Een kleine vagebond, die vader en moeder heeft verleren en geen ander tehuis meer heeft dan de koude naakte steenen van het groote Meskou. De nacht en de slaap zullen hem een poesje vergetelheid brengen, totcat hij, uitgeput en verkleumd, weer zal wakker worden en zijn leventje van opgejaagd jochie weer zal beginnen. Eeisgeld hebben ze niet, maar toch weten ze wel een middel te vinden om zich op de goedkoopste en gemakkelijkste manier te verplaatsen. Gevaar t Ze denken er niet aan. Niemand denkt eraan. Wat komt het er ook op aan of een van dat gilde onder de wielen terechtkomt en vermorzeld blijft liggen f Vader en moeder zijn spoorloos verdwenen. Geen sterveling ziet naar de achtergebleven kinderen om. Het zijn maar uitgestootenen, afstammelingen van vijanden van het nieuwe regiem. Wat komt het er op aan of zij in leven blijven of sterven f Hun tehuis is de straat, hun vader en moeder de honger. steden, door de stilte van avond en nacht trok thans een nieuw, een griezelig schimmenleger het leger der kleine verlatenën, der jeugdige uitgestootenen, der kleine vagebonden of „Besprisjorne", die bedelend ea roovend naar alle windstreken trokken, namen wat van hun gading was en voor wie geen andere wet bestond dan de wet van den sterkste. Jarenlang slaagde deze jeugd er in, een eigen, ellendig bestaan te leiden. Opgejaagd of geschuwd, on verzettelijk gekant tegen alles wat hun bandelooze vrijheid trachtte te beperken, hielden zij zich overdag schuil in de woeste steppengebieden, in de sloppen en steegjes der groote steden, om, zoodra de gelegenheid gunstig was of de knagende hon ger hen dwong, bij avond en nacht te voorschijn te komen en bun trekkend en zwervend bestaan voort te zetten. Het duurde niet lang, of de nieuwe machthebbers hadden het gevaar dezer zwervende b?nden in gezien. De Russische''jeugd moest de basis vormen, waarop de nieuwe staat zou worden opgetrokken, maar „die" jeugd moest gedrild en gevormd worden, doordrongen van de nieuwe gedachten, noodig om met den nieuwen opbouw te beginnen. Maandenlang werd er jacht gemaakt op de kleine vagebonden. En wie zal er vertellen, hoe veel duizenden aan die jacht zijn. te gronde gegaan Hoeveel afstammelingen uit adellijke geslachten langs verlaten wegen of in de een zaamheid der steppengebieden door het noodlot zijn achterhaald Het leger der Besprisjorne werd geleidelijk kleiner en kleiner. De rangen dunden snel. De zwervende vagebonden voelden, Links Een schrijnende tegenstelling tusschen vroeger en nu. Deze oudere dame van hoogen Eussischen adel ziet zich thans genoodzaakt bedelend door de straten van Moskou te trek ken om in haar onderhoud te voorzien. Gelaten en kalm genietend van zijn laatste sigaret blijft de koopman op zijn plaatsje zitten, onbekom merd om wat er rondom hem gebeurt. Er is niets meer te verkoopenwaar zal hij zich dan verder nog druk over maken t

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 3