GOUD
r
De historische
stormloop naar
Klondyke in 1897
f
,4T
'V
De uittocht naar het
Beloofde Land. In twee
jaar vijf en v if f tig mil-
lioen gulden verteerd.
Geen goud9 geen eten!"
4-
Meteen toen de stroom van fortuinzoekers naar
het barre Alaska begon, liet de Canadeesche
regeering in haast alle nieuwsbladen der
wereld ernstige waarschuwingen afdrukken, waarin
gewezen werd op het onverbiddelijke klimaat van
het hooge noorden en de haast onoverkomelijke
moeilijkheden, die te overwinnen waren om Klon
dyke te bereiken. Echter vergeefs.
Uit alle hoeken der aarde stroomden tienduizenden
in de baai van Dyea bijeen, vervuld van gouden
droomen, koortsig gehaast, om zoo snel mogelijk 't
stadje Dawson, gelegen aan de samenstrooming van
de Yukon en Klondyke, drieduizend kilometer
van de Beringzee, te bereiken.
Weinigen slechts beseften, wat vóór hen lag, alleen
de sterksten en de ruigsten zouden overwinnen, de
overigen gaven hun pogingen halverwege op, keerden
ontgoocheld op hun schreden terug of stierven in de
sneeuw, zoodat reeds spoedig een haag van armoedige
houten kruisjes op de gedolven graven den weg om
zoomde naar het land van goud en rijkdom.
Allereerst lag op hun weg de beruchte Chilkootpas,
dien zij moesten passeeren langs levensgevaarlijke
klippen, mijlen en mijlen achtereen, totdat zij de
Scales bereikten, een trap van duizend in het ijs uit
gehouwen, glibberige treden. Zwaar bepakt met
houweelen, pannen en 'n voedselvoorraad voor enkele
maanden, was deze tocht voor de meesten reeds te
zwaar en toch stond hun dan nog de barre, vreeselijke
vlakte te wachten naar het Lindemanmeer of het
Bennettmeer, door ijzige stormwinden, om dan op
'n vlot of primitief gebouwde boot de Yukon af te
zakken, vijfhonderd mijlen ver tot aan de monding
der Klondyke. Velen, die de gevaren van den Chil
kootpas hadden doorstaan, kwamen in de golven der
woeste Yukon, met haar talrijke stroomversnellingen,
om.
Tien procent kwam er door en het blijft een wonder,
dat deze menschen die moeilijkheden hebben kunnen
overwinnen.
En toch, Bob Henderson, de kleine, stille goud
zoeker, die de fabelachtige goudaders van Klondyke
heeft ontdekt, was allerminst een krachtmensch noch
bijzonder dapper. Hij was zelfs ziekelijk en in de
dagen, dat hij den schat ontdekte, had hij zijn been
zoodanig verwond, dat operatief moest, worden inge
grepen.
Toen de stroom van fortuinzoekers naar de goud-
Een foto uit 't jaar 1898. die de drukte en de wan
orde aan den voet van de Scales, de duizend in hel
ijs uitgehouwen, glibberige treden, sprekend in beeld
brengt. Somtijds legerden zich op deze plaats vier-
tot vijfduizend goudzoekers.
I)e moeizame klim over de Scales in den Chilkootpas
Vooral de zware bagage deed menigeen bezwijken.
Toen in 1897 't gerucht zich verbreidde, dat in 't
hooge Alaska, N.W -Canada, langs de Klondyke-
rivier 'n goudader was ontdekt van fabelachtigen
rijkdom, begon de meest roekelooze stormloop van
gelukzoekers naar dit nieuwe Beloofde Land, dien
de geschiedenis ooit gekend heeft. Klondyke werd
een naam, die fascineerde, steden rezen uit de
sneeuw en in drie jaar tijd vestigden zich dertig
duizend menschen langs de Bonanzakreek, het
centrum der goudaders. In 1900, het topjaar,
werd er voor vijfenvijftig millioen gulden aan
goud gedolven, in 1906 was dit nog „slechts"
veertien millioen en reeds voor 1910 waren de
rijkste aders uitgeput. De gelukzoekers stroomden
weg. Dawson, 'n stad van negentienduizend in
woners, werd 'n haast vervallen gehucht, waar
nauwelijks tweeduizend menschen bleven wonen.
Beruchte kroegen sloten hun deuren, de muziek
der dancings verstomde. Klondyke was „geschie
denis" geworden, waarover in nevenstaand ariikel
aan de hand van zeldzame, documentaire foto's
enkele bijzonderheden worden verteld.