„Mij blijft iiiet» bespaard...." \14\ DE TRAGISCHE LEVENSGANG ELISABETH VAN OOSTENRIJK door BERTITA HARDING *4 Neusehtcanetein, aan den rand der Beiersehe Alpen, een der kasteelen, die door Lodetcijk IJ ran Beieren werden ontworpen. Elisabeth toornde inwendig. Uiterlijk bleet zij de zaak luchthartig opnemen en weigerde aan het engagement van haar dochter Valérie en Frans Salvator te gelooven, tot het eindelijk bekend werd. Toen was het uit met haar dapperheid. Zij maakte geen geestige opmerkingen meer, maar gaf zich geheel aan haar verdriet over. Zooals steeds als zij gekrenkt was, hulde de keizerin zich in zwijg zaamheid. Voor Frans Jozef, die geen tijd en ook weinig talent had om vrouwelijke gemoedsproblemen op te lossen, waren deze buien van eenzelvigheid zeer onaangenaam. De keizerin gaf op zijn best eenlettergrepige antwoorden. Als zij zich soms gewaardigde nog iets meer te zeggen, waren haar woorden bijna niet te verstaan. Valérie, die haar moeder beter verstond dan wie ook. moest dan dikwijls haai' halfluide opmerkingen nazeggen. Frans Jozef wilde zijn vrouw niet berispen om haar lastig humeur, maar hij maakte wel eens een grapje ..Is het niet goed, dat wij Valérie als tolk kunnen gebruiken f Zij is toch een pracht van een spreek buis Maar toen daelit hij er aan, dat hij zijn toestem ming voor de verloving had gegeven. Het zou niet lang meer duren, of de behulpzame „spreekbuis" ging heen. Wat moest er dan van Sisi en hem worden Overigens was het niet enkel de vrees voor het verlies van Valérie, die Elisabeth op het «ogenblik zoo prikkelbaar maakte. Uit Beieren kwamen nieuwe en steeds pijnlijker berichten over Lodewijk. Hij scheen weer door een vlaag van bouwlust bezeten. Alsof Lodewijk nog niet genoeg kasteelen had, was hij weer een nieuw aan het ontwerpen en ditmaal moest liet een waar Walhalla worden. Waarop wachtte Beieren nog J De koning moest afstand doen Het begon met de weigering van fondsen voor zijn nieuwste bouwwerk. De minister van financiën deelde zijne majesteit mede, dat er geen openbare leeningen konden worden uitgeschreven 0111 aan zijn koninklijke grillen tegemoet te komen. Xadat de staat gewei gerd had geld te verschaf fen, kwam er te München een medische commissie bijeen om tot verdere stap pen te besluiten. Professor tludden, directeur vaneen psychiatrische kliniek, zat de vergadering voor, ter wijl prins Luitpold van Wittelsbaeh, "11 oom van Lodewijk, de volle verant woordelijkheid op zich nam. De tekst van Lodewijk's troonafstand was intus- schen opgesteldzoodra zijne majesteit eenmaal was opgesloten, zou het document hern ter onder- teekening worden voorge legd. Op elf Juni 188Ü vernam de wereld het nieuws, dat in Beieren het roer der regeering in andere handen was gekomen. Te München regeerde een raad van regenten, terwijl de koning gevangen werd gehouden op zijn klein kasteel Berg bij Feldafing aan het Starnbergermeer. Daar de koninklijke patiënt aan paranoia leed en feitelijk ongeneeslijk was, zouden er maatregelen worden genomen voor zijn verzorging in de toekomst. Het gemakkelijk ingerichte kasteeltje was veranderd in een klein asvl met getraliede vensters, gesloten deuren, waarvan de klinken waren verwijderd, naakte vloeren, een bed zonder lakens en een tafel zonder messen, terwijl het overige tafel gerei van zacht materiaal was gemaakt, waarmee men zich geen wonden kon toebrengen. Hier ver bleef de koning thans achter wanden, waarin kleine gaatjes waren geboord, zoodat hij door zijn wachters bespied kon worden. Ofschoon het geen al te groote verrassing was, veroorzaakte het nieuws toch consternatie in den Hofburg. Elisabeth en Valérie reisden dadelijk naar Possenhofen om hier nadere bijzonderheden te ver nemen. Zij kwamen den twaalfden Juni te München aan, en moesten vernemen, dat niemand bij den koning mocht worden toegelaten. ,,lk ook niet vroeg Elisabeth ongeloovig. Xeen. niet eens de keizerin van Oostenrijk. Dokter Gudden had strenge orders gegeven en elk bezoek ver boden. liet Beiersehe land baad de in zomerlicht en kleu ren, maar te Possenhofen heerschte een sombere stemining.Treurigliet Elisa beth haar blik over de tuinen dwalen en langs het meer tot aan het rozen- eiland, waar zij en Bode wijk in hun jeugd gespeeld hadden. Dicht bij den oever had een holle boom ge staan en deze had als een geheime en romantische Kon ing Lodewijk IJ run Beieren op zijn praalbed. postbus moeten dienen Sisi placht daar haar poëtische ontboezemingen, onderteekend: „De Duif", neer te leggen, terwijl zij er Lodewijk's ant woorden uit afhaalde, die zijn naam..De Arend" droegen Voorbij waren de onschuldige kinderjaren. Van Feldafing kon men slot Berg zien liggen, waar een andere Lodewijk, niet langer jong en knap, maar dik en sukkelachtig, zijn dagen sleet. Op '11 avond hadden (Judden, de hoofddokter, en Grashey, zijn assistent, verschil van meening over de wijze, waarop de koninklijke patiënt behandeld moest worden. Ondden had als directeur een zekere autoriteit te bewaren en hij wildé zijn jongeren collega imponeeren. „Het is maar een kwestie van persoonlijkheid," zoo zei hij tegen Grashey. „U zult bemerken, waarde collega, dat zijne majesteit in mijn tegenwoordig heid steeds vriendelijk is." Lodewijk verstond die woorden en onthield ze. Met schitterende oogen bekeek hij Gudden en wist nu. dat hij de man was, die den sleutel had. Dit roodwangige monster met den pince-nez en het gespikkelde baardje had slot Berg in een gevangenis veranderd. De andereu waren slechts ondergeschik ten en van geen belang. Maar Gudden zou hij in het oog houden. Xadenkend kauwde hij zijn avondeten. Voor hem lagen weer lange uren van verveling en dan zou de nacht beginnen, die eindelooze nacht in dezelfde kamer, waar hij reeds den geheelen dag op en neer had geloopen zonder uioe te worden. Om tien uur kwam men zijn schoenen halen. Gudden zelf ging naar het bed van den koning en blies de kaars uit. De vloer was ruw en splinterig op de plekken waar de spijkers van het karpet eruit waren getrokken. De voeten van Lodewijk begonnen te bloeden en kregen blaren van het onophoudelijk heen en weer loopen over de kale planken. Was het middernacht Hoe lang zou het nog duren, voordat het licht begon te worden Als een dier in zijn kooi liep de monarch barrevoets op en neer. Toen het, eindelijk morgen werd, kwam er een dag, die geheel op gisteren leek, behalve dat Mader, de bewaker, niet meer verscheen. Hij had zijn ontslag gevraagd. Er waren, oogenblikken, zoo bekende de ontstelde wachter, dat liet verwenscht. moeilijk was het onderscheid tusscheu waanzin en rede te herken nen. Mader had er zichzelf op betrapt, dat hij zich op een dergelijk moment ging afvragen, of hij nu eigenlijk de wachter of de gek was. Toen dokter Gudden dezen onzin hoorde, liet hij den man dadelijk gaan. Hij zou nu zelf eens een voorbeeld geven en den helpers toonen, hoe de patiënt behandeld moest worden. Kort voor achten betrad de waardige psychiater Lodewijk's kamer en keek toe bij 't koninklijk toilet.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 28