w „Mij blijft niets bespaard.../' II lift; DE TRAGISCHE LEVENSGANG VAN FRANS JOZEF I EN ELISABETH VAN OOSTENRIJK BERTITA HARDING 28 Tiet slot Miramar bij Triest waar aarts hertog Maximiliaan en Carlotta hun in trek namen na de nederlaag der Oostenrijksehe legers. yoor een oogenblik echter werd die zaligheid overschaduwd door de uitbundige geestdrift, waarmee Maximiliaaii zijn schoonzuster ont ving. Max hield er niet van, zijn gevoelens te ver bergen, op dit punt kwam hij met zijn broer Karei overeen. Hij bracht Sisi zijn hulde, zooals alle mannen dat deden. En nu zij de oude tijden te Ischl ophaalden, klonk er een vroolijke kameraadschap in hun gesprek, een kameraadschap, waar de eenen twintigjarige Carlotta buiten stond. Dat was dus niet minder dan verontrustendDe Belgische met haar klassiek gezichtsovaal, haar zacht, zwart haar en het fijne arendsprofiel hield zichzelf voor een innemend wezen haar lange Orléans-neus deed haar eenigszins gelijken op Eugénie, de schoone keizerin van Frankrijk. Maar zelfs Winterhalter, de portrettist en persagent van Eugénie, moest erkennen, dat zijn knapste koninklijke cliënten niet konden tippen aan de schoonheid van Elisabeth. Theoretisch beschouwd, beantwoordde de Oosten rijksehe keizerin niet geheel aan de eischen van den tijd. Allereerst was zij slank, terwijl goedgevuld de voorkeur genoot. Dan had zij rechte schouders en een waarlijk vorstelijke houding, hetgeen beide nogal sterk afweek van de ideale romanheldin dier dagen, die immers kwijnend gebogen ging onder haar levens- of liefdeleed. Daar zij 't hoofd fier omhoog droeg, was Sisi in het midden der vorige eeuw een beeld van de vrouw der toekomst, die niet langer van onder zware wimpers schuchter omhoog zou kijken, maar wier blik open, helder en vol zelfvertrouwen zou zijn. De tro nen van Europa konden op geen heerscheresse bogen, meer verblindend dan deze rossige keizerin met het parmantige neusje, de blanke huid en dien kalinen, donkeren blik. Carlotta hield haar adem in. Zij leed de eerste pijn der jaloezie, die elke jonge vrouw gevoelt, als zij gesteld wordt tegenover het verleden van den geliefden man, hoe onschuldig het ook moge zijn. Die Sisi daar. waarmee haar Max zoo vroolijk schertste en die om geen gevatte antwoorden verlegen was, maak te haar bang. Zij kon niet op haar beurt de aandacht van den keizer voor zich winnen, want de verliefde Franzi had voor niets anders oogen dan voor zijn hervonden paradijs. Toen Carlotta langzamer hand bemerkte, dat er geen zweem van bewuste coquetterie in Sisi's optreden lag, kreeg haar koel Coburg-inzicht weer de overhand. Men had haar altijd voor intelligent gehouden, en zij zou ook nu verstan dig zijn. Er waren nu eenmaal inenschen, die, zonder het zelf te weten of te willen, eenieder, die hen naderde, onweerstaanbaar fascineerden. Blijkbaar was Elisabeth een van dat zeldzame mensehen- soort. Zoo warm als een zonsondergang en koel als dauw, verblindde zij de mannen, terwijl zijzelf op een afstand en onbereikbaar bleef. Neen, het kleine meisje uit Brussel behoefde niets te vreezen. Haar vader, Leopold, de zuinige koning van België, had zijn kinderen een flinke portie gezond verstand meegegeven. Carlotta glimlachte dus en nam de zaak niet al te zwaar op, daar Sisi zich blijkbaar haar eigen macht niet bewust was. Zoo verliep de logeerpartij te Miramar alleraan genaamst. Van 's morgens tot 's avonds waren de hooge gasten op de been en bewonderden het cypressenboschje van Maximiliaan, zijn tropische visschen, zijn dadelpalmen en granaatappelboomen. Carlotta liet haar bed met Damaseusrozen zien, dezelfde, waaruit de kostelijke en kostbare oostersche rozenolie gewonnep werd. Zij had verder plannen voor een enorme volière, waarin alle zeldzame vogels der aarde, van den kleinen Arabisehen nachtegaal tot reuzenpauwen toe, vertegenwoordigd zouden zijn. Dat idee bracht Elisabeth, die van stokpaardjes hield, in verrukking. Zij voelde zich dadelijk aange trokken tot menschen, die iets verzamelden, wat het ook zijn mocht. Zij antwoordde daarom niet heelemaal ad rem „Van mij zou je een hond kunnen krijgen Als de avond viel en in de baai de lichtjes van Triest be gonnen te schitteren, begon Max op zijn har monica te spelen. Later zaten ze gewoonlijk uren lang bijeen in de loggia, die direct op de zee uit zag, en spraken over al hetgeen in binnen- en buitenland discussie be hoefde. Zoo werd ook het ge rucht besproken van een Fransche interventie in Mexico. „Mexico vatte Frans - Jozef het woord op. „Het is een parel in de kroon van onze voorvaderen ge weest.. Hij dacht aan Karei den Vijfden, keizer van het heilige Roomsche Rijk, koning van de Neder landen en Spanje, heerscher over Indië en de rijken overzee. Maximiliaan wist wel, wat zijn broer voelde sinds de bittere nederlaag van Solferino. Het Habsburgsche erfdeel, eens zoo benijdenswaardig in zijn glorie, was verminderd in omvang en roem. Frans Jozef hield niet van verontschuldigingen en nam de heele ver antwoordelijkheid daarvoor op zich. Hij wilde zich niet verbergen achter een sluier van verzachtende om standigheden, zelfs al had hij dan ook, zooals in den italiaanscken oorlog, de consequenties moeten trek ken van fouten en nalatigheden, die de zijne niet waren. Maar er kwam een einde aan de gesprekken in het maanlicht, want de plicht riep weer naar Weenen. De koffers werden gepakt en men reisde over land naar Schöubrunn. Elisabeth was juist een half jaar afwezig geweest. Oostenrijk wachtte in spanning op haar terugkomst. Ook aartshertogin Sophie wachtte, zij het zonder spanning. Zij had dit halve jaar goed weten te ge bruiken en niet enkel haar eigen machtspositie versterkt, maar de ondergeschikte plaats, die Elisa beth aan het hof innam, ook voorgoed vastgelegd. Vooral de kinderkamerkwestie was voorgoed gere geld de kinderen van het keizerlijk paar stonden nu absoluut onder de controle van hun grootmoeder. Hier viel weinig meer op aan te merken nu Elisabeth her en der zwierf over de wereld, was het een waar geluk, dat ten minste iemand zich om de verlaten wichtjes bekommerde Sophie nam de rol van Ma donna met gretigheid op zich. Zij voelde zich als de barmhartige Samaritaan en de vlijtige bijbelsche Martha in één persoon. Zij droeg een onzichtbaren stralenkrans. Wat de kinderen betreft, zij ontwikkelden zich onder de toewijding der aartshertogin zeer voorspoe dig, al komt een deel van dien lof zeker ook den staf van verzorgsters toe, dien Elisabeth had aangesteld om voorgenoemde toewijding aan te vullen. Er waren tijden, waarop, zooals Sophie het uitdrukte, „baby's niet erg lekker ruiken", dan liet zij de zorg voor hen graag aan anderen over. Maar als opperbevelhebster over de aangelegenheden der kinderkamer liet Madame Mere inderdaad niets te wenschen over. Zij wijdde zich met geestdrift en nauwgezetheid aan haar taak. De kleine Gisela was onder haar voogdij schap reeds zoo ver gevorderd, dat zij het alphabet kende, terwijl Rudolf had leeren loopen. Dat (le aarts hertogin geen slechte opvoedster was, hiervan leggen haar eigen vier zonep wel getuigenis af. Zij was het geweest, die den verlegen en vreesachtigen Frans Jozef in een flink soldaat had veranderd als kind placht de keizer in tranen uit te barsten, als hij op zijn pony moest rijden thans was hij een der beste ruiters van het geheele rijk. Viel er dus aan te twijfelen, dat Sophie een dergelijk succes met haar kleinkinderen zou hebben In geen geval Elisabeth,' de verloren dochter, zou de laatste zijn om dit te betwijfelen. Zij wist, dat ze het recht om haar eigen kinderen op te voeden verspeeld had. Maar de scheiding van zes maanden was lang geweest en Sisi verlangde hevig naar haar kleintjes. Urén achtereen bleef zij in de kinderkamer en genoot van de kleine armpjes die zich om haar hals vouwden, terwijl zij naar het vroolijke kindergebabbel luister de. Zij haalde in deze oogenblikken iets in van het geen zij zoo lang had moeten missen. Nu schoot Sophie haar meest giftigen pijl af. Er werd een dagorde opgesteld, die zoowel voor Elisabeth als voor de andere leden der hofhouding de uren aan gaf, waarop de kleine prins en prinses buiten op hun speelplaats bezocht konden worden. Behalve op deze vastgezette tijden mocht Elisabeth niet naar haar kinderen toe. In plaats daarvan legde Madame Mère haar echter een lijst voor van officieele gelegenheden, diners en gala-ontvangsten ten hove, die waren uit gesteld tengevolge der plichtverzaking van haar schoondochter, de keizerin. De aartshertogin had gelijk. Elisabeth was haar plichten ontloopen en naar een verafgelegen eiland gegaan, terwijl ze evengoed een aangename badplaats had kunnen bezoeken, slechts een dagreis van Wee nen gelegen. Ook had zij haar verblijf te Madeira onredelijk lang gerekt, want alle sporen van de beweerde ziekte waren gedurende de eerste maand verdwenen en personen, die haar (laar.ia ontmoetten, maakten scherpe opmerkingen over haar uitstekend uiterlijk. Dit gaf slechts aanleiding tot eritiek, want inmiddels waren de publieke feestelijkheden van den liofkalender uitgesteld wegens de slechte gezondheid van hare majesteit. Terwijl Elisabeth op reis bleef, monter en friscli, moesten de echtgenooten en doch ters der veemagnaten uit Bohemen, die dubbel en dwars hun cijns hadden betaald om met Kerstmis aan het hof te worden voorgesteld, tevergeefs op ver wezenlijking van hun dure droomen wachten. Geen enkele dynastie kan zich veroorloven haar geldaristocraten op die manier voor het hoofd te stooten. Het was hoog tijd deze nalatigheden te herstellen. Ondanks haar afkeer van vertoon en ceremoniën moest Elisabeth een reeks van verlate recepties houden om den adel te sussen en wat het gewichtigste van alles was het geheele volk. Zij deed het, zeer tegen haar zin, doch zonder protest. Avond aan avond nam zij (1e groeten en buigingen in ontvangst van de talloozen, (lie voorbij den troon met den gouden baldakijn kwamen. Alle kracht en levenslust, in Madeira gewonnen, verlieten haar, toen zij haar dagelijksclie gangen en bezoeken naar weeshuizen, hospitalen, krankzinnigengestich ten en andere menschlievende instellingen weer moest opnemen. De oude vermoeidheid en de oude melancholie kwamen over haar maar ditmaal be- lieerschte zij zich om Franzi en hield vol, zoo goed en zoo kwaad als het ging. Doch één ding kon Elisabeth niet- verkroppen en dat

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 28