EEN LEVENSDRAMA
DOOR ROY STONE-STONE
4
Mr. Arthur Cormick bereikte den gezegenden
leeftijd van tachtig jaren. Hij was 'n goedhartig
menscli, schatrijk, en bezat kind noch kraai in
de wereld. Op zestigjarigen leeftijd trok hij zich uit de
zaken terug en wijdde zich voor de rest van zijn leven
aan de beoefening van praetische liefdadigheid. Hij
stichtte geen fondsen of beurzen en liet evenmin
ziekenhuizen bouwen, die zijn naam droegen, doch
wel stichtte hij zich als „de onbekende weldoener"
een monument van dankbare herinnering in de har
ten van duizenden armen en nooddruftigen, met
wie liij onopvallend aanraking zocht.
De laatste tien jaren van zijn leven diende ik mr.
Cormick als particulier secretaris en aan die spon
tane liefdadigheid heb ik warme herinneringen be
houden. Doeh geen van die herinneringen is me zoo
levendig bijgebleven als die, welke ik hier ga ver
halen.
Mr. Cormick had de gewoonte dagelijks voor de
lunch een uurtje te gaan wandelen in het stadspark
en het behoorde tot mijn plichten hem op die wande
ling te vergezellen. Op zekeren lentemiddag stond
mr" Cormick aan den rand van den parkvijver de
zwanen te voeren, toen ons een jong paartje pas
seerde. Kaar hun uiterlijk te oordeelen waren het
kantoor- of winkelbedienden, die hun lunchuurtje
benutten voor een korte wandeling. Zij spraken luid
en op beschaafden toon en de gebaren van den jonge
man verrieden duidelijk zijn opwinding.
„Maar, lieveling, dan is het te laat," klonk het
heftig. „De dokter zegt binnen een maand.
„Kou jade dokterantwoordde het
meisje aarzelend. „Je moet niet aan liet ergste den
ken, boy.
Er lag een lijdende klank in haar stem en die klank
deed mr. Cormick plotseling omzien. Hij nam het
paar, dat ons niet eens scheen te zien, met een scher
pen blik op en gaf me een wenk.. Toen wierp hij zijn
laatste crackers voor de zwanen jen volgde hen. Met
een paar flinke passen waren wij dicht genoeg gena
derd, om hen te kunnen beluisteren.
'„Keen, ik denk er niet aan,"; zei het meisje be
slist. „Bovendien," vervolgde ze met een onverschil
lig schouderophalen, „liet is immers tóch onmogelijk?
AVe hoeven er niet eens over te twisten, Johnny. Zie
jij kans zevenhonderd dollar voor een operatie bij
eikander te krijgen? Of wil je den dokter soms vragen,
óf hij liet voor zeventig cent wil doen
Met een gebaar, dat grappig bedoeld scheen,
opende zij haar tasclije, maar het jongmenscli gaf
haar een iichten stoot met zijn elleboog. ..Doe niet
zoo dwaas, Ellen," zei hij ruw. „De zaak is te ernstig
om er den draak mee te steken. Lieveling, denk er
toch eens over na," vervolgde hij plotseling op weeken
toon, „het mag immers niet. Wat zou ik moeten
beoinnenNeen, we moeten er iets op zien te
vindenZevenhonderd dollarzevenhonderd
dollar.Voor een millionnair beteekent zoo'n bedrag
niets en voor ons in dit geval de waarde van '11 men-
schenleven.
Met een kuchje, dat klonk als een snik, brak hij zijn
woorden af. Mr. Cormick bleef plotseling staan en
stootte mij aan. Zijn gezicht stond ernstig. „Een van
die kleine, dagelijks voorkomende levensdrama's, die
ongeweten aan ons voorbij gaan, m 11 vriend, sprak
hij. „AVilt u eens even naar dat jongmensch infor-
meeren Ik ga intusscheu naar huis.
Het was een opdracht, waarmee ik meermalen was
belast en ik wist dus, wat me te doen stond. Hoewel
niemand kon weten van zijn praetische en spontane
philantropie, wilde mr. Cormick er toch rekening
mee houden, dat velen hem keuden als een schatrijk
man en niet tegen een kleine comedie zouden opzien,
als het erom ging hem geld afhandig te maken. Een
bescheiden informatie gaf altijd zekerheid daarom
trent en ik haastte mij dus het paartje 11a te gaan.
Dicht bij den uitgang van het park haalde ik hen in.
Ik volgde hen, zonder door hen te worden opgemerkt.
Zij staken den rijweg over, liepen door en bleven
staan voor een groot kantoorgebouw. Hier bleven zij
nog een paar minuten praten en namen eindelijk in
derhaast afscheid. Het jongmensch ging naar binnen
en het meisje liep door. Op hetzelfde oogenblik ver
liet ik mijn waarnemingspost en glipte eveneens naar
binnen. Een halve minuut later wist ik van den por
tier, dat liet jongmensch John Redcliffe heette en
assistent-kassier was van een groote handelsmaat
schappij.
Tien minuten later wist ik nog veel meer. Ik belde
den personeelchef op van de maatschappij en won
voorzichtig informaties in naar John Redcliffe. Ik
kreeg allergunstigste inlichtingen en tevens zijn adres
en nadat ik ook in zijn huiselijke omgeving naar hem
had geïnformeerd, keerde ik naar de villa van mr.
Cormick terug.
Toen ik mr. Cormick verslag had uitgebracht, keek
hij me ernstig aan. „Assistent-kassier, zegt u Hm....
hm. wie weet,aan hoeveel verleiding zoo'n jonge
man in deze omstandigheden bloot staat. Ja, meneer,
er is heel wat te koop in de wereld. Denk u dat eens
in twee jonge menscheu, die nog aan den ingang van
het leven staan. En één hunner heeft een kwaal
onder de leden, die doodelijk schijnt en waarvoor met
niet meer dan zevenhonderd dollar genezing is te
vinden. Zou het zoo'n wonder zijn, als dat jong
mensch zich vergreep aan
Mr. Cormick onderbrak zijn woorden met een
gebaar, alsof hij een spookbeeld op de vlucht joeg.
Toen vervolgde hij opgewekt„Zend hem onmiddel
lijk duizend dollar, m'n vriend. Het is goed besteed
aan de gezondheid en het geluk van twee jonge
mensehen. Afzender onbekend...."
Dit was een voorbeeld van mr. Cormick's spontane
philantropie. Dat dit kleine levensdrama, zooals hij
het had genoemd, een slotacte had, was te begrijpen
en natuurlijk hoopten wij, dat het een gelukkig slot-
zou zijn waarmee de geschiedenis tevens haar
dramatisch karakter verloren zou hebben. Maar
geen oogenblik vermoedden wij, welk een dwaze rol
mr. Cormick in dit levensdrama speelde
Ik ontdekte dit pas twee jaar later, toen ik op
zekeren dag in den trein stapte. Tegenover me zat
een keurig gekleed jongmensch, dat me erg bekend
voorkwam. \Ve zaten samen in den coupé en plotse
ling schoot liet me te binnen, wie hij was. Mijn
nieuwsgierigheid was grooter dan mijn bescheiden
heid en na een knikje sprak ik hem aan.
,,AArel, meneer Redcliffe, hoe gaat het met uw
vrouwinformeerde ik met een vertrouwelijk
glimlachje.
Het jongmensch tegenover me keek me aan, alsof
hij aan mijn verstand twijfelde. „Kent u me vroeg
hij verbluft. „Maar dan toch zeker niet zoo erg
goed," ging hij plotseling grinnikend door. „Ik heb
namelijk geen vrouw."
De situatie was pijnlijk het jongmensch was óf
nog niet getrouwd, óf het meisje was gestorven. De
blik, waarmee John Redcliffe me aanstaarde, dwong
me voort te gaan en ik dacht, dat ik me het beste
uit de situatie kon redden door hem opheldering te
geven zonder natuurlijk mr. Cormick te noemen.
„Ik weet toevallig, dat u twee jaar geleden duizend
dollar ontving voor een noodzakelijke operatie, die
uw meisje moest ondergaan," hernam ik onzeker.
Het jongmensch deed plotseling zijn mond open en
keek me aan met oogen vol verbijstering. Dat bracht
me nog meer van mijn stuk en zenuwachtig ging ik
voort„U liep op zekeren dag met haar in het park
en toen sprak u van '11 operatie, die zij moest onder
gaan en die zevenhonderd dollar kostte. Een
menschlievend man was toen zoo goed.
Hier zweeg ik mijn vis-a-vis begon eensklaps
te lachen. Doch even plotseling hield hij zich in.
„Heb ik daaraan die duizend dollar te danken
gehad V' vroeg hij verbluft, „AA'cl, meneer, dat was
mijn meisje niet. Dat meisje is altijd kerngezond
geweest en sinds een jaar heel gelukkig getrouwd.
Maar niet met mij. Ze is de vrouw geworden van den
hoofdrolspeler uit „Het motief van den dief" een
levensdrama voor het dilettanten-tooneel. Ku u me
eraan herinnert, weet ik het weer we hebben samen
een keertje in het park loopen repeteeren
Typisch huisje in Zuid-Frankrijk