PEPSODENT TANDPASTA lOOO Gulden aan prijzen IRIUM helpt millioenen in den strijd tegen doffe, verkleurde tanden! de eenige met IRIUM Een roofvisch aan dien kaak door Altvych Clifford hA&iAA\fa Prijsvraag „Wat is dit? - Wat zegt dat?" 12 Joan Blondel! and kar ton. Warner Brother* Star. Appearing in „The Perfect Specimen". PEPSODENT is de eenige tandpasta, waarin deze opzien barende uitvinding is toegepast, die de tanden een verras sende nieuwe glans geeft. „Het is alsof een donkere wolk wegtrekt en de zon weer doorbreekt!" - zóó gevoelen zich millioenen na hun eerste proefneming met Pepsodent Tandpasta, waarin IRIUM is toegepast. De werking van Irium is zoo doel treffend, dat het de fraaie natuurlijke glans, die velen voorgoed verloren waanden, opnieuw te voorschijn brengt. Het houdt de kindertandjes gezond en sterk. Dank zij IRIUM schuimt Pepsodent heerlijk. Verfrisschend! De groote tube is voordecliger is van heden af gratis bij Uw fotohandelaar verkrijgbaar. Uitgeloofd zijn waaronder vele kostbare camera's. Elkeen mag meedoen. Wedstrijdformulieren kunnen ook met onderstaande coupon worden aangevraagd. l De camera voor alles De film voor foto-schoonheid 2 AMLLIOEN menscben bezit ten Voigtlander-c a m e r a s. VELE MILLIOENEN gebruiken Voigtlander-f i I m. Zegt u dat niets COUPON FIRMA J. P. VOS Nw. HAVEN 94. ROTTERDAM M.H. Zend mij gratis een formulier met de Voigtlënder-Prijsvraag 1938 Ruim twintig jaar achtereen was Tom Garrick als nachtwaker in dienst geweest van Parson's Machinefabriek. Eiken avond om tien uur verscheen hjj op het fabrieksterrein, maakte zijn rondjes en ging 's morgens om zes uur, als de eerste werklieden kwamen, weer naar huis. In al die jaren had hjj niet een nacht verzuimd, noch wegens ziekte, noch wegens vacantie. In al die jaren ook was er 's nachts nooit iets gebeurd, dat zijn optreden noodig maakte, geen inbreker had zich ooit ver toond en nog nooit had hij van zijn revolver gebruik hoeven te maken. Op een Zaterdagmorgen, toen hij ouder gewoonte, zijn weekloon kwam halen, nam meneer Dickson, de boek houder, hem mee naar het privékantoor en zei, dat hij even moest wachten. Zelf ging hij naar binnen en deed de deur dicht. „Meneer Parson, u hebt me van de week gesproken over bezuinigingsmaat regelen, die genomen moesten worden. Wat denkt u ervan den post van nacht waker op te heffen „Tom Garrick ontslaan vroeg me neer Parson langzaam. „Dat stuit mé tegen de borst. Hij is hier sedert de op richting van de fabriek en heeft vijftien jaar mijn vader gediend." Het zou een besparing opleveren van vijfentwintig dollar in de week," her nam de boekhouder. „Het is weggewor pen geld hij is hier tot niets nut." „Tot niets nut Hoe bedoelt u dat t" „Wel, vroeger toen uw vader hier pas begon, was de fabriek zeer afgelegen en was er dus reden een nachtwaker aan te stellen. Maar in den loop der jaren is de omgeving heelemaal volgebouwd. Er is volop politietoezicht en waarom zou er dan ook nog een nachtwaker noodig zijn Hij is hier blijven hangen uit sleur de macht der gewoonte is nu een maal zeer sterk. Daarenboven acht. ik hem allang niet meer berekend voor zijn werk. Hij is eerstdaags zestig jaar en wat zou zoo'n oude man kunnen uitvoeren tegen een paar jonge boeven Het zou een belangrijke en blijvende bezuiniging zijn, als u hem ontsloeg en een alarm installatie liet aanleggen. „Hm, misschien hebt u gelijk, meneer Dickson," gaf de fabrikant aarzelend toe. „Doe dan maar wat u het beste lijkt. Maar ik wil Tom niet van alles berooven. Hij kan hier wekelijks acht dollar komen halen, dan is hjj ten minste geborgen voor den ouden dag. Tom Garrick had alles gehoord. Hjj was even ontsteld als woedend. Wat had meneer Dickson gezegd? Was hij een nietsnut en al die jaren geduld uit sleur 1 Hij stond op het punt het privé kantoor binnen te gaan, maar het ont zag voor den baas hield hem terug. Hij had zelfs'den moed niet meneer Dickson ter verantwoording te roepen het zou net schijnen, of hij luistervink had ge speeld. En goed beschouwd hadden ze nog gelijk ook. Niet éénmaal was hij onmisbaar gebleken, of had hjj zelfs maar een verdacht persoon aan den haak kunnen slaan. Den eersten dag van Tom's ontslag was een Zaterdag. Toen hij dien middag gegeten had en het tegen vier uur liep, kreeg hjj slaap. Twintig jaar achtereen was hij dagelijks op dit uur naar bed gegaan en om kwart over negenen weer opgestaan, om naar de fabriek te gaan. Hij dommelde in op zijn stoel, werd weer wakker en ging naar bed. Precies op den gewonen tijd liep de wekker af. Tom schrok wakker, zette den wekker stil eri wreef zijn oogen uil. Het was Maart en buiten reeds lang donker. Hij stond op, zette thee en sneed zes boterhammen. Toen vulde hij zijn thermosflesch, pakte zijn brood in en ging de deur uit. Het was vijf minuten voor tienen, de. gewone tijd om naar zijn werk te gaan. Hij ging een paar straten door, kwam aan de fabriek en liep achterom naar zijn huisje. Plotseling echter bleef hij staan Ouder gewoonte had hij zijn blik naar boven gericht, waar de kantoorlokalen waren. Warempel ging het met eeii schok door hem heen in het privé kantoor brandde licht. Het ijzeren luik was gezakt, maar heel duidelijk zag hij door den smallen bovenkier een zwak schijnsel. Voor de eerste maal sinds twintig jaren was er onraad in de fabriek. Hij sloop op zijn teenen naar de deur en bewoog de kruk. Zij was open, geopend met een valschen sleutel. Even zacht verwijderde hij zich weer. Zoo hard hij loopen kon snelde hij naar de telefoon cel in de nabijheid en helde meneer Parson op. „Meneer. meneer," hakkelde hij, „u spreekt met Tom. Er zijn inbrekers in de fabriek. Komt u gauw en brengt u politie mee Ik houd de wacht met mijn revolver. „Ik kom terstond met mijn auto." hoorde hij meneer Parson zeggen en daarop snelde hij terug naar de fabriek. Het licht daarboven brandde nog steeds. Tom posteerde zioli bij de deur, met zijn revolver in de hand. Zijn eerste vangst in twintig jaar hjj hoopte dat het een goeie zou zijn. Minuut na minuut verstreek, het licht bleef branden, maai er viel daarbinnen geen geluid te ver nemen. Plotseling hoorde hij in de nabij heid een auto stoppen. Vliegensvlugge zwarte schimmen losten zich op in de schaduw van de fabriek. Vlak bjj hem doemden eensklaps vier gestalten op meneer Parson was de eerste. Hij kwek naar boven en wees ook de politieman nen op het licht. „De brandkast," fluisterde hij. „Me neer Dickson heeft gisteren toevallig dertigduizend dollar van de bank ge haald, om Maandag een paar groote betalingen te doen." De inspecteur, die de leiding had, knikte. „Revolvers, jongens," fluisterde hij. Heel zachtjes opende hij de deur. Onhoorbaar gingen de politiemannen de trap op. Meneer Parson en Tom volg den. Daarboven werd plotseling een deur opengerukt en klonk de barsche stem van den inspecteur „Handen op Een ontstelde kreet was het ant woord. De politiemannen drongen naar binnen, gevolgd door Parson en Tom. En toen slaakte de fabrikant plotseling een kreet. Voor de geopende brandkast stond meneer Diekson, op tafel lagen een paar bundels bankpapier en daar naast stond een geopende citybag. De dief zag doodsbleek en had moeite zich op de been te houden. Meneer Parson keek van hem naar het bankpapier, en legde een hand op Tom's schouder. „Goede vriend, je hebt me daar voor een belangrijken schadepost bewaard," bracht hij moeilijk uit. „Ik was niet ver zekerd, weet je. Meer toeval dan wijs heid wat deed je hier eigenlijk Tom keek hem verbaasd aan, maar eensklaps ging hem een licht op. „Ik was waarachtig vergeten, meneer, dat ik ont slagen was. De dagelijksche sleur van twintig jaren, moet u denken. Wat. me nooit éérder mogelijk was, heeft de macht» der gewoonte bewerkt voor het eerst in die twintig jaren heb ik een kanjer van 'n roofviseh aan den haak gesla gen

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 12