van een laten zomer en een nieuwe wanhoop, de hoofdstad had hem niets te zeggen. Maar dit was het ergste niet. De monarch, die zich spoedde naar het heiligdom van zijn haard, had een innige behoefte aan troost en bemoediging. In den Hofburg raakte hij als in een wespennest. Op den drempel stond, de handen in de zij, aartshertogin Sophie en overstelpte hem onmiddellijk met den opgekropten toorn van vele maanden. Zij wenschte zich eeus uit te spreken. Franzi, van den oorlog teruggekomen, was juist het gehoor, waarop zij gewacht had. Zooals de meeste mannen, die vermoeid terug- „C'est ma plus belle „dat is mijn mooiste

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 28