Kahrelswkoffie
4
'sfi
Motto:
Kwaliteit!
13
<le stoffige wegen waren herschapen in
een modderpoel.
John Murphy droop van het water.
„Hebt u een gallon benzine voor me
vroeg hij beleefd.
Een kaffer hielp hem en terwijl hij het
reservoir vulde merkte zij op, dat achter
op den motor een zware tasch gebonden
zat. Het viel haar in dat die tasch geld
moest bevatten, waarmee hij onderweg
was, om de Boeren voor hun producten
te betalen.
„Ik tref slecht weer," zei John
Murphy, terwijl hij zich oprichtte. „En
het is nog een heel eind naar de „Kruis
boom" en „Kaap's Welvaren."
„Ja, 't is allesbehalve prettig, om in
dien regen op een motor te zitten," gaf
Eenie toe. Het waren meer woorden,
dan zij ooit bij elkaar tegen hem ge
sproken had en haar toon was niet zoo
stug als anders. John Murphy was
echter te veel ontstemd door dien neer-
plassenden regen, om die verandering
op te merken. Hij betaalde, mompelde
een groet en reed weg.
Hij was nauwelijks vijf minuten ver
trokken, toen er een auto voor het erf
stopte. Doordringend snerpte de claxon
en het volgend oogenblik kwam er een
man het erf op. Hij was gekleed als een
heer en had blijkbaar zeer veel haast.
Z jjn klop klonk driftig en toen zij de deur
geopend had, zag zij een man voor zich
van ongeveer vijftigjarigen leeftijd, met
t een paar breede kaken, sluwe oogen en
onrustige manieren.
„Hebt u vijftig liter benzine voor
me vroeg hij in gebroken Engelsch.
„Jawel," antwoordde Lenie. Aan zijn
accent hoorde zij, dat de man een Kaap-
sche Portugees was. Zij gaf een van de
kaffers 'n wenk en bleef in den deurpost
op zijn terugkeer wachten.
„De weg naar de „Kruisboom" loopt
rechtuit en dan linksaf vroeg de
vreemde.
„Rechtuit en den eersten weg links
af," beaamde zij. „Ongeveer negentig
kilometer."
De man knikte, aarzelde even en keek
haar opnieuw aan. „Hebt u hier zoo
even een motor voorbij zien rijden
vroeg hij plotseling.
Terwijl Lenie bevestigend antwoord
de, overviel haar plotseling een onrustig
gevoel. Zij dacht aan John Murphy en
in een oogwenk tijds werd zij bestormd
door tal van angstige vermoedens. Die
onrust en angst grepen haar zoo hevig
aan, dat zij verbleekte en op haar beenen
stond te beven.
De chaos van aanstormende gedach
ten maakte plotseling plaats voor koel
overleg. Er viel haar een denkbeeld in,
dat haar aanvankelijk dwaas toe leek,
doch waarin zij het volgende oogenblik
het eenige redmiddel zag.
„Moet de benzine in uw tank vroeg
zij, zoo rustig als het haar mogelijk was.
De man aarzelde. „Neen," zei hij plot
seling, „ik zal wel zien hoever ik kom.
Laat dien kerel liever haast maken."
Lenie werd bleek haar toeleg was
mislukt. Maar toch. misschien.
schoot het haar te binnen. „Eén oogen
blik," verzocht zij. „Ik zal zeggen, dat
hij haast maakt hij moet de blikken
zeker nog vullen
Zij snelde door den stroomenden regen
naar het golfijzeren loodsje, waar de
benzine was geborgen. Een halve minuut
later verscheen de kaffer. Met trage
passen bracht hij twee blikken naar den
auto, keerde terug en haalde er nogmaals
twee. Het laatste nam de vreemde zelf
mee. Lenie vergezelde hem naar den
auto. Hij moest lang zoeken voor hij het
geld bij elkander had en zij verdacht
hem ervan, dat 't eigenlijk zijn bedoeling
was geweest er zonder betaling tusselien
uit te gaan. Met een snauw nam hij
achter het stuur plaats en terwijl hij in
den regen verdween, snelde Lenie naar
huis terug.
Toen zij binnentrad, zag zij op de klok
dat John Murphv hoogstens een kwartier
voorsprong had. Haar angst en onrust
lieerden terug en kortbesloten greep zij
de telefoon. Zij kreeg verbinding met de
stad en eenige oogenblikken later was
zij in gesprek met de politie. Het wa>
een Kaapsche inspecteur, dien zij trof.
en zenuwachtig, met horten en stooten.
deelde zij hem haar angstige vermoedens
mee. Die angst verliet haar zelfs nog
niet, toen zij nauwelijks een kwartier
later een snellen politieauto voorbij zag
stuiven. Zij herkende hem aan het waar
schuwend „tatutatu" van den hoorn.
Als een schim suisde hij voorbij en toen
overviel haar eensklaps een verwonderde
vraag waarom stond zij eigenlijk zoo'n
angst uit om John Murphy, dien Rooi
nek
Toen John Murphy laat in den mid
dag van Kaap's Welvaren naar de stad
terugkeerde en nog slechts dertig kilo
meter van Vredehof verwijderd was,
zag hij aan den kant van den weg een
auto staan, die bewaakt werd door een
gekleurden politieopziener. De man hief
zijn hand op en gehoorzaam bracht
John den motor tot stilstand.
„Bent u mister Murphy vroeg hij
in het Afrikaansch.
John Murphy knikte hem verbaasd
toe. En daarop hoorde hij 'n verhaal aan.
waarvan hij slechts de helft verstond
doch dat hij niettemin zeer goed begreep.
De politie had 's morgens 'n man achter
haald, wiens bedoeling het scheen te
zijn geweest hem op weg naar de „Kruis
boom" te berooven van de vierhonderd
pond, die hij bij zich had gehad. Hij was
zwaar gewapend, maar missie Lenie van
Vredehof had lont geroken en de politie
gewaarschuwd. t
„Missie Lenie vroeg John Murphy
verbluft en ontsteld. „Hoe wist zij dan
van dien toeleg af
De kleurling grinnikte. „Hij kwam I
om benzine en uit zijn vragen begreep zij
genoeg. Toen heeft ze ons opgebeld, j
maar wij zouden waarschijnlijk toch
nog te laat gekomen zijn, als de auto niet
op deze plek was blijven staan. In plaats
van benzine had missie Lenie hem water
verkocht. Zij hoopte dat hij niet zou
kunnen starten, maar dat was een mis
rekening. Toch had hij een strop aan
dat koopje, want toen hij hier zijn reser
voir had gevuld, kon hij niet verder...."
John Murphy reed als een dolle door.
Twintig minuten later stapte hij gloeiend
van opwinding op het erf van Vredehof
van zijn motor. Hij liep op de deur toe
en klopte driftig aan. Hij hoorde trage
schreden in de steenen gang en daarop
ging de bovendeur open. Daar stond
Lenie en haar wangen waren vurig rood.
John Murphy keek haar aan, alsof zij
een wonder was. „Ik heb er alles van
gehoord," begon hij aarzelend. „Hoogst
waarschijnlijk heb ik u mijn leven te
danken. Ik had veel geld bij me en dom
genoeg was ik ongewapend uitgegaan.
Ik had zooveel zorg om m'n bescheiden
persoon nauwelijks durven verwach
ten
Hij deed zijn best om aan die laatste
woorden een vroolijken toon te geven,
doch dit gelukte hem niet. Hij sprak
ernstig en het klonk, alsof hij om op
heldering vroeg. Lenie keek hem een
beetje vreemd aan, sloeg daarop haai
oogen neer en deed een zwakke poging
om te glimlachen.
„Misschien," zei ze aarzelend, maar
even ernstig als hij, „misschien was de
natuur sterker dan de leer.
„Dat klinkt als een openbaring,"
hernam John Murphy met een lach en
zonder tegenstribbelen liet zij toe, dat
hij allebei haar handen nam.
100% zuiver woiien kamgaren
Met welke van hun vele
goede eigenschappen zul
len wij beginnen, om IJ
de gebreide Bley le -ja
ponnen te beschrijven
Denkt U slechts aan de
prachtige zuiver wollen
tricotstof; denkt IJ eens
aan de uiterst zorgvul
dige bewerking tot den
laatstcn steek toe. Aan
elke kleinigheid bemerkt
IJ, dat hieraan de onover
trefbare Bleyle-kwaliteit
ten grondslag ligt. En
evenals dit, brengt elk
der vele Bleyle-modellen
iets aparts.
Vraagt het adres van den
dichtstbijzijnden leveran
cier aan L. Zaalberg,
Victorialaan 1 a, Wassenaar
ook als hij zegt: „Koop gemalen Koffie,
maar dan alleen Kahrel's B.V. Koffie!"
Deze wordt onmiddelijk na het branden op
de juiste fijnheid gemalen en in blik verpakt
Zij is geuriger en voordeelig.
Prijzen 25, 30, 35 en 40 ct p. 1/2 ponds-blik
Zoowel boonen als gemalen in B.V. verpakking
Overal verkrijgbaar