IN DE KAMER
VAN VIJFTIG
door mr. J. J. ran Bolhuis
Bij de jaarwisseling gaan de begroo- Kamer, ook in ons Hoogerhuis 'n uit-
tingsdebatten in om parlement zich gebreide collectie opnamen te kunnen
verplaatsen van de eene zijde van het vervaardigen, die geheel ongedwongen
Binnenhaf naar de andere: uit de en ongeposeerd onze senatoren aan den
Tweede naar de Eerste Kamer. Het is begrootingsarbeid in beeld brengen. Ook
ons een eer, dank zij de welwillend ver- aan deze zijde van het Binnenhaf is
leende toestemming van den voorzitter mr. J. J. van Bolhuis, nourri dans
en de onbekrompen medewerking der le sérail, de vertrouwde gids, aan wiens
griffie in de gelegenheid te zijn geweest, onbetwiste leiding wij de lezers kunnen
na onze publicaties omtrent de Tweede overlaten.
Hier ziet u een deel van de perstribune. Daarachter, hangend over de afscheiding, bezoekers
van de publieke tribune. In de vergaderzaal links-achter dr. Wiardi Beekman (soc.-dem.), in
het midden achter de stenografen op de eerste rij dc heeren Reinalda (soc.-dem.)Steger (11.-K.)
en ran Asch ran Wijck (A.-R.). Daarachter de nat.-soc. leden De Rijke en Van Bönning-
haüsen. Op de rij daarnaast de heeren Bruineman (R.-K.) en Vijlbrief (S.-D.). Daarachter
de heer Van de Bilt (soc.-dem.)
De spreker nadert liet einde van den hem toegemeten spreektijd, maar de voorzitter,
baron de Vos van Steenwijk, is op zijn gui vive en heft al dreigend den hamer.
Aan zijn rechterhand, dus links op de foto, de griffier, mr. de Block, rechts de
commies-griffier, mr. ran Andcl.
Minister Colijn, naar een redenaar luisterend te
midden van eenige Kamerleden. Achter hem de heer
Maarsingh (N.S.B.), vóór hem de heeren Janssen
de Limpens (R.-K.) en Van Citters (A.-R.).
Dc vergaderzaal der Eerste Kamer is veel de
coratiever dan die der Tweede. Het moge wel
uit aesthetisclx oogpunt te betreuren zijn,
dat de gereserveerde tribune en de perstribune de
zaal vóór de magistrale allegorische voorstellingen
van Oorlog en Vrede doorsnijden, ook thans draagt
zij nog kleurrijke heugenissen aan liet verleden en
maakt zij een warnieren, intiemeren indruk dan die
der Tweede Kamer. Boven den voorzitterszetel
hangt een statig, meer dan levensgroot portret van
koning Willem II, een schilderij van J. A. Kruseman
Jzn., door den ridderlijken vorst zelf aan de Eerste
Kamer geschonken. Baron de Vos van Steenwijk,
de voorzitter, wiens vader ook reeds op deze zelfde
plaats gezeteld heeft, zou, als hem de keus gelaten
werd, geen andere plaats verkiezen. Zit hij daar niet
als het ware in de schaduw van zijn geliefd Oranje
huis t
De president kan streng zijn, maar hij behoeft
bet niet zoo heel dikwijls te wezen. De sfeer van de
Eerste Kamer is ook na de intrede van oppositioneele
elementen veel rustiger gebleven dan die der Tweede.
Zelden wordt er een onvertogen woord gesproken
en incidenten komen bijna niet voor.
Men behoeft zich er ook veel minder in te spannen
om de sprekers te volgen.
Een oogenblik tijdens een minder boeiend betoog de heer Ter Haar (C.-H.)
vouwt in vertwijfeling de handende heer Van Rappard (lib.) zit als een
toonbeeld van gelatenheidde heer Moltmaker soc.-dem.), achter hen beiden gezeten,
worstelt met den slaap en de heer De Rruyn (R.-K.) wacht lijdzaam het einde.