DE RAKKERT) kleurplaat ij onze meurp HENRIËTTE RONNER Bij Naar een schilderij van (1821-1909) De schilderes van het levendige tafereeltje, dat de lezer op de.blad zijde hiernaast in kleurendruk aan treft, is Henriètte Bonner-Knip, wier beeltenis we op deze pagina reproduceeren. Zij was een leer linge van haar vader, den vroeg blind geworden schilder J. E.Knip, en was zonder eenigen tmjfel de meest algemeen bekende en meest vermaarde schilderes van haar tijd. Haar carrière en levensloop zijn merkwaardig en karakteristiek. Enkele bijzonderheden uit het lange leven van deze dierenschilderes mogen we daaromlaten volgen. Mevrouw Heuriëtte Routier is uiet de eeuige van haar geslacht, die zich wijdde aan de kunst. Ha5r vader eu haar grootvader, een oom en een tante van vaders zijde waren allen schilders van verdienste. Ook haar vader was een schilder van dierenstukken. Hij zelf leidde de eerste schreden van zijn dochter op het moeilijke pad der kunst. Reeds op haar elfden verjaardag kreeg zij een schildersezel met toebehooren ten geschenke. En de oude heer Knip vatte de schildersopvoeding zijner doch ter met grooten ernst op. Van het eerste krieken van den morgen tot de vallende duisternis moest ze, met de natuur als uitsluitend model, werkzaam zijn op vaders atelier. De eenige verpoozing, welke haar werd toegestaan, was de etenstijd en een dagelijksch verblijf van twee uren in een stikdonkere kamer, waardoor de vader hoopte het gezichts vermogen zijner dochter te versterken en haar te vrijwaren tegen het onheil dat hem genoodzaakt had, in de volle rijpheid van zijn talent -hij was blind geworden op zijn vijftigste jaar het penseel neer te leggen. Het gezin Knip verhuisde naar de Meierij en in de nabijheid van 's-Her- togenbosch nam de familie haar intrek. Up het platteland daar was aan model len geen gebrekhuisdieren en vee, hutten en hoeven, velden en weiden, bosschen en heuvels werden er door de autodidacte onvermoeid op liet doek geworpen. Landschap wisselde af met dierenstudie. En ze had met haar vlij tige studie succes. Reeds op vijftien jarigen leeftijd verkocht ze haar eerste doekje, dat ze naar een tentoonstelling te Dus- seldorp had gezonden. Xog alvorens de blinde vader door den dood (in 1847) werd weg gerukt, mocht hij ge tuige zijn van de toe nemende waardeering van het veelzijdige en schitterende talent zij ner Henriëtte. Drie jaar later, in 1850 dus, trad deze in het huwelijk met den heer Teico Ronner. Ter wille van haar gezondheid werd eeii reis naar Zwitserland noodzakelijk geacht. In Brussel zou men een korte poos vertoeven, 0111 er het stadsschoon en de schilderijenver zamelingen te bewon deren. Doch het beviel de schilderes in deze omgeving zoo goed. De schilderes Henriëtte Bonnernaar een portret uit het album, dat in 1891 in drie talen verscheen. Haar grootste bekendheid dankt Henriètte Bonner aan de wijze, waarop zij het leven der huisdieren wist uit te beelden. Het hieronder gereproduceerde schilderij dateert uit de laatste scheppingsperiode van de kunstenares, toen zij zich hoofdzakelijk toelegde op het schilderen van katten. O-tvti.- r dat de korte poos werd gerekt tot 'n ver blijf van niet minder dan zevenenveertig jaar. Door benadeeling van een bloed verwant en ziekte van haar echtge noot werden de eerste jaren van haar verblijf te Brussel echter kommervol en moeilijk. De schilderes beleefde er menigen slapeloozen nacht. Dikwijls gebeurde het, dat zij 's ochtends niet w ist of ze haar gezin dien dag wel voed sel zou kunnen verschaffen. Doch met onuitputtelijken moed zette zij zich dan aan den arbeid, reeds om vijf uur in den morgen en meer dan eens had zij reeds een doekje of paneeltje klaar, als haar klein gezin ontwaakte. Maar steeds luider begon de faam haar roem te verkondigen en de Neder- landsche dierenschilderes verwierf jaar op jaar de hoogste onderscheidingen op de tentoonstellingen, waaraan zij deel nam. Haar doeken vonden steeds meer en meer gretige koopers en van toen af aan kon de werkzame vrouw zich geheel wijden aan hetgeen haar hart vervulde, haar gezin en haar kunst. Het werk van Henriëtte Ronner omvat drie verschillende tijdvakken. In het eerste beoefende de schilderes zoowat alle genres tegelijkin haar eersten Brusselschen tijd waren het vooral honden, die zij bij voorkeur schilderde, terwijl de laatste dertig jaren van haar lange schildersloopbaan het genre, dat zij met wereld-succes be oefende, dat der katten was. En waar lijk bewonderenswaardig is hetgeen zij in deze zoo bijzondere kunst wist te hereiken. Haar dieren zijn steeds van een groote levendigheid en expressie elk der katjes heeft zijn eigen physiono- mie, zijn bepaald karakter. Geen enkele kattenschilder, zelfs niet de zoo dikwijls met mevrouw Ronner in één adem ge noemde Fransche schilder Lambert, heeft zoo typisch als zij 't doet, de be zorgdheid der kat voor hare jongen, haar waakzamen blik bij hun spel en haar koesterende liefde kunnen weer geven. In Februari 1877 werd mevrouw Ronner door den Belgischen koning begiftigd met het slechts aan zeer weini ge vrouwen verleende ridderkruis der Leopoldsorde. De voornaamste musea in ons vader land bezitten werken van de schilderes, en haar honden- en kattenschilderijen zijn te vinden in de verzamelingen der vorstenhuizen van heel West-Europa. In den loop van 1891 verscheen een Henriëtte Ronner-al- bum in drie verschil lende talen, en korten tijd later zageennieuwe verzameling reproduc ties van werken der vruchtbare schilderes het licht. Want, ge diend door een on uitputtelijke verbeel dingskracht en een voortreff elijken smaak wist zij steeds geheel nieuwe onderwerpen te kiezen, steeds nieuwe groepeeringen te be denken, steeds andere en altijd fraai geschil derde stoffeeringen te kiezen, die, in fraaie harmonie met het hoofdmotief, niet min der keurig en treffend behandeld waren dan de mollige en gracieuze ondeugdjes, welke de eerste rollen op haar schilderijen vervuilen. a*

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 32