DE TALISMAN RING G eor eyer Vervolg verhaal door ELFDE HOOFDSTUK I TIENDE VERVOLG O ja zeker Ik blijf denkelijk maar één naebt in de stad. 't Personeel beeft óók maar voor zoolang verlof. O ja, wat ik zeggen wou, Tristram -* wil je dien timmerman van Sylvester, boe heet. hij ook weer precies, Johnson. wil je zeggen, dat die eens op de villa komt Ik boor van mijn bediende, dat er een grendel stuk is van een der ramen in de bibliotheek. Misschien kan hij dat even in orde maken." „Ik zal er om denken," zei Shield rustig. Maar toen zijn neef weg was, keek hij hem na met een flauw lachje om zijn lippen en zei hij „Wat een slimmerik Ludovic echter riep uit, toen het geval hem den volgenden morgen verteld werd „Dan krijgen we vannacht onze kans We hebben den Beau schaakmat „Dan schijnt het genoegen wederkeerig te zijn," zei Shield droogjes. Ludovic trok een wenk brauw op. „Hoezoo V' vroeg hij. ..De genoegens zijn niet gelijk," zei juffrouw Thane glimlachend. „Neen," gaf Shield glimlachend toe. „Hij heeft me ten minste wel voor'n beetje téonnoozel aangezien." Ludovic ging op den rand van de tafel met een been zitten zwaaien. „O, denk je, dat 't een valstrik is Onzin Waarom Hij kan hoogstens vermoed hebben, dat ik hier was, en we hebben hem nu heusch wel in den waan gebracht, dat hij zich vergist heeft." „Dat hebben we hoogst waarschijnlijk niet," ant woordde Shield. „Ik begrijp zelfs niet, dat hij zich zoo in de kaart laat kijkenHij komt me zelf ver tellen, dat hij vandaag naar Londen gaat, dat hij zijn personeel vrij heeft gegeven en dat er een grendel van een bibliotheekraam stuk is. Als jij dat slikken wilt, hoop ik, dat je mij een beetje meer gezond verstand toezegt „Nu ja zei Ludovic luchtig. „Een mensch moet eens iets wagen. Basil zal heusch geen strik voor me spannen in zijn eigen huis Hij kan me toch niet gevangen nemen en aan 't gerecht overleveren Dat zou te gek staan „Natuurlijk," antwoordde sir Tristram. „Hij zal zich ook heusch niet vertoonen, maar die knecht van hem is er ook nog Als zijn bedienden je betrappen en je laten arresteeren voor inbraak, herkennen ze je wel, zonder dat Basil er iets voor gedaan heeft. Hij zat kalm in Londen en hij was van je af, zonder dat iemand iets op hem aan kon merken." „Laat ze maar eens probeeren, om me te pakken te krijgen," zei Ludovic. „Dan komen ze van een koude kermis thuis." Juffrouw Thane keek hem met eenige vroolijkheid aan. „Jawel, Ludovic, maar 't wordt leelijk, als je een spoor van lijken op je weg achterlaat," redeneer de zij. „Ik geloof, dat sir Tristram gelijk heeft. Hij is een van die onaangename menschen, die ongeveer altijd gelijk hebben." Ludovic stak zijn kin wat meer naar voren. „Ik ga in dat schuilhok kijken, al wordt 't mijn dood zei hij. „Als je gaat, ga je alleen, Ludovic," zei sir Tris tram. Ludovic's oogen fonkelden. „Terugkrabbelen, hè Dan neem ik Clem wel mee." „Denk maar niet, dat je Clem meekrijgt," ant woordde sir Tristram. „O, heb je hem bewerkt Ik móét dien ring heb ben, Tristram „Zóó krijg je hem nooit. Je steekt je hoofd in een strop. Er is iets beters dan die kleine kans, dat je den ring in die bergplaats vindt." „Wat dan V' zei Ludovic ongeduldig. „Die bediende van Basil," antwoordde Shield. „Die heeft je aangebracht. Basil schijnt hem een heel eind vertrouwd te hebben. Hóé ver weet ik niet, maar ik probeer er achter te komen." „Wat hebben we er aan, al weet hij alles Hij zegt toch niets. Veel te sluw," zei Ludovic somber. „Je hebt gelijk," erkende Shield. „Daarom heb ik Kettering op hem af gestuurd. Als die iets te weten komt, ben je Basil de baas." „Wie is Kettering vroeg juffrouw Thane. „De eerste lakei op 't Slot en een aanhanger van Ludovic. Zijn zoon werkt voor den Beau en hij staat KORTE INHOUD VAN 'T VOORAFGAANDE: Sir Tristram Shield wordt aan het sterfbed geroepen ran z'n oudoom lord Sylvester Lavenham. Lord Sylvester heeft zijn bezittingen aan zijn kleindochter Eustacie de Vauban vermaakt en wil haar, voor hij sterft, met Tristram getrouwd zien. De Beau, eveneens een achterneef van den lord. is ook op het kasteel aanwezig. Lavenham's kleinzoon Ludovic, de eigenlijke opvolger van den lord, had destijds voor een speelschuld zijn kostbaren talisman-ring als onderpand aan Matthew Plunkett gegeven. Kort nadien werd Plunkett in een bosch vermoordde prachtige ring was ver dwenen. Ludovic werd van deze m isdaad verdacht en moest voor de politie vluchten. Lord Sylvester sterft plotseling. Eustacie voelt niets voor een huwelijk met Tristram. Ze vlucht en sluit zich aan bij 'n bende drank smokkelaars, waarvan Ludovic het hoofd blijkt te zijn- Tijdens een achtervolging wordt Ludovic door een der kom,miezen gewond. Ze vinden een veilig onderkomen in een herberg en daar maakt Eustacie kennis met Sarah Thane, die graag aan hun avonturen wil deelnemen. Tristram heeft zijn nicht in gezelschap van Ludovic teruggevonden. De Beau wordt ervan verdacht den ring gestolen te hebben en dezen achter een geheim paneel in een der vertrekken van de villa te bewaren. Eustacie en Sarah gaan hem bezoeken. Sarah veinst warme be langstelling voor 't beeldhouwwerk in de bibliotheek. Met behulp van Tristram tracht ze het paneel te ontdekken, doch slaagt hierin niet. De Beau heeft Eustacie het hof gemaakt zij wil evenwel niets van hem weten. Luclovic beraamt een plan om zelf de villa binnen te dringen en het bewuste paneel op te sporen. De politie doet '11 inval in de herberg, waar Ludovic verblijf houdt. De dienaren der wet maken het den eigenaar en be woners zeer lastig, doch moeten ten slotte, door het krachtig optreden van sir Hugh en Sarah Thane, onverrichter zake naar Londen terugkeeren. op heel goeden voet met het personeel op de villa. Als hij Gregg in kan blazen, dat ik bewijzen verzamel, waardoor Basil in de klem raakt, krijgen we den kerel misschien aan 't praten. Geduld hebben, Ludo vic „Je bent zoo voorzichtig als een oud wijf riep Ludovic uit. „Laat me maar eerst eens in de villa komen. „Ik meen 't te goed met je, om je zooiets te laten doen," zei sir Tristram op beslissenden toon. T udovic probeerde niet meer, een zoo stellig besluit aan 't wankelen te brengen daar kende bij zijn neef te goed voor. Hij liet Shield aan het gezelschap van juffrouw Thane over en ging probeeren, wat zijn overredingskracht op den armen Clem vermocht. Zonder er aan te denken, dat hij door geen vreemden gezien mocht worden, liep hij de tapkamer in en zei „Ben je daar, Clem Ik moet je spreken Clem was er niet, maar juist toen Ludovic weer heen wou gaan, werd de straatdeur geopend en kwam er een gezette man in een bombazijnen pak de her berg binnen. Ludovic keek hem aan en riep uit „Abel Bundy deed de deur dicht en knikte. „Ik hoorde, dat u hier was," zei hij. Ludovic keek snel naar de deur van het keuken kwartier, waar Clem waarschijnlijk was, en greep Bundy bij zijn pols. „Weet Nye, dat je hier bent V' vroeg hij zacht. „Nee," antwoordde Bundy. „Nog niet, maar ik wou hem wel even spreken." „Je kunt mij even spreken," zei Ludovic. „Ik heb liever niet. dat Nye je ziet. Kom mee naar mijn kamer." „Toe nou, meneer," protesteerde Bundy, en bij bleef stokstijf staan. „U weet toch waar ik voor kom 1 Ik heb een massa vaatjes brandewijn klaar om af te leveren, zoodra Nye ze hebben kan." „Dat zal nog wel even duren 't huis zit vol. Ik heb ander werk voor je." Bundy keek hem eens aan. „Gaat u weer bij Dick son op de Mooie Annie f" vroeg hij. „Nee mijn grootvader is dood," zei Ludovic. ,,'n Heel verlies," zei Bundy nadenkend. „Enfin, ik zal blij zijn, als u de smokkelarij er aan geeft. Wat wou u van me gedaan hebben „Kom maar boven, dan zal ik 't je vertellen," zei Ludovic. Er was gelukkig niemand in de gelagkamer. Ludo vic bracht Bundy naar de trap en naar boven, naar de vroegere kamer van juffrouw Thane, waar nog steeds een ietwat oostersebe geur hing. De heer Bundy snoof en keek rond, maar Ludovic sloeg er geen acht op. Hij deed de deur op slot, gaf Bundy een stoel en beval hem te gaan zitten. „Je weet, waarom ik aan de smokkelarij begonnen ben, is 't niet, Abel t" Bundy legde zijn hoed naast zich op den vloer en knikte. „Dan zal ik je nog iets vertellen," zei Ludovic. „Ik heb dien moord niet begaan." „Niet V' zei Bundy vrij onverschillig. „Alleen zult u 't moeten bewijzen, als u de plaats van den ouden lord in wilt nemen." „Dat ben ik juist van plan," antwoordde Ludovic. „En je gaat me helpen." „Met alle pleizier," zei Bundy. „Ze zeggen, dat die neef van je op 't Slot komt, dien ze den Beau noemen, 't Zou jammer zijn voor den handel, als dat gebeurde. Er is niet veel hulp van hem te verwachten." „De Beau komt niet op 't Slot, als je me helpt be wijzen, dat hij dien moord begaan beeft, waar ik van beschuldigd word," zei Ludovic. Bundy's gezicht klaarde op. „Da's een goed idee," prees hij. „Hem kalmpjes wegwerken, zooals bij u wou doen. Hoe pakken we 't aan 1" „Ik geloof, dat hij een ring in zijn bezit heeft, die aan mij boort," antwoordde Ludovic. „Ik kan 't je nu allemaal niet uitleggen, maar als ik dien ring vind, kan ik bewijzen, dat ik onschuldig ben aan den moord op Plunkett. Nu zoek ik iemand, die me vannacht bij mijn neef helpt inbreken. Je ziet, hoe 't met mij is die lamme kommies beeft me gekort wiekt." „Heb ik ook gehoord," zei Bundy. „Ik had u nog zoo gezegd, dat u niet mee moest gaan." Hij keek Ludovic nadenkend aan. „Ik begrijp nog niet goed, wat u wilt. Inbreken is mijn werk niet. U had Clem mee moeten nemen als die wou." „Ik had hem wel meegekregen maar ik heb een neef hier, die ellendig voorzichtig is en zich overal mee bemoeit, en die wil niet, dat ik 't doe. Hij vindt 't te gevaarlijk, en nu heeft hij Clem op zijn band weten te krijgen." Bundy krabde peinzend aan zijn neus. „Ik zal u zeggen, hoe ik er over denk," begon bij. „Last krijgen wij menschen op alle manieren, dus daar zou ik 't niet om laten. Weet Nye, wat u van plan bent V' „Nee. Die is koek en ei met mijn neef." Bundy keek ontsticht. „Wat Met dien fijnen uitgestreken meneer V' „Welnee Met mijn neef Shield mijn voorzich- tigen neef." De heer Bundy streelde zijn kin. ,,Joe heeft een goeden kijk op menschen," zei hij. „Ik ben 't liefst maar met hem eens. Maar als u er toch heen wilt, moest ik maar meegaan, want dan doet u 't toch, of u moest heelemaal veranderd zijn, en dat zal wel niet. Wat moet ik doen „Zorgen, dat er te middernacht een paard voor me klaar staat, gezadeld en wel," antwoordde Ludovic. „Dan slaapt iedereen hier, dus kan ik wegglippen. Wacht maar met een paar knollen op den grooten weg, zoo dicht hierbij als je komen kunt, zonder dat iemand iets'merkt. Dan kom ik daar bij je. We rijden naar de villa 't is maar vijf mijl en als we eenmaal binnen zijn, volgt de rest vanzelf. Neem je pistolen maqr mee, al maak ik er liever geen schiet partij van, en een lantaren hebben we in ieder ge val noodig." „Dat kan allemaal makkelijk," zei Bundy. „Ik heb maar één zorg hoe wilt u 't aanleggen, dat Joe er de lucht niet van krijgt Joe heeft goede oogen en goede hersens in zijn bovenkamer."

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 22