CPö I I I I I f Simplex Rmwielu FAB EJE.KEN AKyÈRpA r-f I M PLE X Ef N F! kla^rJ ,.sr-/ Weet U niets! "te Likdoorns Zuster? 31 noorden in aan den zendingspost ge vestigd was. Na kort beraad besloot ik zelf te gaan. Ik gaf mijn mannen op dracht de hut te blijven bewaken en vertrok op mijn ski's, met de belofte den volgenden dag terug te zullen komen Na een tocht van negen uur door de duisternis, waarbij mijn zakkompas mijn eenige wegwijzer was, bereikte ik in het holst van den nacht den zendings post," ging sergeant Macclint voort. „Daar vernam ik dat dokter Jones zich in de noordelijke houthakkerskampen bevond en eerst over eenige weken terug zou keeren. Maar de ziekenbroeder wist gelukkig raad. Hij verstrekte me drup pels, een injectiespuitje en een kleine hoeveelheid serum en onderrichtte me nauwkeurig, hoe ik het kind moest helpen. Ik bleef een uur uitrusten en nam tegen vijf uur in den morgen den terugtocht aan. Zonder te rusten joeg ik urenlang voort. Tegen twaalf uur echter, toen ik nog een mijl of twaalf van de hut verwijderd was, voelde ik me zoo moe dat ik besloot een half uur te rusten. Ik strekte mij uit in de luwte achter het lorkenbosch en tegen mijn bedoeling in viel ik vast in slaap. Hoe lang ik sliep wist ik niet, doch plotseling schrok ik wakker. Ik dacht dat iemand me een schop had gegeven en kwam haastig overeind. Dat was althans mijn bedoe ling, maar tot mijn schrik bespeurde ik, dat mijn voeten geboeid waren met een kariboezweep. En tegelijk viel de man me in het oog, die dat grapje verzonnen had. Het was John Penn en hij had een geweer onder den arm, den vinger aan den trekker en de tromp op mijn borst gericht. Hij zag er haveloos uit, alsof hij in nachten niet uit zijn kleeren was geweest, zijn oogen waren met bloed doorloopen en zijn onzekere bewegingen verrieden dat hij dronken was. Ik be greep dat hij dagenlang rond zijn hut gezworven moest hebben om aan een arrestatie te ontkomen en dat de situa tie allergevaarlijkst voor me was. Tien passen van me af lag mijn koppel met mijn revolver, dien ik voor ik ging liggen had afgelegd, en ik was dus weerloos aan den schavuit overgeleverd. „Macclint, dit is je laatste uur," beet hij me het volgend oogenblik toe. „We hebben nog een oude rekening te ver effenen en ik zal je geen kans geven nog een nieuwe uit te schrijven. Ik weet waar je op uit bent, maar dezen keer heb ik het spelletje gewonnen." „Bedoel je dat je van plan bent me te vermoorden vroeg ik. Uiterlijk bleef ik rustig, maar ik durf gerust be kennen, dat het hart me in mijn keel klopte van angst. „Dat komt je op levenslang of op den strop te staan," voegde ik er waarschuwend aan toe. „Dat kan me geen bliksem schelen," zei bij met een vloek. „Ik moet er toch achter en op een gelegenheid als deze heb ik allang gewacht. Ik had je on middellijk dood kunnen schieten, maar ik wilde me niet het genoegen laten ontgaan je te laten weten, wie je naar het hiernamaals gezonden heeft. En nu je dat weet - ben je klaar met je Ik verkilde van schrik. Dat was geen blufferig dreigement, maar ernst. „Wacht even 1" schreeuwde ik wild. „Weet je wien dat schot treft 1 Je eigen zoon, John Penn Die waarschuwing bleef gelukkig niet zonder uitwerking. John Penn liet het geweer even zakken. „0 ja? vroeg hij hoonend. „Doe niet zoo gek, Macclint. Al spartel je tegen, je zit toch aan den haak „Ik bezweer het je," viel ik hem in de rede. „Kijk in mijn rugzak. Ik kom van den zendingspost met een geneesmiddel voor je zoon. We zijn gisteren aan je hut geweest en vonden je kind bijna ster vend. Als het nog niet te laat is en hij niet terstond een inspuiting krijgt, zal hij wellicht den nacht niet meer halen." Terwijl ik sprak zag ik het gezicht van mijn belager als bij tooverslag ver anderen. Er kwam een uitdrukking van angst in zijn oogen en een oogen blik stond hij als versteend. Toen liep hij plotseling op mijn rugzak toe. „Als je tijd wilt winnen door me te bedriegen zal ik een vuurtje aan je voeten sto ken, Macclintdreigde hij. Hij doorzocht mijn uitrustingen kreeg even later het doosje in handen met de geneesmiddelen. Hij bekeek het wan trouwend en spelde het opschrift van het kleinste fleschje „An-ti-diph-the-rie." Toen keerde hij zich plotseling in de richting van de hut. Ik zag hem sidderen en begreep, dat hij in tweestrijd ver keerde. Als er ook maar een vonkje lief de voor zijn kind in zijn hart gloorde was ik gered verhardde hij zich, dan was ik verloren. Ik geloof dat ik bad op dat oogenblik en het leek, of hij een eeuwig heid lang in beraad stond. Doch eens klaps keerde hij zich om en kwam op me toe. „Ik geef me over, Macclint," zei hij gedwee als een kind. De liefde voor zijn eigen vleesch en bloed had het gewon nen van zijn verhard gemoed. Dichter dan toen heb ik den dood nooit nabij gevoeld," ging Macclint voort. „Toen ik verlost was van mijn boeien en mijn wapens weer had, voelde ik me als herboren de wereld zag er eensklaps heel anders uit. Ik beloofde John Penn dat ik geen melding zou maken van dit gevalletje en trachtte hem wat op te beuren met de verzeke ring, dat die geschiedenis met Ralph Pemberton met een jaartje achter den rug zou zijn. Hij zei er niets op en joeg voort als een duivel, totdat we eindelijk de hut bereikten. Het kind leefde nog en zoo goed en kwaad als het ging paste ik de behandeling toe, die de broeder voorgeschreven had. Zij had succes, twee dagen later was de jongen door het ergste heen. Wij vertrokken met John Penn in ons midden. In die twee dagen had hij geen woord gesproken, doch voortdurend aan het bed gezeten. Voor hij de hut verliet streelde hij het kind even over het voorhoofd en oogenschijn- lijk even onverschillig en ruw als voor heen volgde hij ons. Een maand later ging John Penn voor twee jaar achter de trahes, Hij zou de gevangenis niet levend meer verlaten. Een half jaar later brak er oproer uit onder de gevangenen. John Penn was een van de belhamels en in een gevecht met de bewakers werd hij doodgescho ten. Dat was het einde van zijn mis dadige loopbaan Sergeant Macclint had het verhaal van zijn hachelijk avontuur beëindigd. „En is die jongen in leven gebleven wilde ik weten. „Een oogenblik we zullen eerst een sigaar opsteken," glimlachte Macclint. „Dat is weer een geschiedenis apart Hij klopte tegen het venster en wenkte zijn zoon. „Geef ons een sigaar, beste jongen een uit het dure kistje." Het jongmensch presenteerde ons een sigaar en toen merkte ik iets vreemds op. De rug van zijn rechterhand ver toonde een donkerbruine moedervlek, ongeveer zoo groot als een cent „Ik heb hem geadopteerd," zei Mac clint, toen het jongmensch weer ver dwenen was. „Hij is eerlijk als goud en zacht van karakter als zijn moeder. Het was wel het minste wat ik kon doen, nadat hij mij en ik hem het leven had gered. Hij weet niets van zijn vader en ik zal mijn best doen een flinken kerel van hem te maken." VAN Ni AARJ ofO I Remedy A, dan pleister B Na 2 dagen: likdoorn weg GARANTIE Uw geld terug, als Trannosan niet helpt. Garantie bewijs in elk doosje. LIKDOORNS Maar Mevrouw! Eén Trannosan Remedy van Prof. Or. Polland en weg is de lastpost Likdoorns zijn afgestorven weefseldeeltjes, die een wig vormen. Deze wig wordt door den schoen in het zachte vleesch tot op het been geperst en dat veroorzaakt die stekende „door merg en been" gaande pijn. Trannosan Remedy stopt die pijn onmiddellijk, omdat zij deze harde wig zacht maakt en vrij van de gezonde huid. U weet niet, wat U voelt, als deze fluweelen Remedy op Uw likdoorn komt en alle pijn ineens weg is. En na 2 dagen kunt U in een Bruisend Trannosan Voetbad den wit ge worden likdoorn met duim eu wijsvinger met wortel en al pijnloos en gevaarloos verwijderen. Een heerlijk gevoel van gezonde voeten, geen last meer van nauwe schoenen, ja, L^ zoudt nu zelfs een nummertje kleiner kunnen hebben. GRATIS Bij elk doosje een Bruisend Trannosan Voetbad. Bevat 14 minerale badzouten, koolzuur en zuurstof. Ver sterkt de spieren en pezen en verfriselit de voetzenuwen. Trannosan Likdoorn en Eelt Remedy met Garantiebewijs en Gratis Voetbad. Doosje voor 8 toepassingen 48 cent Trannosan Company - Rotterdam - Londen - Parijs - Brussel

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 31