OOSTENRIJKS ZELFSTANDIGHEID
OPGEHEVEN!
Een opzienbarende gebeurtenis
Regeerders
der laatste
vijftig jaar
Honds president dr.
Michael Ilainiseh
(1920—1928).
1918.
nsJozej, die heerschte over Oostenrijk ran 1848 tot 1916. Keizer Karei ran Oostenrijk, die regeerde ran 1910
Schetskaartje t
gende
W^e politieke verwikkelingen,
waarvan in den loop der
eeuwen de aloude Midden-Euro
pee sche staat Oostenrijk liet too-
neel is geweest, waren iinmer van
zeer grooten invloed op de geschie
denis der overige volken van
Europa. De overrompelende ge
beurtenissen der laatste dagen
evenwel hebben opnieuw en meer
dan ooit de aandacht der geheele
wereld gevestigd op het. sedert 1918
sterk ingekrompen gebied, dat Karei de Groote eens
op Marcomannen en Quaden veroverde, op het
„Austria felix" (het gelukkige Oostenrijk) uit de be-
kende dichtregels, toegeschreven aan Mathias Cor-
vinus.
Dit Oostenrijk met zijn roemrucht verleden, welks
illustere dynastieën afstammelingen telden in bijna
alle koningshuizen van Europa, is er thans wel meer
dan ooit van verwijderd, de spreuk van een zijner
eerste keizers, van Frederik III „Austriae est im-
perareorbi universo" (Het is Oostenrijk weggelegd
te regeeren over de geheele wereld) in vervulling te
zien gaan. Met den laatsten derOostenrijksche keizers
met Frans Jozef (1848—1916), wiens tragischen
levensloop onze lezers in de weldra ten einde loopende
serie historische artikelen hebben kunnen volgen, en
zijn opvolger. Karei (1916 1918). is de lange rij der
Oostenrijksche monarchen besloten.
Ka den dood van den grijzen Franz Jozef in het
derde jaar van den Wereldoorlog kreeg men een
bonte opeenvolging van figuren, van grooter en
minder groote beteekenis, van staatslieden en regeer-
ders, die elk voor zich met
den moed hunner overtui
ging en met den inzet van
hun persoon voor de begin
selen, welke zij voorston
den, hebben getracht, om
aan hun vaderland den
stabielen regeeringsvorm en
de welvaart te geven, waar
op het Oostenrijksche volk
als ieder ander recht heeft
Bij de nieuwe wisseling
van gezag, welke voor enkele
dagen 'n nieuwe aera open
de in de geschiedenis van
den Oostenrijkschcn staat,
hebben wij gemeend goed
te doen, onzen lezers een
overzicht te geven van de
voornaamste personen, die
..j dit streven naar nationaal herstel en voor
spoed een belangrijke rol vervulden. Daarbij vatten
wij in enkele regelen den loop der gebeurtenissen
samen, welke aan de laatste lotswisseling van liet
Oostenrijksche volk zijn voorafgegaan.
De eerste jaren na 1900 werden gekenmerkt door
vriendschappelijke betrekkingen met de omliggende
staten. Ook met Roemenië en Servië ontstond een
vriendschappelijke verhouding, totdat in 1903 in het,
laatste land de Russisch-gezinde dynastie Karageor-
gewitsj aan de regeering kwam. De inlijving in 1908
van Bosnië-II erzegowina bij Oostenrijk door graaf
van Aerenthal en in 1909 van het van Turkije ver
kregen district Novi Pazar dreigde op een oorlog met
Servië uit te loopeu. Inmenging van Duitschland
echter voorkwam een gewapend conflict. Het was
evenwel slechts uitstel van executie. Want de Balkan
oorlogen gaven nieuwe wrijving, toen Oostenrijk, door
de oprichting van Albanië, Servië van de zee wist af te
sluiten. De wereld herinnert zich maar al te goed de-
gevolgen. De moord op den troonopvolger Frans
Ferdinand leidde tot het ultimatum, door graaf
Berchtold aan Servië ge
steld, en de weigering ervan
werd de aanleiding tot den
wereldoorlog.
Toen keizer Frans Jozef
in 1916 stierf, werd de
eenige band verbroken,
welke de verschillende in
Oostenrijk-Hongarije wo
nende nationaliteiten nog
bij elkaar had gehouden.
Zijn opvolger Karei (1916
1918) riep in 1917 wederom
den Rijksraad bijeen, en
toen dit nog niet voldoende
bleek voor de bevestiging
der eenheid, vaardigde hij
in October 1918 het mani
fest, uit, dat hij Oostenrijk
federatief zou regeeren.
Maar in liet laatst dezer
maand verklaarden de
Tsjechen zich onafhankelijk
(28 Oct. 1918), een dag
later scheidde het gebied van Zuid-Slavië zich af, en
vereenigde Galioië zich niet- Polen. 11 November deed
Karei afstand. Daags daarna werd door de Nationale
Vergadering de Oostenrijksche republiek opgericht,
die door het verdrag van St. Germain (1920) slechts
een zeer beperkten omvang had (men zie ons schets
kaartje) en onder sterk socialistischen invloed stond
(Otto Bauer). De bondspresidenten waren achtereen-
•an Oostenrijk en omrin-
landen na 1918.
bij
ingewijd als een herinnerings-gedenkteeken aan den >trij<
rijf