Aan tie lichtelijk ironische gelaatsuitdrukking van de ministers Colijn en De Wilde
valt wel te voorspellen, dat de spreker straks gemakkelijk van repliek zal kunnen
worden gediend. Zoolang het geen buitenlandsche aangelegenheden betreft, laat minis
ter Patijn zijn tijd. niet verloren gaan.
De Amsterdamsche wethouder Kropman (R.K.) luistert met gespannen
aandacht. Achter hem zijn Solterdamsche collega De Zeeuw (soc.-dem.).
Aan het uiteinde van de voorzitterstafel de commies-gril fierf mr. van Andel.
In de Tweede Kamer wag men zelfs met. de geluids
installatie, die pas verbeterd is, nog niet, waar men
wezen moestin onzen Senaat beeft men zoo iets
niet van 1100de. Natuurlijk luistert men echter niet
naar alle sprekers met even groote belangstelling.
Wie de foto's aandaehtig bestudeert, zal dienaan
gaande belangwekkende conclusies kunnen trekken.
V"
Professor Steger (R.K.) schijnt te vinden, dut in
het debat de lijn begint zoek ie raken tussehen de
vele détails.
Evenals in de Tweede Kamer is ook in de Eerste
meestal slechts één plaats aan de regeeringstafel
bezet. Bij de algemeene beschouwingen over de rijks-
begrooting echter plegen de ministers allen of bijna
allen te verschijnen en zoo was bet ook op 13 en 14
Januari van dit jaar.
Dit politieke debat, waarbij in bet bijzonder de
ministers Colijn en De Wilde betrokken zijn, brengt
voor de bewindslieden beurtelings de verplichting
tot luisteren en spreken mede. Sommigen van hen
verstaan de kunst, tegelijk te luisteren en gegevens
te raadplegen, geheel oor en geheel oog te zijn. Er
zijn zelfs ministers, die tegelijk een redenaar kunnen
volgen en een praatje kunnen maken met een ander
Kamerlid, dat hen bij de regeeringstafel aanklampt en
dat zij beleefdheidshalve wel even te woord moeten
staan. Eigenlijk behoort een afgevaardigde dit nim
mer te doen. Het is onaangenaam voor den redenaar,
die ten onrechte den indruk krijgt, dat de dood
onschuldige bewindsman zijn betoog veronacht
zaamt en bet is ook een handicap voor den betrokken
minister.
Sinds enkele jaren is er ook in de Eerste Kamer
een spreekgestoelte. Op een onzer foto's ontwaart
men daarop prof. Anema met zijn weergaloozen
tropischen knevelgroei. Deze antirevolutionnaire
boogleeraar is een merkwaardige figuur. Terecht
geniet hij ontzag in onzen Senaat. Zijn uitspraak
van het Nederlandsch verraadt ten duidelijkste het
plekje grond, waar deze stoere Fries geboren is.
'Tof. Anema heeft niets van een perkamenten boe
kenwurm in zijn voorkomen lijkt hij eer op een
krijgsman van den ouden stempel.
Het zou verleidelijk zijn een vergelijking te tref
fen tussehen de verschillende hoogleeraren, die van
onzen Senaat deel uitmaken.
Prof. Diepenhorst, de geestverwant van prof.
Anema, beschikt over onuitputtelijke dossiers, waar
van hij zich met ongemeene slagvaardigheid weet
te bedienen. Is Anema een houwdegen met een hart
van goud, Diepenhorst schijnt telkens een snik weg
te slikken, maar juist op zoo'n hyper-melancholisch
oogenblik lanceert hij een onbetaalbaar grapje. Zijn
vermeende zwaarmoedigheid is een oratorische
kunstgreep. Een goed luisteraar is prof. Steger,
wiens grijsheid hij tijd en wijle voor het roomseh-
katholieke padvinderspak niet terugschrikt en die
ondanks zijn Delftsche ja
ren wol zoo graag ethische
en religieuze als technische
vraagstukken behandelt.
.De vrijzinnig-democrati
sche hoogleeraren Kranen
burg en Van Embden, die
op één der foto's in de aan
trekkelijke hal van onzen
Senaat zitten te conver
seeren, zijn afgebeeld in
een houding, die beider
optreden in de Kamer van
vijftig karakteriseert. Prof.
Kranenburg heeft iets jo
viaals, studentikoos over
zich. Met vlotte, gemoede
lijke welbespraaktheid zet
hij zijn zienswijze uiteen.
Prof. van Embden, die he
laas den laatsten tijd door
een oogziekte is gehandi
capt, pleegt in zijn rede
voeringen veel zwaarmoe
diger te zijn.
Weer een andere figuur
is de christelijk-historische
hoogleeraar de Savornin
Lohman. De naam zegt
genoeg aan Duitsche de
gelijkheid paart hij Fransch
temperament. Hij herin
nert zich steeds precies,
wat de bekwame voorzitter,
die zich in een vroegere
periode als gewoon Kamer
lid eveneens door critischeu
zin kenmerkte, in den loop
der jaren gezegd heeft.
Prof. de Savornin Lohman
betrekt baron de Vos
van Steen wijk gaarne met
oude citaten in het debat,
Een waakzaam oog over
de hal en de koffiekamer.
wat deze, in zijn tegenwoordigen Olympisehen staat,
maar half goed schijnt te vinden.
Prof. Barge, die op een der foto's ter linkerzijde van
prof. de Savornin Lohman is gezeten, heeft de repu
tatie van een oven beminnelijk als welbespraakt
man. Evenwel heeft hij, die nog slechts enkele maan
den senator is, zich tot dusverre bescheiden op den
achtergrond gehouden.
Even groote discretie betrachtte de christelijk-
historische prof. de Zwaan, hoogleeraar in de god
geleerdheid, die in de Eerste Kamer de eenige theo
loog is. Is in dit opzicht de Tweede Kamer met haar
vier predikanten en den roomsch-katholieken Fran
ciscaner, di'. Beaufort, bevoorrecht hoven de Eerste
Kamer -deze laatste kan weer bogen op meer
burgemeesters, om van de wethouders maar te