DE TALISMAN RING
dfil
1 eyer
Ueorg
Vervolg verhaal
r
DERTIENDE
VERVOLG
Ik zou zeggen van wel," antwoordde Shield, even
lachend om den majesteitelijken toorn in Thane's
gezicht.
„Dan zal ik je eens wat vertellen, Sally," zei sir
Hugh. ,,lk ga hier niet vandaan, voor ik dien knaap
hij zijn kraag heb 't Is al erg genoeg, dat hij in
huis sluipt om den jongen Lavenliam dood te steken,
maar als hij zoo brutaal wordt om van mijn kamer
een varkensstal te maken, gaat hij te ver
„Het mes riep Eustacie. „Hij kwam om het mes
natuurlijk Dat heeft sir Hugh hem afgenomen van
nacht, Tristram
„Waar lag het vroeg Shield. „Is 't weg
Nye zei„Dat kunnen we gauw zien, sir. Sir Hugh
heeft 't in de koffiekamer op tafel laten liggen, maar
ik dacht, dat we 't noodig konden hebben als bewijs
stuk, dus heb ik 't van
morgen in de porseleinkast
geborgen diezelfde, waar
de rakkers 't slot van stuk
geschoten hebben, sir."
„Ga dan gauw kijken, of
't er nog ligt," beval sir Tristram, ,,'t Zou kunnen....
'misschien is dat 't geweest, maar...." Hij zweeg,
blijkbaar niet begrijpend.
„Hij zal bang geweest zijn, dat we zijn dolk her
kenden dan kwam 't uit, dat hij het geweest was
vannachtvermoedde Eustacie.
„Dan lijkt 't me een totaal overbodig waagstuk,"
zei sir Tristram. „Zooals de zaken op 't oogenblik
staan, kunnen we hém evenmin aanklagen wegens in
braak hier, als hij óns wegens inbraak in de villa. Dat
heeft hij natuurlijk begrepen Zoo dom is hij niet."
„Hij kan wel te bang zijn, om kalm te denken,"
vond juffrouw Thane.
Nve kwam terug. „Ze hebben achter niet gezocht,
mijnheer. Ten minste hier is de dolk."
Sir Tristram nan* het wapen aan en bekeek het
en hij scheen er nog minder van te begrijpen dan
tevoren. „Ik geloof wel, dat die van hém is," zei lijj,
„maar ik zou er niet op durven zweren. Er is niets bij
zonders aan."
Opeens riep juffrouw Tliane „O, wat zijn we dom!
Daar kwam hij natuurlijk niet voor. Hij zocht zijn
monocle Die is wél bijzonder die herkent iedereen
onmiddellijk. Waar is die gebleven Jij hebt hem ge
had, Hugh Waar heb je, hem gelaten
„Wat gelaten vroeg sir Hugh, die de kamer
rondliep en uiterst onhandig beproefde, de orde
eenigszins te herstellen.
„Het oogglas van den Beau Je had het in je.liand,
toen Eustacie en ik naar bed gingen vannacht."
„Ik weet niet, waar ik het gelaten heb," zei sir
Hugh, bukkend om een das op te rapen. „Ergens
neergelegd."
„Waar hield juffrouw Tliane aan.
„Dat weet ik niet meer. Kijk nu eens naar mijn
nieuwe rijjas, Sally! Gewoon niet meer te dragen
„Jawel Clem zal hem wel voor je oppersen.
Denk nu eens goed na waar heb je die monocle ge
laten
„Ik heb wel wat belangrijkere om over te denken
dan de monocle van een ander, die ik nog leelijk
vind ook. Zoo'n zwaar lomp ding Misschien heb
ik hem in de koffiekamer op tafel gelegd."
Nye schudde het hoofd. „Niets gevonden van
morgen, mijnheer."
„Dan heb ik hem mee naar boven genomen. Ik weet
't niet en 't kan me niet schelen ook."
,,'t Zal er wel niet veel toe doen," zei juffrouw
Thane nadenkend. „We mogen gerust aannemen, dat
't den Beau daarom te doen was. Ik hoop maar, dat
hij hem gevonden heeft, anders krijgen we nog meer
van die zoekpartijen."
Eustacie was sir Hugh aan 't helpen, om een paar
verkreukelde dassen glad te strijken, en zei: ,,'t Is
een heel aardig avontuur en ik vind 't natuurlijk
prettig, maarzou Basil nog terugkomen om
te probeeren, Ludovic te vermoorden
,,'t Lijkt me niet waarschijnlijk," zei Shield. „Maar
ik zal straks mjjn nachtgoed halen dan blijf ik
vannacht bij Ludovic op de kamer slapen."
„Prachtig zei juffrouw Thane. „Ik had nooit
gedacht, dat 't zoo'n romantisch avontuur zou wor
den. Straks moeten we ons hier barricadeeren en
wordt de herberg belegerd Dat zou heerlijk zijn."
„Shield moet weten, wat hij doet," zei sir Hugh,
KORTE 1NHOÜ1) YAN'T VOORAFGAANDE:
Sir Tristram Shield wordt aan het sterfbed geroepen
van z'n oudoom lord Sylvester Lavenham. Ijord
Sylvester heeft zijn bezittingen aan zijn kleindochter
Éustaeie de Vauban vermaakt en wil haar, voor hij
sterft, met Tristram getrouwd zien. De. Beau, eveneens
een achterneef ran den lord, is ook op het kasteel
aanwezig. Lavenham's kleinzoon Ludovic, de eigenlijke
opvolger van den lord, had destijds voor een speelschuld
zijn kostbaren talisman-ring als onderpand aan
Matthew Plunkett gegeven. Kort nadien werd Plunkett
in een boseh vermoord; de prachtige ring was ver
dwenen. Ludovic werd van deze misdaad verdacht en
moest voor de politie vluchten. Lord Sylvester sterft
plotseling. Eustacie voelt niets voor een huwelijk met
Tristram. Ze vlucht en sluit zich aan bij 'n bende drank
smokkelaars, waarvan Ludovic het hoofd blijkt te zijn.
Tijdens een achtervolging wordt Ludovic door een der
kommiezen gewond. Ze vinden een veilig onderkomen
in een herberg en daar maalct Eustacie kennis met Sarah
Thane, die graag aan hun avonturen wil deelnemen.
Tristram heelt zijn nicht in gezelschap van Ludovic
teruggevonden. De Beau wordt ervan verdacht den ring
gestolen te hebben en dezen achter een geheim paneel
in een der vertrekken van de villa te bewaren. Eustacie
en Sarah gaan hem bezoeken, Sarah veinst warme be
langstelling voor 't beeldhouwwerk in de bibliotheek, Met
behulp van Tristram tracht ze het paneel te ontdekken,
doch slaagt hierin niet. De Beau heeft Eustacie het
hol gemaakt zij wil evenwel niets van hem weten.
Te zanten met Bundy, een dranksmokkelaar, dringt
Ludovic 's -nachts de villa binnen, Zij worden evenwel,
nadat Ludovic het bewuste paneel ontdekt heeft, in
hun werkzaamheden gestoord. Er volgt een vecht
partij. waaraan Bundy en sir Tristram deelnemen.
Ludovic heeft den ring niet gevonden, Sir Hugh wordt
's nachts plotseling wakker en gaat naar beneden om
een raam te sluiten. Hij wordt evenwel in hel duister
aangevallen door den Beau.
„maar als ik door kerels met maskers uit mijn slaap
gehaald word, sta ik voor de gevolgen niet in
Juffrouw Thane begon zich te wijden aan de taak,
zijn kwade humeur te verhelpen, en Nye beloofde,
dat hij Clem boven zou sturen, om op te ruimen. Toen
liet hij zich naar het salon leiden, nam plaats voor
den haard en onderging den verzachtenden in
vloed der gewenschte Madeira.
Sir Tristram bleef niet lang in den Rooden Leeuw,
maar beloofde tijdig voor het diner terug te zullen
zijn. Er gebeurde verder niets dien middag en er
kwamen geen verdachte vreemdelingen binnen. Kort
11a zessen kwam sir Tristram weer, en nadat Nye de
deur van de koffiekamer op slot, had gedaan, ging hij
Ludovic vrijlaten, die zoo ver was, dat hij verbitterd
uitriep als hij nog langer onder den grond moest
zitten, om in het bezit van zijn erfdeel te komen,
ging hij maar liever weer aan het smokkelen.
Na het diner had juffrouw Thane den tact, een
spelletje pandverbeuren voor te stellen het groote
probleem werd daardoor vergeten en de avond ging
er zoo snel door voorbij, dat Sarah er eerst na elven
aan dacht, op de pendule te kijken. Toen brak het
gezelschap op, en juist hadden de dames haar kaarsen
genomen, toen opeens, ergens boven, de stem van
Nye klonk, zich verheffend in woedende verbazing.
Sir Tristram gaf den anderen een teeken, te blij
ven waar zij waren, en ging snel de koffiekamer in,
juist toen Nye de trap af kwam, een staljongen met
een angstig gezicht bij zijn kraag meesleepend. Toen
hij Shield zag, zei hij „Dat wurm heb ik zooeven
op de slaapkamer van sir Hugh gevonden, mijnheer!
Vooruit jij Zeg op, wat moest je daar
De staljongen huilde, dat hij niets kwaads had
gewild, en trachtte zich los te wringen uit de handen
van den herbergier. Nye schudde hem door elkaar,
hem bijna van den grond tillend, en sir Tristram zei
„Is 't een jongen van jou, Nye
„Ja, sir, 't is een jongen van mij, maar morgen
ochtend is bij van den veldwachter," zei Nye veel-
beteekenend. ,,'t Is een dief ze zullen hem wel op
transport stellen of ophangen."
„Ik hen geen dief, meneer Nye Heuscli niet Ik
heb toch niets gestolen van dien dikken meneer
„Wat moest je dan op zijn slaapkamer vroeg
Nye. „Je hebt hier in huis niets te maken, dat weet
je heel goed. Je bent door 't raam naar binnen ge
klommen spreek me maar niet tegendaar
staat de ladder nog Hij zocht de zakken van sir
Hugh's jassen na, de deugniet Wat heb je in je
hand Geef hier
Nogmaals probeerde de jongen weg te komen,
maar Nye gaf zijn rechterarm een draai, dat hij 't
uitschreeuwde en het voorwerp losliet, dat hij had
willen verbergen, 't Was een monocle van sir Hugh
Thane.
Nye stond er naar te staren en werd rood van woe
de. Hij greep den jongen steviger bij zijn kraag.
„Zoo, daar hebben we 't, hè Dat zul je bezuren,
Sam Barker
Sir Tristram nam hein het glas af en kwam rustig
tusschenbeide „Laat hem los, Nye. Hoor nu eens,
jongen als je de waarheid spreekt, zal je niets
gebeuren. Wie heeft je opgedragen om dit te stelen
De jongen verwijderde zich zoo ver van Nye, als
hij kon, en zei „De knecht van meneer Lavenham,
meneer, en ik wist echt niet, dat 't. kwaad kon Hij
kwam vragen of ik twintig guinjes wou verdienen
dan moest ik een oogglas opzoeken, dat meneer
Lavenham hier verloren had. De dikke meneer had
't, zei hij, en als ik 't vond en tegen niemand iets
zei, kreeg ik twintig guinjes. Da's toch geen stelen,
meneer Ik ben geen dief
„O niet zei Nye. „Als meneer Lavenham zijn
monocle verloren had, waarom kwam hij dan niet
gewoon hier, om er naar te vragen Je wist heel goed,
dat er iets achter zat
,,'t Was de monocle van meneer Lavenham. Als
ik niets vroeg, zei meneer Gregg, zou geen mensch
er last van hebben."
„Je zult eens zien, wat een last jij krijgt, als je niet
precies doet, wat ik je 1111 ga zeggen," zei sir Tristram
gestreng. „Als je kreeg, wat je toekwam, ging je zóó
't cachot in. Maar als je doet, wat ik zeg, zal ik 't
wel met Nye in orde maken. Luister goed ik wil
niet, dat. Gregg of meneer Lavenham er iets van
hoort, wat er vanavond gebeurd is. Als ze je vragen,
zeg je maar, dat je de kans niet kreeg om hij sir
Hugh op de kamer te zoeken. Begrepen
De staljongen, blij, dat hij aan zijn gerechte straf
ontsnapte, verzekerde hem, dat hij het volkomen
begreep. Hij betuigde stotterend zijn dankbaarheid,
beloofde een eeuwig feilloos gedrag en vluchtte.
Nye haalde diep adem. „Neem me niet kwalijk, sir,
maar ik was dien deugniet liever kwijt geweest.
Mijn eigen jongens omgekochtIk ben benieuwd, wat
we nog meer krijgen
Sir Tristram stond het oogglas te bekijken. Hij zei
langzaam „Dus ze hebben 't niet gevonden Wie
weet 1Hij sprak niet uit, maar liep snel naar het
salon. Hij werd bestormd met vragen, wat er gebeurd
was, en antwoordde kortaf „Een staljongen van
Nye is omgekocht, om het oogglas van den Beau te
zoeken. Hij heeft dit gevonden."
„Maar dat is van mij riep sir Hugh, er strak naar
kijkend.
„Dat weet ik."
„Ze hebben toch niet wéér mijn kamer overhoop
gehaald vroeg sir Hugh.
„Neen, alleen uw zakken omgekeerd, geloof ik.
Da's niet zoo belangrijk."
„Niet zoo belangrijk stoof sir Hugh op. „En als
ik bestolen ben da's zeker ook niet belangrijk
„Je bént niet bestolen," zei sir Tristram. „Maar ik
ben verbazend nieuwsgierig, waarom Basil er zooveel
voor over heeft, om dat oogglas terug te krijgen.
Waar heb je het gelegd, Thane Probeer 't je in
's hemelsnaam te herinneren! 't Is misschien van
het allergrootste belang
„Heb je 't over die monocle, die volgens jullie
allemaal van Basil was vroeg Ludovic.
Shield wendde zich naar hem toe. „Wat bedoel
je eigenlijk, Ludovic 1 Kende jij 't ding dan niet
7*