Al is ons prinsje nog zoo klein. Alevel zal hij stadhouder zijn Al buigt de stam, al kraakt het riel, Alevel treurt Oranje niet Dat lied was de volksdoop van Willem Frederik George Lodewijk, den lateren koning Willem II. Een jeugdportret ran kon ing Willem II op den schoot ran zijn moeder, koningin 11 ilhelmina (Frederika Louise 11 ilhelmina ran Prutsen), de gemalin ran 'koning Willem I. Rechts een staatsieportret randen lateren koning Willem II als prins van Oranje. Doorlugtig Kind, dit Kroost der Helden, moge zijn het bijzondere voorwerp van Zijne gunstige hoede, dat hetzelve voor alle de toevallen der jeugt beveyligt, voorspoedig opgroeye tot eenen manbaren ouderdom, en bij het aanwassen der jaaren begivtigt werde met die gaven van wysheyd en heldenmoed, die deezen jongen Vorst kunnen in staat stellen om te zyner tijdt aan Nederlands agt- baren staat te verstrekken tot een gelukkig Bestier der en kloekmoedig Beschermer; ja hoogst denzelven waardig mogen maaken, den onstervelyken naain van Nassauw Orange en de roemrijke luister der hooge Stamhuysen, waaruit (hij) gesproten is: God bekrone hem met langheydt van daagen, met voor spoed en eere." En de stedelijke en grietenij-besturen moeten „ordre" stellen, „dat in de openbare gebeden in het vervolg, na Haare Koninglyke Hoogheydt, aan den jongen Vorst gedagt werde." Dus vierde men feest. Doch hoe hoog zou de feest vreugde niet zijn opgelaaid, zoo men geweten had, dat deze jonggeborene eenmaal de koninklijke kroon zou dragen als eerste souvereine vorst der Vereenigde NederlandenJa, het land zou door brandende tijden moeten gaan, den Fransehen revolutiegeest aan den lijve voelen, gedeeltelijke afhankelijkheid en eindelijk de oplossing in het Fransehe keizerrijk moeten dul den de gelukkige vader van nu zou het land moeten verlaten en na jaren van ballingschap op vreemden grond sterven, maar daarna zou ons land hersteld en verhoogd worden en zonder grootspraak zou men kunnen zingen Holland groeit weer Holland bloeit weer Hollands naam is weer hersteld want in 1813 zal het kind, waarover de missives van de Gedeputeerde Staten tot de besturen der Friese,he steden en der grietenijen in 1772 spreken, regeeren over Nederland als souverein vorst eerst (in 1813), als koning der Nederlanden daarna (in 1815) en tevens den titel voeren van groothertog van Luxemburg en hertog van Limburg. Voor de geschiedenis heet dit kind in latere jaren: koningWillem I der Nederlanden. Twintig jaar later nieuwe ontroering in de Neder- landsche gemoederen. Het in 1772 geboren kind is een man geworden en heeft, in 1791 prinses Frederika Louise Wilhelmina van Pruisen door den echt aan zich verbonden. Den 6en December 1792 wordt uit het huwelijk een zoon geboren. 's-Gravenhage was in de wolken. Niet alleen was het „welgeschapen en alle teekenen van gezondheid medebrengend", doch óók deed zich het verheugende feit voor, „hetgeen de republiek in dat geslagt niet gezien had," dat een kleinkind door den grootvader in de armen kon worden gedragen. Want stadhouder Willem V leefde nog en met zijn zoon den erfprins (den lateren koningWillem I) bewoonde hij de Resi dentie, die nog niet te zeer door de „vrijheid, gelijkheid en broederschapbeweging" in Frankrijk was aange tast om een langer verblijf der Oranjes onmogelijk te maken. Weldra echter zou dit het geval zijn; in 1795 reeds vielen de Franschen met de sympathie van vele Nederlanders de republiek der Vereenigde Neder landen binnen en toen Pichegru verklaard had, de Oranjes niet te erkennen en mét den stadhouder niet in onderhandeling te willen treden, verliet, deze met zijn gezin het, land en ging naar Engeland. Doch in 1792 kan men nog blijde zijn en feest, vieren. En dichtenDich ten Het is merkwaardig hoeveel er gedicht werd. Helaas zijn we niet in Hollands gouden eeuw en liet, merk van het genie is niet op de wiege-rijmen ge stempeld. Bilderdijk's breed uitgezette longen kunnen wel het „Lief Spruitjen, Neerlands hoop, en bloed van zooveel helden" bezingen en verklaren dat (zijn) „dierbre Grootvaar staat aan 't schuddend Staats- roer pal", doch mooi is het niet en oneindig krachtiger, op rechter, volkseigener klinkt door de straten der Neder - landsche steden het oude, altijd jonge Het jonge koninklijk gezin ran Willem III. Naast den koning de oudste zoon, prins Willem. In de wieg naast koningin Sophie prins Alex ander. die in 18-51 geboren werd. Aan den wand het portret van den jong over leden prins Maurits. Nu komen er donkere bladzijden in 't, geschiedboek der Nederlanden. De Oranjes weg, uitgeweken. Het land door vreemdelingenbinnen gehaald nog wel door Nederlanders overstroomdNederland met een schijn van onafhankelijkheid onder een vreemden vorst, Neder land ingelijfd bij het Fransehe keizerrijk. Eindelijk de verandering, eindelijk weer nationaal zelfbewust - zijn, eindelijk weer licht. Jaren zijn voorbijgegaan, een nieuwe eeuw is begonnenze heeft, haar eerste tiental jaren doorleefd in krijgs- gedruisch. Dan begint Napoleon, de, groote machthebbende, te wan kelen. In 1813 treft hem een dooile- lijke slag, in 1815 gaat hij na een wanhopig verweer te gronde. Oranje is teruggekeerd naar Neder land. De in 1772 geboren erfprins was op zijn qui vive bij het eerste sein stak hij uit Engeland over en als de oude Erasmus te Rotterdam verklaart Durft niemand nog oranje dragen, Ik durf mijn grijzen kop wel wagen, en in Den Haag ernstige mannen de omwenteling voorbereiden, gaat er een storm van vaderlandsliefde over het land, wappert de nationale driekleur en wapperen dh oranjewimpels van toren en trans. Nederland is weer één met. Oranje. Oranje is weer één met Nederland. De jonggeborene van 1772 wordt souverein vorst, koning van liet land, waaraan zijn voorvaderen eeuwen lang verbonden zijn geweest en naast hem staat zijn krachtige zoon, die op de slagveldeu getoond heeft een krijgsman te zijn. Het is (1e

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 8