DE
RING
n nJB
Ueorg
v
eyer
1
TWEEDE l Eustacie stoorde zich niet
VERVOLG v aan armzalige critiek zij
sloeg de gevouwen handen om
haar knieën en begon na te
denken over de détails van haar vlucht. Misschien
was het plan zelf fantastisch, maar zij had in haar
aard een trek van Fransche scherpzinnigheid, die de
moeilijkheden van de dolste ontsnapping aankon. Ze
zei„We moeten de sleutels vah den stal hebben."
,,We, juffrouw stamelde Lucy.
Yer volg verhaoH
rfoo
Ni fifes'
DERDE HOOFDSTUK
24.
Er stond haar vervolging van zijn mania te
wachten, maar na vele verwikkelingen zou
aan 't licht komen, dat de nederige onder
wijzeres een aristocrate was, een erfdochter, en dan
volgde het hlijde einde. Al had Lucy nooit iets
van de romans gelezen, die het voornaamste geestes
voedsel van haar meesteres uitmaakten, toch vond
zij in die vooruitzichten niets onwaarschijnlijkszij
betwijfelde echter, of sir Tristram zijn verloofde
zou toestaan, het Slot te verlaten.
,,Hij zal' er niets van merken," zei Eustacie,
„want ik ga diep in den nacht ontsnappen, als hij
denkt, dat ik in bed lig, en dan rijd ik naar den Vijf
sprong, en daar neem ik de postkoets naar Londen."
„O, juffrouw, dat kunt u toch niet doen, heelemaal
alleen zei Lucy. „Dat zou
v niet voegen
Eustacie knikte. „Ja zeker, want ik heb nog nooit
een paard gezadeld 't zou natuurlijk een echter
avontuur zijn, als ik alles alleen deed, maar een
mensch moet practisch blijven. Kun je een paard
zadelen 1"
„O ja, juffrouwzei de boerendochter Lucy
„maar...."
„Goed, dat is dus afgesproken. En jij moet de
sleutels van den stal kapen ook. Dat zal niet zoo
moeilijk zijn. En pak wat voor me in twee hoede-
doozen méér kan ik te paard niet meenemen. Als ik
aan den Vijfsprong ben, laat Lk Rufus loopen.die
vindt zijn weg naar huis wel, en dan schrikt neef
Tristram zich dood, als hij mijn paard zonder ruiter
terug ziet komen. Hij zal vast denken, dat ik dood
ben."
„Maar juffrouw, u meent 't toch niet 1" vroeg
Lucy, die met open mond geluisterd had.
„Natuurlijk meen ik 't," antwoordde Eustacie
kalm. „Wanneer komt de nachtpost aan den Vijf
sprong F'
„Even vóór middernacht, juffrouw, maar er komt
sneeuw, zeggen ze, dus dan zal de koets wel te laat
zijn. Maar 't is volle vijf mijl naar den Vijfsprong, juf
frouw, en zoo'n eenzame weg, dwars door 't bosch....
ik zou doodsbang zijn
„Ik ben nergens bang voor," zei Eustacie luchtig.
Lucy liet plechtig haar stem dalen. „Dan hebt u
zeker nooit van den Ruiter zonder Hoofd gehoord,
juffrouw
„Nee Eustacie's oogen fonkelden. „Vertel dade
lijk Alles
„Ze zeggen, dat hij door 't bosch rijdt, juffrouw,
maar nooit op zijn eigen paard," zei Lucy met een
opgewonden stem. „Hij komt ineens achter je op t
paard zitten, met zijn armen om je middel."
Zelfs in het klare daglicht was dit verhaal griezelig
genoeg, om den meest onversaagde te schokken.
Eustacie huiverde, maar zei dapper „Ik geloof t
niet't Is maar een sprookje
,,U kunt aan iedereen vragen, of 't niet waar is, juf
frouw zei Lucy.
Die raad leek Eustacie goed zij vroeg het aan sir
Tristram, zoodra zij gelegenheid kreeg.
„De Ruiter zonder Hoofd zei hij. „Ja, zoo n
soort legende is er, geloof ik."
„Maar is 't waar V' vroeg Eustacie met ingehouden
adem.
„Welnee, natuurlijk niet."
„Dus jij zou niet bang zijn, om 's avonds door het
bosch te rijden V'
„Heelemaal nietIk heb 't dikwijls gedaan en ik
ben nooit een ruiter zonder hoofd tegengekomen, dat
verzeker ik je." 1
„Dank je," zei Eustacie. „Dank je hartelijk, hoor
Hij keek een beetje verwonderd, maar ze zei niets
meer, dus vergat hij het geval spoedig.
„Mijn neef Tristram zegt," vertelde Eustacie aan
Lucy, „dat 't maar 'n legende is. Ik zal me er niet
aan storen."
KORTE INHOUD VAN 'T VOORAFGAANDE:
Sir Tristram Shield wordt aan het sterfbed geroepen
van £n oudoom lord Sylvester Lavenham. Lord
Sylvester heeft zijn bezittingen aan zijn kleindochter
Eustacie de Vauban vermaakt en wil haar, voor hij
sterft, met Tristram getrouwd zien. De Beau, eveneens
een achterneef van den lord, is ook op het kasteel
aanwezig. Lavenham's kleinzoon Ludovic, de eigenlijke
opvolger van den lord, had destijds voor een speelschuld
zijn kostbaren talisman-ring als onderpand aan
Matthew Plunkett gegeven. Kort nadien werd Plunkett
in een bosch vermoord; de prachtige ring was ver
dwenen. Ludovic werd van deze misdaad verdacht en
moest voor de politie vluchten. Lord Sylvestersterft
plotseling. Eustacie voelt niets voor een huwelijk met
Tristram. Met haar kamermeisje Ducy maakt ze
heimelijk plannen om te vluchten.
Had sir Tristram niet zooveel aan zijn hoofd gehad,
dan was er misschien verwondering in hem gerezen
om de plotselinge volgzaamheid van zijn nicht. Hij
had het echter zoo drukmet het ontrafelen van Syl
vester's zaken verwikkelingen, te zamen met mr.
Pickering, om acht te slaan op de veranderde houding
van Eustacie. Zoo hij er al over nadacht, veronder
stelde hij slechts, dat zij oyer een wispelturige hui was
heengekomen, en daar verheugde hij zich om. Hij had
half verwacht, dat zij bezwaar zou opperen tegen
zijn plan, haar naar Bath te brengen den dag na haar
grootvaders begrafenis, maar toen hij haar over dit
onderwerp sprak, luisterde zij naar hem met ge
vouwen handen en neergeslag m oogen en geen woord
gaf zij terug. Een man met meer ervaring van vrou
wenlist zou deze omstandigheid verdacht gevonden
hebben sir Tristram was er slechts dankbaar voor.
Hij zou zelf terugkeeren naar Slot Lavenham, maar,
zei hij Eustacie, hij dacht niet, dat hij er langer zou
hoeven blijven dan een dag of veertien daarna kon
hij zich bij de familie te Bath voegen en de toebereid
selen tot het huwelijk doorzetten. Eustacie antwoord
de met een beleefde nijging.
De begrafenis van Sylvester, die plaats had den
derden dag na zijn dood, woonde zij niet bij zij be
steedde dien tijd aan haar garderobe met het uit
kiezen van de kleeren, die zij het best vond passen bij
haar nieuwe loopbaan en zij gaf Lucy de noodige
orders hij het inpakken. Lucy hield te veel van haar
innemend meesteresje, om ook maar te denken aan
verraad, maar zat ontzettend in angst over de ge
varen, die zij op haar eenzamen tocht ontmoeten kon,
dus snoof zij verdrietig, terwijl zij jakjes en doekjes op
vouwde, en ze verklaarde, dat zij er bijna de voorkeur
aan zou geven, de juffrouw te vergezellen en de ver
schrikking van den Ruiter zonder Hoofd te trot-
seeren, dan dat zij achterbleef om den toorn van sir
Tristram te doorstaan. Eustacie echter vond, dat
met één slag alle romantiek van het avontuur ver
nietigd was, als zij haar kamenier meenam, en ver
maande haar dus, zich volkomen onwetend te
houden omtrent het heele gevalze mocht dan, zoo
dra het ging, naar Londen komen, beloofde zij.
De trieste aanblik van sneeuwvlokken, neerdwar
relend uit een loodkleurigen hemel, versterkten bij
Lucy het bange voorgevoelhaar meesteres echter
vond er alleen aanleiding in tot de opmerking, dat zij
toch haar mantel met bont maar aan zou trekken....
en den vilten hoed met de roode veer
Haar feitelijke ontsnapping uit het Slot werd zon
der de minste moeilijkheid volbracht, want de be
dienden waren naar bed, en sir Tristram had zich in
de bibliotheek opgesloten met Beau Lavenham, die
op het Slot was komen dineeren. Eustacie had zich
kort na het diner hij hen geëxcuseerd en was naar
haar slaapkamer gegaan. Om elf uur sloop zij de ach
tertrap af, met de eene hand haar rokken ophoudend,
in de andere haar zweep en handschoenen dragend. Zij
zag er allerliefst uit in haar rijcostuum en den rooden
mantel met den breedgeranden hoed, waarvan de
roode veer neerhing tusschen haar donkere, zijige
krullen. Achter haar strompelde Lucy, krimpend van
angst, met de twee hoededoozen en een lantaren. T
Halverwege de trap bleef Eustacie staan. „Ik moest
eigenlijk een pistcol hebben
„O lieve gunst, juffrouw fluisterde Lucy. „Wat
wou u dan met zoo'n gevaarlijk griezelding V'
„Natuurlijk, ik moet een pistool hebben zei
Eustacie. „En ik weet er een te vinden ook Zij
keerde zich om, ondanks het schreiend protest van
haar gedienstige, wipte luchtig de trap op en ver
dween in de richting van de Lange Galerij.
Toen zij terugkwam had zij een kleur, zij was een
beetje huiten adem en had in haar rechterhand een
duelleerpistool met tienduimsloop en zilveren kor
rels, een wapen, dat er extra-doodelijk uitzag. Lucy
liet bijna de hoededoozen vallen, toen zij het zag, en
smeekte haar meesteres zenuwachtig fluisterend, het
neer te" leggen.
,,'t Is van mijn neef Ludovic," zei Eustacie triom
fantelijk. „Er zaten er twee in een étui in zijn vroe
gere slaapkamer. Wat een geluk, dat ik daar aan
dachtIk heb ze eens gezien, een heelen tijd geleden,
toen ze daar die nieuwe gordijnen ophingen. Zou 't
geladen zijn, denk je V'
„O, juffrouw, ik hoop van niet 1"
„Ik moet er voorzichtig mee omgaan," besloot
Eustacie, het wapen behoedzaam hanteerend. „Er
zit een sneller op, geloof ik, maar ik heb niet veel
verstand van pistolen. Vooruit nu maar, gauw
Het sneeuwde al een poosje niet meer, maar er lag
een dun laagje op den grond, en er was iets vinnigs
in de vorstige lucht. De twee vrouwen, de eene vol
energie, de andere bevend van koude en vrees tegelijk,
liepen zacht de laan door, dat van het huis naar de
stallen leidde. Er was geen licht te zien in de koet
sierswoning, noch op de kamer van den stalknecht
niemand scheen ook maar eenigen weerstand te
bieden aan Eustacie's ontsnapping. Zij sloot de deur
van de tuigkamer open, trok Lucy mee naar binnen,
zette de lantaren op tafel, koos een hoofdstel van den
muur, en wees haar gedienstige haar zadel. De vol
gende maatregelen waren, de staldeur open te
sluiten, en Rufus te toornen en te zadelen. Het paard
zag er slaperig uit, maar was toch blij, zijn meesteres
te zien. Lucy was zacht aan 't huilen, uit angst
voor de gevolgen van haar daden, maar een driftig
gefluister beval haar, Rufus te zadelen en zich niet
aan te stellen. Zij was een gehoorzaam meisje, dus zij
slikte haar tranen weg en tilde het zadel op Rufus'
rug. Toeu zij de buikriemen strak getrokken had en
hit en hoofdstel aangelegd, toefde zij alleen de twee
doozen nog maar aan het zadel te bevestigen. Daar
moest zij in de tuigkamer weer een paar geschikte
riemen voor zoeken, en toen die gevonden waren en de
doozen er aan hingen, was Eustacie tot de conclusie
gekomen, dat een pistool alleen maar in een holster
gedragen kon worden. Die onmisbare inrichting was
er aan een dameszadel niet, dus moest er een van
een zadel van Sylvester worden gehaald en zoo goed
als 't ging worden vastgegespt aan den riem van
één der doozen. De holster bleek veel te groot voor
het dunne pistool, maar daar was niets aan te ver
anderen. 't Was een geluk, merkte Eustacie op, dat
er sneeuw op den grond lag, dan werden Rufus
stappen op de klinkers niet gehoord en zij bracht
het dier huiten, naar het stijgblok. Toen zij goed en
wel in 't zadel zat, beval ze Lucy alle deuren weer
te sluiten en de sleutels op hun plaats te hergen zij
liet zich door het meisje de hand kussen en reed weg,
niet door de laan, die naar het gesloten hek leidde,
maar door het park naar een karrespoor met een
hekje aan het einde, dat zij kon opendoen zonder af
te stijgen.
Toen dit geschied was, zette Eustacie het paard in
een draf en volgde de laan naar den landweg, die
noordwaarts door Warninglid liep en aan den Vijf
sprong op den tolweg van Londen naar Brighton
uitkwam.
Ze kende den weg goed, maar zij kwam nooit
buiten na donker, dus zag de omtrek er vreemd