KLAÏVKEA T uit het Groene Erin UDK Ontwaken van een dieper -f» nationaal gevoel IERLAND Het Gaelischë taalgebied in 1925 IffHm K«y» A'CV,yAVM Rechts: De toestand bij 't begin ran den taalstrijd. In 1925 werd het Gaelisch alleen nog gesproken en in eere gehouden in bepaalde kleine kuststrooken in het westen, strooken, die men ,,Gaeltacht" noemde. De zwarte plekken duiden de streken aan, waar 't Gaelisch nog steeds als omgangstaal wordt gebruikt. De „weg terugnaar de schoolbanken. De oude Gaelische taal, die in den loop der eeuwen in vergetelheid was geraakt en nog alleen in de kustgebieden van het tvesten voortleefde, wordt thans in den Ierschen T rijstaat weer aangeleerd. Onze toto toont een klasse onderwijzeressen, die straks als ijverige en vurige propagandisten zullen uittrekken naai alle kanten, om het volk en vooral de jeugd te doordringen van de schoonheid der oude taal. "■■"onderden jaren achtereen hebben de Engelsche zeden en gewoonten, ook de Engelsche taal en letterkunde, geprobeerd vasten voet te krijgen op het stoere Iersche volk, dat in wezen en opvat tingen zoo geheel anders is geaard dan de Engel sehen honderden jaren hebben de Ieren, min of meer lijdzaam, die stille „pénétration pacifique" over bun kant laten gaan, totdat het uiteindelijk ontstaan van den nieuwen IerschenVrijstaat ten slotte een nieuw tijdperk is komen inluiden, liet arme eenzame kustgebied, dat tevens het laatste toevluchtsoord vormde van 'n oude Iersche volkstaal. De verblijfplaats van door weer en wind geharde boe ren en visschers, die vast hielden aan het erfdeel hun ner raderen, de oude Gae lische zeden en gewoonten en vooral de Gaelische moe dertaal. Gaelische taal en dans, de het is weer te voorschijn gek waarin het was weggeduwd luister, te worden geplaats van de pas verworven vrij Jarenlang leek het of de ook in Wales, Schotland en ten slotte te gronde zou ga invloeden haar duim voor tot binnen de palen van en westen, de z.g. „Gjaelta Totdat, aangewakkerd dooi het diepere nationaal Jiewi

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 20