De automatische beveiligingsinstal latie bij den onbewaakten overweg onder Steenwijk inden Rijksweg no. 32, die van Mep pel naar Leeuwarden leidt. Sinds December 1936 is dit sein in werking. Bij de nadering van een trein wordt het witte flikkerlicht rood, terwijl tevens het aantal flik keringen toeneemt. proefnemingen zullen opnieuw enkele thans nog bewaakte spoor wegovergangen van een automa tische waarschuwingsinstallatie worden voorzien. Doch de voornaamste helper in den strijd tegen het overweg-gevaar is de weggebruiker zélf! Hij is het, die door groote opmerkzaamheid en het stipt naleven der voorschriften het aantal ongevallen tot het uiterste minimum kan beperken. Een onbewaakte overweg in de omgeving van Oosterhout. Duidelijk zijn hier de Andreaskruisen en schrik- hekken te zien., die, door hun felle kleuren, de aandacht vestigen op het dreigende gevaar. OP DEN ONBEWAAKTEN OVERWEG Voor de passage van een dubbelsporig baanvak gelden dezelfde regels als op een drukken ver keersweg. Eerst goed uitkijken naar links, vervolgens naar rechts die spoedig populair werd. Ook in de scholen drong de leus door, zelfs den kleuters wordt het inge scherpt de regels van den weg stipt na te leven. Veilig Verkeer. Dit geldt óók voor de passage van overwegen schrift, dat te vinden is in art. 11 (2) van het Alge meen Reglement voor den Dienst op de Spoorwegen. Het luidt aldus Het moderne verkeer stelt den weggebruiker hooge eischen. Ieder kruis punt van verkeerswegen beteekent verdubbelde op lettendheid. Ook de onbe waakte overweg vergt de grootst mogelijke waak zaamheid. Het is in dit verband, dat wij nog eens de aan dacht vestigen op een voor- In den aanhef noemden wij enkele cijfers uit een statistiek en met deze cijfers willen wij ook weer eindigen. Zooals men in het staatje ziet, vertoont de curve der doodelijke ongevallen op onbewaakte over wegen een dalende lijn. Van 64 in het jaar 1933 slonk het getal regelmatig, tot in 1937 het aantal slachtoffers 34 bedroeg. Dat beteekent een verminde ring met bijna vijftig procent. Een gelukkig verschijnsel. Maar toch het is nog 34 te veelHet móét anders worden en het kan anders worden. Financieele bezwaren beletten vooralsnog de be waking van alle overwegen, terwijl ook vele auto bestuurders dit allerminst wenschen. Na de geslaagde Op enkelsporige baanvakken wordt de onbewaakte overweg aangeduid met een enkel Andreaskruis. Waar de dood loert. schreven we boven dit artikel. Nu het verkeer nog dagelijks toeneemt, dreigt overal gevaar en zeker is dat het geval bij ieder kruispunt van een gewonen weg met een z.g. voorrangsweg. Ook de onbewaakte spoorwegkruising behoort daartoe. Al is de nadering van dezen voorrangsweg„den spoorweg", zeer opvallend aan gegeven, niettemin vonden in vijf jaren tijds 256 doodelijke ongevallen plaatseen cijfer, dat een dreigende waarschuwing inhoudt De K.N.A.C., de groote organisatie der Nederland - sche automobilisten, heeft uiteraard reeds meermalen op het gevaar der onbewaakte overwegen gewezen. Op de nieuwe uitgave der door haar verzorgde auto- mobielkaarten van ons land worden deze overwegen met een speciaal teeken aangegeven. Op den onbewaakten overweg blijft de grootste oplettendheid geboden. Roekeloosheid en onacht zaamheid beteekenen veelal een wissen dood. Niet genoeg kan hierop de aandacht worden gevestigd. Weest waakzaam bij het passeeren van een onbewaakten overweg! Dat is de les, die de ongevallenlijst ons leert. En het is de bedoeling van dit artikel deze waarschuwing nog eens extra te onderstrepen. Het cijfer in de doodenkólom daalt. In vijf jaar verminderde het aantal ver ongelukten met bijna de helft. Dat deze kolom wéldra geheel uit de on gevallenstatistiek verdwenen moge zijn en dan snel overstekenTalmt nooit tijdens de passage van een onbewaakten overweg. „Het is verboden overwegen met voertuigen of mo torrijtuigen, als bedoeld in artikel 1, punt 1, der Motor en Bijwielwet te naderen met een grootére snelheid dan van twintig kilometer in het uur tusschen het aan de zijde van den overweg, vanwaar men nadert, geplaatste waarschuwingsbord of merkpaal en het begin van den overweg. De bestuurder van een motorrijtuig, als be doeld in artikel 1, punt 1, der Motor- en Bijwielwet, is verplicht bij het naderen van een overweg, totdat hij zekerheid verkregen heeft, dat hij dien overweg zonder gevaar over kan rijden, met geen grootere snelheid te rijden dan die toelaat het motorrijtuig nog voor den overweg tot stilstand te brengen Ziehier een voorschrift, dat, als het stipt wordt na geleefd, het aantal ongevallen tot een minimum kan beperken. Maar wordt het altijd nageleefd Nog eensde doodenlüst

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 4