KRUISSTEEKWERK
mm
VVVVVVVV
IN BONTE, VROOLIJKE KLEUREN
ÏVVVVVVVVV»VVV
VÏTVVVVVVVtfVV'VV
VVVVVtfVVVtfVVÏ
v v'v v *XXX/'V vvv
WW/ /WW
VVV vX .-.'vvvv
vvwX
vvvvvvvvvv VWVX XWW
vv» vv wvwjiv \l/ XV WV
/ïvwïïïïï wvvv xxx XXv vvv
v v vvvv vvvvHBv W V VVV V v vv V
vitrage,
Zeer talrijk zijn de mogelijkheden om deze grappige
kruissteekmotieven op een aardige manier te
verwerken.
Denken W9 maar eens even aan het speelschorije
voor kleinen broer of zus, waarop die parmantige
clown met zijn olifant zeker een goed figuur zal
slaan aan een slabbetje voor de jong3te spruit, dat
allerliefst zal worden, wanneer het met dat leuke
beertje wordt versierd aan een kleed of kussen voor
de kinderkamer, waarop we alle mo fciefjes als één door
loopenden rand of I03 naast elkaar gewerkt borduren.
0 >k kunnen de patroontjes misschien dienst doen
voor een servettaschje, een fries of een wandkleed en
zoo zijn er nog zeer veel andere dingen, die heel goed
een versiering van een vroolijk, bont kruissteekmo
tiefje kunnen hebben. Het materiaal, waarop we het
beste de kruissteekjes kunnen aanbrengen, is aïda-
stof, Javagaas of stramien, omdat we van al deze
stoffen de draadjes kunnen tellen en het kruissteek-
werk dus in het geheel geen moeilijkheden zal ople
veren. Anders wordt dit echter, wanneer de motieven
op katoen of linnen moeten worden aangebracht,
maar ook dan is het aanbrengen der motieven niet
zoo moeilijk als we op het eerste gezicht misschien
wel zouden denken.
Hebt u een lapje stramien of ouc(e
kies dan eerst de grootte der vier
kantjes in verhouding met de grootte
der kruisjes, zooals deze op het speel-
schortje, het kussen of kleed moeten
komen, zorgvuldig uit en rijg de vitrage
of het stramien op de plaats, waar
u het motiefje wilt borduren.
Zorg, dat er aan weerszijden een flink
stuk van het gaas oversteekt, breng er
de kruissteekpatroontjes op aan en trek
later de draden van stramien of vitrage
eerst in de ééne richting en dan in de
andere richting uit.
Het spreekt vanzelf, dat we bij deze
wijze van kruissteekjes maken wat om
zichtiger te werk moeten gaan, dan wan
neer we dat op stof doen, waarvan de
draden kunnen geteld worden, want
steken we niet zorgvuldig telkens in de
gaatjes, maar ook weieens een enkelen
keer in de draden van het gaas zelf,
dan kunnen we er deze later slechts met
moeite uittrekken.
Voor het kruissteekwerk der verschil
lende figuren gebruiken we splijtzijde .in
de kleuren zwart donkerblauw, licht
rood, tomatenrood, citroengeel, groen,
licht en donker goudbruin, zacht rose,
lila, lichtblauw en steengrijs. Teneinde
het kruirsteekwerk zoo gelijk mogelijk
uit te voeren moeten alle kruisjes in
dezelfde richting gewerkt worden.
Hiervoor wordt de eerste steek van
links onder naar rechts boven ge
werkt, terwijl de tweede steek
van links boven naar rechts
onder geborduurd wordt.
Bij lange rijen kruisjes in één
kleur werken we eerst de halve
kruisjes in één rij af om daarna
een tweede rij halve kruisjes over
de eerst gewerkte halve kruisjes
te borduren.
Wordt het kruissteekborduur
werk op een kleed aangebracht,
dan kunnen we dit langs de ran
den afwerken met gekleurd tres
van b.v. tomatenrood, en een
breederen rand van donkerblauw.
Tén slotte wordt het kruis
steekborduurwerk aan den ver
keerden kant met een warm
ijzer gestreken.
X zwart
donkerblauw
V lichtrood
\f tomatenrood
citroengeel
A groen
zacht rose
W lila
B lichtblauw
steengrijs
licht goudbruin
JL donker goudbruin.
WAT ZULLEN WIJ ETEN
Zondag: Kervelsoep.
Blinde vinken.
Spinazie.
Aardappelen.
Custard met cake.
Maandag: Runderlapjes.
Capucijners.
Aardappelen.
Beschuit met bessensap.
Dinsdag: Runderrollade.
Slaboonen (uit blik).
Aardappelen.
Griesmeelpap.
WoensdagKoude rollade.
Spinaziesla.
Aardappelen.
Drie in de pan.
Donderdag: Groentesoep.
Lamscarbonade
Rabarbermoes.
Aardappelen.
Vrijdag: Omelet.
Bloemkool met kaassaus.
Aardappelen.
Gort met rozijnen.
Zaterdag: Poulet met rijst.
Pannekoeken.