RADIONttée*£ injMjii/eilaagd! geeft U voor minder geld NIEUWE PRIJS Oude prijs f* mïvtfl a 29 Daarna dronk hij samen met zijn pa tiënt een kop koffie en vervolgens begonnen zij te kaarten. Het was een allergezelligst spel en (fudden straalde. Hij hoopte, dat Grashey en de andere domkoppen, die achter de kijkgaatjes stonden, goed zouden opletten. Maar ja, liet was natuurlijk een gave om zooals hij, Gudden, met zijn patiënten om te kunnen gaanniet iedereen was ge boren voor zijn beroep. I)e dag verliep en 1 ..odewijk bleef kalm en vriendelijk, zoo vriendelijk zelfs, dat liet zijn arts eigenlijk had moeten te leurstellen. Maar Gudden voelde zich. veel te trotsch om teleurgesteld te zijn. Hij stond verbaasd over het talent, waarmee hij zijn eigen beweringen staafde. Maar zijn triomf maakte hem al te zelfbewust. Hij wilde thans zichzelf overtreffen „Zijne majesteit en ik gaan wan delen," zoo kondigde hij in den loop van den namiddag aan. De domkoppen stonden versteld. Grashey waagde eraan te herinneren, dat prins Otto slot. Fiir- stenried nooit verliet tenzij in een dwangbuis en onder strenge bewaking. Dit wakkerde Gudden's overmoed slechts aan. De koning zou in de schemering gaan wandelen of nog beter, direct na het souper in de koelte van den zomer nacht. Bewaking was niet noodzake lijk. Een dwangbuis evenmin. „Het is enkel maar een kwestie van persoonlijkheid." zei Gudden. Dien avond gingen zij uit wandelen, de psychiater en de vriendelijke koning. Zij liepen tusschen de bloemen van het park en dan over voetpaden door een klein bosch en ten slotte langs de oevers van het Starnbergermeer. Een dunne motregen viel neer en werd langzamer hand sterker, maar de goede dokter lette daar niet op. Hij had er zijn zin nen op gezet deze heldendaad te vol brengen tot. grootere glorie van zijn naam. Gudden zou beroemd worden. „Es feuehtet uur," zei hij tegen den lakei, die hem een paraplu kwam bren gen. (Het is enkel maar wat vochtig.) De lakei keerde weer terug. Om niet nat te worden ontvouwde hij de paraplu en hield ze boven zijn eigen hoofd. De koning en zijn metgezel wandelden verder. Van over het water kon men de lichten van Feldafing en Possenhofen zien. Die schaduw ginds in het meer was Lodewijk's rozeneiland, vanwaar Lohengrin in een zwaanvormige bark over de golven was gedreven. De witte ridder Lohengrin, de zwaan, de arend, de duif een heele wereld van zinne beelden lag in dit meer verzonken. Van den verren oever scheen hem het lied van sirenen te lokken, zoodat heimwee zijn hart beving en hij een onbedwingbaar verlangen voelde om over de golven te wandelen. Maar naast hem liep met flauwe praatjes die ellendeling, die slot Berg in een gevangenis veranderd had. Deze ontwijding kon Lodewijk hem nooit vergeven. Hij haatte dien academischen windbuil, wiens bevel een koning er toe dwong blootsvoets door zijn kamer te wandelen. Gudden's toegeeflijkheid van vandaag kon hem niet misleiden, hij wist heel goed, dat liet maar een spel van kat en muis was. Binnenshuis had Gudden niets te vreezen. Omringd door wachters en zorgvuldig opgesloten binnen de muren van zijn „verbouwd" kasteel, kon de reusachtige Wittelsbach niet. gevaarlijk worden. Maar het experiment van dezen avond zou aantoonen, dat er een machtiger dwang bestond dan die van steenen muren en ijzeren tralies, name lijk de onzichtbare dwang van de wils kracht, Gudden's wilskracht. Neen, de energieke dokter had niets te vreezen. Of vergiste hij zich daar in Hier in de eenzame duisternis, terwijl boven hem in het. loof de uilen zuchtten en de wind treurig door de hoo rnen kreunde, scheen Lodewijk zijn kracht, te voelen. Zijn lange witte vingers bewogen zich nerveus, alsof hij een keel zocht om met langzame gruwe lijke streelingen te liefkoozen. Wat er op den laten avond van der tien Juni 1886(het was Pinksterzondag) precies gebeurd is, zal nooit iemand weten. Toen tegen middernacht nog geen van de beide wandelaars was terugge komen, begon men in het kasteel ern stig ongerust te worden. Men besloot hen te gaan zoeken en aangevoerd door dokter Grashey trok men uit. Vreesach tige lakeien verlichtten met hun lan taarns de varens en het kreupelhout zij zochten achter de bosclijes en por den met hun stokken in het onderhout. Toen kwamen zij aan den oever van het meer, waar kabbelende golfjes zacht jes over de kiezelsteenen van het strand sloegen. Een der bedienden gaf een scherpen schreeuw „Kijk eens daar, daar Met oogen, glazig van schrik, keek men in de aangewezen richting. En daar, op een ondiepe plaats in het meer, wiegden zwijgend twee gestalten heen en weer met de deining van het water. De een kon gemakkelijk herkend worden als de koning. Hij verborg gedeeltelijk den ander, waarvan de voeten grotesk boven, liet water uitstaken. Heen en weer wieg den die voeten, heen en weer. Gudden's hoofd was onder water, vastgehouden door lange witte handen, die zich vast om z'n keel klemden. Met staken en touwen werden de lij ken naar den oever gebracht.. Alle po gingen om door kunstmatige ademhaling de levensgeesten weer op te wekken waren vergeefsch. Zoo moest Grashey het treurige nieuws wel bekend maken. Des morgens hoorden Münclien en di rest. van de wereld, dat er gedurende een boottocht op het Starnbergermeer een treurig ongeval was geschied. Daar de lijkschouwing uitwees, dat Lodewijk's longen met water waren gevuld, terwijl Gudden reeds geworgd moest zijn ge weest, eer zijn lichaam in 't meer ver zonk, dischten de kranten een passend verhaal op van heldhaftigheid en zelf opoffering. Een verwonderd publiek las in de officieele berichten, dat het koninklijke schip door een windstoot was omgeslagen. De dappere dokter had zijn koninklijken patiënt trachten te redden, maar de drenkeling had hem zooals dat wel meer gebeurt in zijn doodsangst zoo vast omkneld, dat beiden waren ondergegaan. Dat was toch heel eenvoudig. Jn ieder geval eenvoudiger dan een bericht van moord en zelfmoord. Op zeventien Juni had de begrafenis plaats. DERTIG STE HOOFDSTEK Oegrafenissen en bruiloften gaan niet samen," zei Elisabeth tot haar doch ter Valerie na de tragedie van Starnberg, „en je bent ook pas achttien. Je kunt ge nist nog wat wachten." De keizerin nam het zeer nauw met haar rouwpliehten. Gedurende twaalf maanden hielden zwarte sluiers en re quiems de herinnering aan Lodewijk van Beieren levendig. Zelfs daarna scheen hare majesteit maar weinig geneigd zich wat opgewekter te toonen. Haar afkeer van het leven was een gewoonte ge worden. Aan het hof ging alles op een begrafenistoon verder. „Ze zijn ons heelemaal vergeten," schreef Valérie aan haar ongeduldigen m 15 Want U heeft het goed nog nooit zo helder wit gekregen als met RadionEn met Radion behoeft U het goed niet meer te boenen en geen extra bleekmiddelen te gebruiken. Alleen maar koken met Radion maakt Uw goed reeds hagelwit, want zelfwerkende, zuurstofhoudende Radion-sop verwijdert alle vuil. En doordat Radion het goed zoveel schoner maakt, wordt Jet zo prachtig wit. Radion is thans voordeliger dan ooit te voren door de enorm verlaagde prijs en de bon voor fraaie geschenken. RADION ONVERANDERDE, VOLMAAKTE KWALITEIT EN... ONVERANDERD GEWICHT RAD 43-0293

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 29