veelstemmigheid zoo elk afzonderlijk als gezamenlijk een belangrijke rol hadden te vervullen, waren aan de orde van den dag en zóó kon een onvergelijkelijk ensemble worden opgebouwd, dat de vergelijking met het allerbeste ter wereld kon doorstaan. Ik heb het voorrecht gehad naar vele bekende en groote orkestensembles te mogen luisteren, maar er is geen, dat zóózeer mijn voortdurende sympathie en bewondering heeft behouden als het Concertgebouw-orkest, van zijn eerste concertmeesters tot aan den laatsten „slagwerker". Onlangs woonde ik de eerste uitvoering te Amsterdam bij van een nieuw stuk van Bela Bartok. den bekenden voornamen Hongaarschen componist-, een compositie, die ik toevalligerwijze in het afgeloopen najaar driemaal te New York had gehoord. Een vergelijking der uitvoering met die in de Vereenigde Staten kon moeilijk uitblijven, en die viel, gelukkig voor ons land, geens zins ten voordeele uit van de overzeesche, Nu moge deze beoordeeling als zuiver subjectief worden opgevat, maar ik achtte haar toch van pas om ze even te plaatsen. Onze orkestleden doen niet alleen mede in het wereldtournooi, zij komen steeds zegevierend naar voren. Het moge daarom als goede gedachte van Panorama's redactie worden aangemerkt om de orkestleden, zoo individueel als in groepen, door de foto grafische techniek te vereeuwigen. Aan die orkestleden is ook de toekomst, mits zij door vaste en oordeelkundige hand geleid blijven. Bij de samenstelling van het orkest is ook 9 voortdurend gestreefd 0111 het nationale r „e element de overhand te doen blijven l>e- gflfr houden. Het is geen imperatieve eisch, B gelukkig ook, want het betere is steeds de Br* meerdere van het goede en naa-r Goethe's i woord blijft „in der Kunst das Allerbeste Tpfc Gelukkig hebben N^ederlandsche vreemde, een zeer jf voortreffelijke re- g %iBÉfrSSk /jrf putatie. Zij dingen J V //lin\ Ét fW allerwegen naar de P MBifA mv^HS c3K j J hoogste posities en R. L wSy i^L.V - tt&L z<'lfs in dezen moei- S^SUÊÊ.01 lijken tijd, waarin nationalisme bij uitstek telkens naar voren schijnt te moeten worden gebracht, ziet men nog vele Nederlandsche krachten zich «V J overal handhaven. Dit duidt zeker op onbetwistbare voortreffelijkheid. Ook in het Concertgebouw is met minutieuzen ijver steeds naar het - v*> adaequate gestreefd en in de vijftig jaren van zijn bestaan hebben de bestuurders van de instelling Goethe's zooeven vermeld citaat voort- durend als devies voor oogen gehouden. Een geest van altruïsme '////»3jwaarde hij hen steeds rond. Mogen allen, die het wel meenen met ons nationale Concertgebouw, BAff?I doordrongen blijven van dien geest, tot heil en zegen van de onvergan- kelijke toonkunst HL- 8. BOTTENHEI.M.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 23