ika
I\eclerlanJ-Ame
IN DEN LOOP DER
ra
DE SCHEEPVAARTVERBINDING
TIJDEN
i
door J. Chr. de Ro ever
28
t tfevarufen o
Nieuw-Amsterdam" heette de eerste nederzetting der Hollanders op Amcrikaanschen bodem en ,JS leu w Amsterdam is ook de naam ran het nieuwe vlaggeschip der
Holland-Amerïkalijn. dat thans voor de eerste'reis naar de Nieuwe Wereld vertrekt. Op bovenstaande gravure uit het jaar 165$ ziet men de nederzetting „Nieuw
Amsterdam", die later zou uitgroeien, tot de m ill ioe news tad New York. De resten van de wallen en bolwerken, die G. ('rijn Frederirksz in 1625 aanlegde, zijn
op onze prent, nog zichtbaar.
IK Tu het vlaggeschip
j^[ van de Holland-
Amerjkalijn na
genoeg gereed is om
zijn „maidentrip" van
Rotterdam naar New
York te aanvaarden,
lijkt het ons wel opportuun om den lezers van
dit blad in herinnering te brengen hoe de scheep
vaartverbinding tusscken ons land en Amerika
ontstond en zich in den loop der tijden
ontwikkeld heeft.
De eerste verbinding tusschen Holland en
Amerika werd, zooals men weten zal, op een
eenigszins eigenaardige manier tot stand ge
bracht. In 't begin der 17e eeuw deden al
verschillende landen pogingen om de reeds be
kende landen, o.a. Oost-Indië, in plaats van rond
de Kaap „de Goede Hoop", welke route vanuit
Europa te lang toescheen, op een andere manier
te bereiken en wel benoorden Europa langs.
De voortvarende Ned. Oost-Indische Com
pagnie, in 1602 opgericht, rustte in het begin
van 1609 een vaartuig uit van 40 lasten, met
de bedoeling daarmede een N.O.-doorvaart
naar O.I. te vinden. Wonderlijk genoeg werd
het bevel over dat Hollandsche vaartuig
„De Halve Maen" opgedragen aan een Engelsch-
man met name Henry Hudson. De bemanning
bestond gedeeltelijk uit F.ngelsche en Hol
landsche zeelieden.
Naar oude kronieken vermelden, schijnt deze
Hudson een raar sinjeur geweest te zijn hij
was iemand, die wel be
kend stond als een door
tastend en moedig zeeman,
maar die zich slechts noode
kon onderwerpen aan be
velen van anderen en liefst
maar zijn eigen inzicht
volgde. Zoo was het ook
den Bewindhebbers van de
O.I.C. wél bekend, dat
Hudson zelf zijn zinnen
gezet had op een N.W.-
doorvaart, in plaats van
een noordoostelijke.
Bij zijn aanstelling tot
bevelhebber schijnen om
trent dit verschil in op
vatting reeds harde noten
gekraakt te zijn het is
zeer waarschijnlijk daarom
ook de reden geweest, dat
Hudson vóór zijn vertrek
strenge instructie kreeg om
met het onder zijn com
mando staand schip „De
Halve Maen", om de N.O.
te gaan en ten noorden
van Nova-Zembla langs te
varen mocht het hem niet
gelukken daar een door
vaart te vinden naar het
oosten, dan moest hij eerst
weer terugkeeren naar Hol
land en zou men daarna
kunnen overwegen om op
outl-gezagvoertler ter leoupvaartlij
Aan tien vooravond van de eerste Oceaanreis
van het nieuwe vlaggeschip der Holland-
Amerikalijn, de „Nieuw Amsterdamhebben
wij gemeend, onzen lezers een genoegen te
doen, door een terugblik te werpen op de
geschiedkundige ontwikkeling van de Neder-
landsche scheepvaartverbinding tusschen ons
land en de Nieuwe Wereld. Wii hebben den
oud-gezagvoerder ter koopvaardij, den heer
J. Chr. de Roever, die tijdens zijn loopbaan
als scheepskapitein ook deze westelijke route
heeft bevaren, bereid gevonden, voor de lezers
van ons blad hieraan een korte historische
beschouwing te wijden, waarvan op deze blad
zijden het eerste gedeelte volgt, verlucht met
enkele passende illustraties.
Zoo zagen de schepen er uit, waarmede onze voorraderen in de zeventiende eeuw de verbinding tusschen
Nederland en de Nieuwe Wereld onderhielden.
een volgende reis een
noordwestelijke door
vaart te beproeven.
Hudson vertrok den
6den April 1609 van
Texel, voer volgens
zijn instructie om
de N.O. naar de Noordelijke IJszee, tornde al
spoedig tegen ondoordringbare ijsvelden en
-bergen op, zoodat hij den steven wendde,
het uitgesloten achtend daar een doorvaart te
zullen vinden. In plaats echter van naar Holland
terug te keeren, zooals zijn lastgeving luidde,
zeilde hij langs de Eofodden- en Faroër-
eilanden den Noord-Atl. Oceaan in en op de
Amerikaansche kust aan. Hij liep de oostkust
van N.A. aan op plm. 35° N.B. en ging van
daar om de noord langs de kust zijn ont
dekkingstocht naar eigen inzicht volgen. Hij
liep verschillende inhammen, rivieren en baaien
in en kwam zoo o.a. ook 12 September 1609 in
een rivier terecht, die hem blijkbaar aantrok
dat was dezelfde stroom, die tegenwoordig nog
naar hem de „Hudson-rivier" genaamd is, aan
welks oevers de Hollanders eenige jaren daarna
het plaatsje „Nieuw Amsterdam" stichtten, liet
latere New York.
Ofschoon Fransche en Spaansche ontdek
kingsreizigers beweerden, dat zij de monding
van die rivier ook gezien hadden, was Hudson
toch de eerste, die met zijn vaartuigje onder de
Hollandsche vlag de rivier opvoer.
Zooals reeds hiervoor gezegd, was daarmede
dus de eerste reis van
Holland uit op Noord-
Amerika gemaakt, zij het
dan ook via een zonderlinge
en lange route.
Voor lien, die eenigszins
bekend zijn met de geva
ren, die den zeevarende
vooral op de route via den
N. Atl. Oceaan bedreigden,
moet het wel bewondering
wekken, dat die stoere
zeelieden met zulke note-
dopjes en primitieve uit
rusting en navigatiemid
delen als „De Halve Maen"
van slechts 40 lasten een
dergelijken toclit durfden
te ondernemen. Vergelijken
wij daarbij het stoomschip
„Nieuw Amsterdam", dat
naar het plan is 11 Mei a.s.
dezelfde reis van Holland
naar New York zal aan
vaarden (een zeekasteel
van plm. 36000 ton dan
kunnen wij ons eenigszins
indenken welke enorme
sprongen gemaakt zijn in
de ontwikkeling der scheep
vaart via den Atlantischen
Oceaan in het tijdsbestek
1609-1936.
Wij zullen nu verder,
vóór wij die ontwikkeling