Het romantische duivenhuis, op de fundamenten waarvan thans het huis van de ])e roofvogel-galerij is steeds op dezelfde plaats gebleven. (Teekening WRekking jr.) zeekoe staat. (Teekening W. Rekking jr.) Restaurant en Zoölogisch Museum in negentiende- eeuwsche omgeving. Links: De ingang van den Amsterdamschen dierentuin. verfraaid tot 't interessante en mooie complex, dat thans iedereen kent. Artis is nu honderd jaar. Het is minder prettig, dat in het jaar van het eeuwfeest berichten moesten verschijnen over financieele moeilijkheden de crisis heeft op gevoelige wijze ook op Artis haar stempel gedrukt. Algemeen is echter de overtuiging, dat een oplossing voor de moeilijkheden zal worden gevonden. Artis, dat zijn groote verdiensten voor de wetenschap heeft, dat niet alleen populariteit geniet bij de Amsterdammers, doch voor alle Nederlanders een zeer gewild doel van een uitstapje is Artis, de prachtige dierentuin aan de Plantage Middenlaan, zal na 'n eeuw niet verdwijnen, maar blijven bestaan voor ons land en ons nageslacht. Een nieuw plan vpnd zijn eerste uitvoering in dezelfde buurt, nl. in de Stads Herberg aan de Plan tage Middenlaan, waarheen de verzameling opgezette vogels en dieren van een zekeren Draak werd over gebracht. Draak was opzichter van het Burger Weeshuis hij zocht een onderkomen voor zijn ver zameling, daar de regenten ze niet langer in het weeshuis wilden hebben, en kwam in relatie met den boekverkooper Westerman, die plannen voor een dierentuin koesterde en ze niet opgaf, al werkte de overheid niet mee. De twee gingen op zoek naar een tuin, want zonder tuin zou men geen levende have kunnen houden alweer in de Middenlaan vonden zij wat zij noodig hadden de buitenplaats Middenhof, „een lustwarande in onbekrompen weelde aangelegd", ongeveer op de plek, waar nu de Konings zaal van Artis staat. Voor 6400.- kochten zij de plaats het kwam tot stichting van het genootschap Natura Artis Magistra, waarvan men tegen een con tributie van 10.- lid kon worden, en daarmede werd een eeuw geleden Artis geboren. Want de Amsterdamsche dierentuin, die eigenlijk een Neder- landsche instelling en een Nederlandseh centrum van studeerenden en van uitgaand publiek is, viert thans zijn honderdsten verjaardag. Een zaal voor zoogdieren werd gebouwd en plechtig ingewijd met toespraken, geleerde verhandelingen en gedichten, en in tegenwoordigheid der gemeente lijke autoriteiten.' Niet dat deze autoriteiten gul met hun medewerking waren een vroegere poging was misgeloopen, omdat de overheid meende, dat er „belangrijker en min gevaarlijke bemoeijingen waren dan die van een dierentuin", en toen het bestuur van Artis later de groote menagerie van Corn. v. Aken voor f 34000 wilde koopen, weigerde de gemeente vergunning tot het bouwen van een behoorlijk onder komen, tenzij „de binnenwand van het gebouw van harde metselsteen zou zijn, geheel blind, zonder deuren, ramen of luchtgaten naar buiten, met een dak geheel van ijzer". Wat zouden de dieren lang en gelukkig leven in zoo'n duistere ge vangenis Het geluk was echter, dat deze boodschap afkwam, toen de beesten reeds onderweg warenmen kon ze moeilijk terugsturen of ze in het open veld laten, zoodat ze noodgedwongen werden onder gebracht in de Oranje Nassaukazerne. Later was men zoo verstandig den bouw van een geschikt dierenhuis toe te staan, toen het bestuur weer een buitenplaats had aangekocht, Vrede is mijn lust", en beschikking over meer ruimte kreeg. Westerman, de ijverige oprichter en or ganisator, werd in 1843 benoemd tot di recteur, ofschoon die functie levenslang was toegekend aan Reindert Draak, den man van het weeshuis. Er waren echter spoedig -conflicten met hem ontstaan, waaraan een einde kwam met zijn ont slag, onder toekenning van schadever goeding. Onder 't beheer van Westerman, die bij zijn volhardend werken werd ge dreven door liefde voor de natuur, groeide de tuin voortdurend. Moeilijkheden, groote moeilijkheden bleven niet uit, doch wer den ook overwonnen het ledental breidde zich steeds uit (de contributie werd al gauw verhoogd tot 20.stuk na stuk. werd bij den dierentuin getrokken. Een bezwaar was langen tijd, dat de Prinsen gracht, met houtwallen aan beide oevers, den hof in tweeën verdeeldemen zag echter kans de houtwallen in erfpacht te krijgen, terwijl Angelkot Willink een veerpont cadeau gaf, waarmede de ver binding tusschen de twee gedeelten („Mid denhof" en „Vrede is mijn lust") tot stand kwam. Steeds moesten er meer gebouwen en galerijen worden opgetrok ken, steeds werd de tuin uitgebreid en Het veerpontje in de Prinsengracht, dat de verbinding tusschen Middenhofen „Vrede is mijn lust" vormde, ongeveer op de plaats van den tegenwoordigen eendenvijver.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 5