3
Plechtige doopbediening aan Z. 1). prins II'iV-
lem Alexander Frederik Constantijn Kieolaas Mi
chael. tweeden zoors van den prins ran Oranje, in de
Orante Kerb te 's-Gravenhage. In het midden de koning
en de koningin, prins 'Frederik. de kroonprinses.
De kroonprins zelf houdt hei kind ten doop
J e doop van koning Willem III had plaats te Brussel in den „Temple des Augustins", op 27 Maart IS]7
w;/,!£e'T Vmi- 1 Prm* VT °ranje (later kon™9 WiUem 11 'r<*d*r ran den doopelinq
ff r V T fkoningin Wilhelmina, de grootouders, prinses Wilhelmina. weduwe van prins
i v j ol^r9rootnweder' haar dochter Louise, prinses douairière van Brunswijk, oud tante, prins Frederik
r Nederlanden en grootvorst Nieolaas ran Rusland, oom ran het kind. De doop geschiedde door dr. Knetter.
Het knul was naar de kerk gebracht door de grootmeesteresse baronesse Fagel. geboren Bareel.
Van de plechtige proclamaties, welke bij gele
genheden als deze tot den volke plegen te worden
gericht, geven wij op deze bladzijden eveneens
een aardig voorbeeld, dateerend van den 11 den
April 1748.
Zooals we hiervoor reeds hebben opgemerkt,
vonden niet alle doopplechtigheden in het huis
van Oranje plaats in de Groote Kerk te 's-Graven
hage. Zoo vond o.a. de doop van den prins van
Oranje, die later als koning Willem III den troon
zou bestijgen, plaats te Brussel, in den „Temple
des Augustins". Iets wat ten slotte zeer begrij
pelijk is, wanneer men weet, dat deze erfprins
Alexander Paul Frederik Lodewijk, de laatste
mannelijke afstammeling der Ottosche linie, ook
te Brussel werd geboren, namelijk den 19en
vindt afgedrukt. Het tijdsgewricht, waarin de ver
schillende, doopplechtigheden zich hebben afgespeeld,
heeft vanzelfsprekend op elk dezer gravures zijn bij
zonder stempel gedrukt, zooals het dit ook zal doen,
wanneer straks in dezelfde gouden koets, waarin een
vorig jaar haar vorstelijke moeder voor de huwelijks
plechtigheid ter kerke werd gereden, prinsesje
Beatrix naar het oude en eerbiedwaardige bedehuis
zal worden gebracht.
Op de prent van 1772, voorstellende den plechtigen
stoet, welke van het Huis ten Bosch trok naar de St.
Jacobskerk, merken we de staatsiekaros op uit dien
tijd, waarin de doopeling, erfprins, later koning
Willem I, ter kerke werd gereden. Voet- en ruiter
volk zijn het geleide van de door zes zwarte paarden
getrokken koets, die geflankeerd wordt door pieke-
niers. De vorstelijke familie zelf en het gevolg, de
dames in de kleurige hoepelrokken, de heeren in de
elegante korte broek en staatsierok uit het Rococo-
tijdperk, zullen waarschijnlijk de gala-koets zijn
voorafgereden.
De blijde geboorte van prinses Beatrix is gevierd
en bezongen door dichters en toonkunstenaars.
Haar doopfeest zal ongetwijfeld opnieuw veler dicht
ader doen vloeien. Maar ook dit is en zal feitelijk
slechts een herhaling zijn van wat in vroeger tijd ge
schiedde, toen in Geboorte- en Doopklokken, zooals
de toepasselijke gelegenheidsgedichten destijds wer
den genoemd, de geboorte en doop feestelijk werden
bezongen. Curiositeitshalve drukken we hieronder
het vers af, dat de teekenaar S. Kokke graveerde
onder de prent, die den doop in beeld brengt van den
jongen erfprins, later Willem I
Prins Willem Frederik, daar 't Land zijn Heil ran
hoopt.
Zoo mild door 's hemels gunst aan Ifeerlands volk
geschonken,
11 ord hier op 't luisterrijkst, tot ieders vreugd gedoopt.
Wiens hart moet niet op 't zien van dit Ta/reel
ontronden
W ie moet niet wensehen dat, tot Heil van 't Vaderland.
De Oranjestam,Eeuw in,Eeuw uit, word' voortgeplant
De plechtige stoet, waarin de erfprins, later koning
Willem I, van het Huis ten Bosch naar de Groote
herk te 's-Gravenhage werd gereden. Naar de gravure
van F. J. Walther.
Afbeelding van de doopplechtigheid van Willem den Vijfden, in de Groote Kerk te
s-Gravenhageden elfden April van het jaar 1148.
Doop van den jongen erfprins, later koning Willem T, m de Groote Kerk
te s-Gravenhage, den I7en September 1772. Kaar een teekenmg van 8. Fokke.