FYNNON SALT
COLGATE
OVERTOLLIG
HAAR
De zoon van John Penn
RHEUMATIEKLUDER PRUST
'&&2/nAï£ £ci/?zd&ri
Veeg
weg met „Crème"
TANGEE
JEUGD
30
«foor Clifford. Hint
is een charme die iedere vrouw moet be
zitten Ook U moet deze bizondere char
me behoudenen beschermen door Uw
tanden regelmatig te borstelen - minstens
tweemaal per dag - met het krachtige,
aromatische schuim van Colgate's Tand
pasta. Het geeft de tanden een hagelblanken
glans, zonder het tandglazuur aan te tas
ten. Bovendien verwijdert het de gevaar
lijke voedselresten. die na eiken maaltijd in
tandscheurtjes en -spleetjes achterblijven.
Zóó voorkomt U tandbederf en bent
zeker van een zuiveren, aange
naam geurenden adem.
In tubes van $09 5® en $0 cent.
Iedere rheumatieklijder weet, dat
de verwoestende gevolgen van deze
kwaal schier eindeloos zijn. De Heer
Cli. te U. was b.v. gedurende vier
maanden niet in staat een voet te
verzetten, totdat hij Fynnon Salt-
begon te gebruiken. Ziehier het
geen hij ons schreef
Nu ik de laatste 3 maanden Fyn
non Salt heb gebruikt kan ik ver
klaren, dat dit een weldaad voor
mij is. Ik had van December tot
April alle mogelijke adviezen ge
volgd, doch kon deze vier maanden
absoluut niet Ioopen. Sinds ik ech
ter Fynnon Salt gebruik voel ik mij
weer volkomen gezond, doe mijn
werk als vroeger, terwijl de pijnen
zijn verdwenen.
Met Fynnon Salt vindt U baat
voor Uw rheumatische pijnen, om
dat het Uw lichaam langs natuur
lijken weg van het overtollige urine
zuur, dat de oorzaak kan zijn van
deze pijn, zuivert. Een ieder kan
zich Fynnon Salt aanschaffen. Een
groote flacon kost f 1.25. Eén halve
theelepel Fynnon Salt opgelost in
den eersten kop thee of koffie of in
een glas warm water heeft dezelfde
werking als drie glazen mineraal
water.
Imp. The Globe Trading Comp.
Ltd., Singel 44. Amsterdam. Tel.
31320.
Een avontuur uit mijn loopbaan bij
de Canadeesche politie V' vroeg ser
geant Macclint. „Wel, herinneringen
heb ik te kust en te keur. Misschien in
teresseert mijn avontuur met John
Penn u het meest voor mij was het
althans een hachelijke geschiedenis."
Wij zaten samen in het aardige bui
tenhuisje, dat sergeant Macclint vorig
jaar na zijn ontslag uit den dienst had
laten bouwen, om van zijn welverdiende
rust en pensioen te genieten. In den tuin
voor het huis was een flink gebouwd,
vijftienjarig jongmensch bezig den
grond om te spitten zijn zoon, had
Macclint hem aan mij voorgesteld. De
statige dame, die zijn huishouden deed,
had ons thee en cake gebracht en toen
zij de deur achter zich gesloten had, ver
nam ik Macclint's avontuur met John
Penn, dat ik hier met zijn eigen woorden
weergeef.
„John Penn was dertien jaar geleden
een beruchte schavuit in het noorden.
Hij voorzag in zijn onderhoud met de
vossenjacht, maar was evenmin af-
keerig van diefstal en roof. Herhaaldelijk
werden er klachten tegen hem inge
diend wegens diefstal van gevangen
vossen uit andermans klemmen, maar
het bewijs viel moeilijk te leveren, zoo
dat hij meestal vrijuit ging. Eenmaal
gelukte het me hem op heeterdaad te
betrappen en dat zeldzame onfortuin
boette hij met zes maanden gevangenis
straf. Om die reden had hij me den dood
gezworen een dreigement, waarom
ik me echter niet al te zeer bekommerde,
al verloor ik de voorzichtigheid nooit
uit het oog.
Zoo ruw en misdadig John Penn was,
zoo goedhartig en zachtaardig was zijn
vrouw. Hoe die twee tot elkander waren
gekomen was ons een raadsel. Zeker
is alleen, dat de liefde van haar kant
stekeblind moet zijn geweest. Overigens
geloof ik niet, dat hij bepaald slecht was
voor zijn vrouw. Maar dat hij zich be
dronk en voortdurend met één voet in
de gevangenis stond, moet haar toch
ook niet aangenaam zijn geweest. Mis
schien mag ik het een geluk noemen dat
zij jong stierf twee jaar na haar hu
welijk kreeg zij een zoon en vier weken
later begroef John Penn haar onder een
sneeuwhoop. Zij was altijd een zwak
vrouwtje geweest en met die geweldige
afstanden in het noorden laat genees
kundige hulp nu eenmaal veel, zoo niet
alles te wenschen over. Na haar dood
nam John Penn een oude Indiaansche
vrouw in zijn hut om het kind te ver
zorgen en het eerste jaar had de politie
weinig reden, om zich met hem te be
moeien.
Dat werd echter spoedig anders. De
oude klachten van roof, diefstal en mis
handeling kwamen weldra weer bij
tientallen binnen. Totdat webegrepen,
dat er een eind aan moest worden ge
maakt. Er kwam een eind aan, toen
John Penn Ealph Pemberton neer
schoot. Ralph Pemberton kwam op een
dag aangifte doen van diefstal van drie
vossen. Hij verdacht John Penn, die
tien mijlen van hem verwijderd woonde.
Onvoorzichtig genoeg had hij zich, voor
hjj aan den post kwam, tegenover een
paar andere jagers uitgelaten, dat hij
geen rust zou hebben voor John Penn
achter de tralies zat en voor dat drei
gement zou hij boeten. Op den terugweg
naar huis werden er uit een hinder
laag drie schoten op hem gelost. De hand
die het geweer hield was onzeker, zoo
dat de kogels gelukkig slechts onge
vaarlijke verwondingen teweeg brach
ten. Niettemin was en bleef het een
moordaanslag en vanzelfsprekend viel
de verdenking op John Penn. Ik werd er
op uit gezonden om hem te arresteeren
en vergezeld van twee manschappen
trok ik op zekeren dag met een slede
het noorden in. Wij hadden een reis
voor den boeg van twee dagen en hielden
er ons op voorbereid, dat het niet zonder
bloedvergieten zou afloopen.
In den middag van den tweeden dag
kregen we de hut van John Penn in
zicht. We legden de honden vast, wacht
ten de duisternis af en gingen van drie
kanten op de hut toe. Er brandde licht
en heel voorzichtig trachtte ik de deur
klink op te lichten. Het lukte en een
oogenblik later vielen wij met ons
tweeën als bommen de poover gemeubi
leerde hut binnen.
„Handen op riep ik met de revolver
in mijn vuist. Het was een bespottelijke
vertooning. In een soort bedstede lag
een klein kind en ervoor zat de oude
Indiaansche vrouw. Zij keek ons angstig
aan en beduidde ons met een gebaar
stil te zijn.
Natuurlijk dachten we terstond aan
een goedgespeelde comedie. Waarschijn
lijk zat John Penn achter de bedstede
en speelde hij, als laatste troef om aan
een arrestatie te ontsnappen, een sla
pend kind tegen ons uit. Maar we ver
gisten ons.
„John Penn f" vroeg de Indiaansche
fluisterend. „Weg weg al drie
dagen. Stil, Johnny is ziek, ernstig ziek."
We twijfelden natuurlijk en mijn
maat begon al vast de hut te doorzoeken
De ander stond buiten en hield de deur
en het venster in het oog. John Penn
was echter niet te vinden en we begre
pen, dat hij ons verwacht had en tijdelijk
een goed heenkomen had gezocht. We
stonden dan ook reeds op het punt de
hut te verlaten, toen plotseling dat
kereltje in de bedstede wakker werd.
Hij begon te hoesten en kreeg het zoo
benauwd, dat ik vreesde, dat hij zou
stikken. Ik ging op het bed toe en
bekeek hem eens beter. Zijn handjes,
waarvan het rechter een moedervlek
droeg zoo groot als een cent, lagen
gevouwen op de deken en waren klam
van het zweet. Zijn voorhoofd en hals
waren eveneens bedekt met zweetdrup
pels en zelfs de onnoozelste leek kon
zien, dat het kind gevaarlijk ziek was.
Ik ben natuurlijk ook een leek in den
strikten zin van het woord, maar een
politieman in het noorden doet door
zijn opleiding en practische ervaring
minstens zooveel kennis van ziekte
gevallen op als een gediplomeerd ver
pleger. En toen ik het kind even gade
geslagen had stond mijn leekendiagnose
als ik het zoo noemen mag spoe
dig vast. Johnny Penn had diphtheritis
en er was weinig kans, dat hij in die
bedompte en walglijk riekende hut het
leven halen zou.
„Hoe oud is dat kind f" vroeg ik de
Indiaansche vrouw.
„Twee jaar, sergeant," kreeg ik ten
antwoord.
„Ligt die jongen allang ziek t"
„Toen zijn vader wegging was hij al
een paar dagen niet goed. Maar het is
ineens erger geworden."
De vrouw was oprecht, daaraan twij
felde ik niet meer. Ik begreep dat het
kind spoedig geholpen moest worden,
indien het niet reeds te laat was In
de slede voerden we allerlei verband- en
geneesmiddelen mee, maar in een middel
tegen diphtheritis was niet voorzien.
Wilde ik het kind redden, dan moest
onmiddellijk de zendingsarts gewaar
schuwd worden, die een dagreis het
Haast U!
Maak ken- Het allerlaatste
nis met de schoonheidsnieuwtje
nieuwe toi-
letcrème, die in 3 minuten een
eind maakt aan overtollig haar. Nog
nimmer heeft U zoo iets eenvoudigs
gekend. Deze heerlijk geparfu-
meerde, witte crème wordt verkocht
onder den naam Nieuwe Witte
Vieto. Gebruik haar rechtstreeks uit
de tube wasch de plek daarna
af. Het haar valt eenvoudig uit. De
huid blijft zacht, glad en blank.
Geen leelijke, donkere plekken,
zooals een scheermes achterlaat,
want het haar wordt onder de opper
vlakte der huid verwijderd. De
scheermesmethode is ouderwetsch
behoort tot het verleden. De ont-
haringsmiddelen met een onaange-
namen reuk zijn eveneens verouderd
Nieuwe Witte Vieto is het nieuwste
van het nieuwste. Indien U over
Nieuwe Witte Vieto niet in elk
opzicht tevreden is, wordt Uw geld
terugbetaald. In tuben van 40 en
75 cent en 1.25 bij drogisten,
kappers en parfumeriezaken
Tangee schenkt Uw lippen de
frischheid der jeugd
Zij, die de mode dieteeren, zeggen: „Geen
.everfd uiterlijk het schaadt l w
harme'\ Het oranje van Tangee lippen-
stift verandert op Uw lippen in een
bekoorlijke frissche kleur, welke volkomen
met Uw teint harmonieert dus nooit
i en geverfd uiterlijk Gebruik ook Tangee
poeder en rouge voor een volmaakt geheel.
Indien U een levendiger kleur prefereert
voor 's avonds, vraagt dan Tangee
Theatrical.
Met Tangee
natuurlijke lippen
WoHds Most Famous Lipstick
E ND5 THAT PAIHTED LOOK
Alleen echt met den naam Tangee op de metalen huls
Hèl-rood
geverfde lippen
Waar niet verkrijgbaar vraagtImporteur
Fa. Jacq. Mot Ir., Sarphatistr. 115, A dam C.