Kersenbonbons
zegt,
zegt:
DE PARASIET
qö c/kn OTace/n
27
floor Juan Torrrro
EX' is geschiedenis van twee man- de jaguar huilde en de slangen hem
nen en"n fortuineen geschiedenis, en zijn muildier dag en nacht met hun
die bewijst hoeveel waarheid er schuilt doodelijk venijn belaagden. Mensehen
in het bekende gezegde, dat een lood zag hij slechts zelden en dan nog al-
geluk meer waard is dan een kilo leen mestiezen en Indianen, die in hel
verstand. José Correros en Antonio hartje van de wildernis niet gewend
Michael kenden elkander reeds van hun waren een blanke te ontmoeten,
prille jeugd. Zij hadden allebei arme Ontkomen aan duizend gevaren be-
ouders, woonden in de armoedige falie reikte hij eindelijk den bovenloop van
de Jeronymo in Santaren naast elkander de Tapajos. Hij stond voor een dood-
en bezochten dezelfde armenschool, loopende kreek met kristalhelder water
waar zij beiden in één bank zaten. en te midden van een vruchtbare streek.
Hiermee echter hield alle overeen- Hier besloot hij voorloopig te blijven
komst op. José Correros was een intel- en zijn geluk te beproeven. Hij hakte
ligente jongen, leergierig, ijverig en hoornen, bouwde een hut, plantte aan
doordrongen van het streven het tot den eenen oever van de kreek zijn tabak
iets te brengen in de wereld. Antonio en zaaide aan de overzijde zijn koren
Michael bezat daarentegen slechts een uit.
middelmatig verstand en was bovendien Toen trok hij er met zijn gereedschap
gemakzuchtig en onverschillig. Dat hij op uit. Hij begon te graven en waschte
mee kon komen op school dankte hij de opgediepte aarde in een zeef in de
alleen aan de slinksche manier, waarop kreek. Aanvankelijk bleef hij in den
hij alles van zijn buurman afkeek het omtrek van zijn hut, doch het resultaat
onhebbelijk streven, om mee te profi- van al zijn zwoegen was slechts te-
teeren van de vruchten van andermans leurstelling. Hij groef alleen aarde op.
- arbeid, bleek toen reeds het eenige ta- die wel modder en steenen in de wasch-
lent te zijn, dat hij bij zijn geboorte had pannen achterliet, doch zelfs geen
meegekregen. schilfertje goud.
Het is eenigszins verklaarbaar, dat Het uitgezaaide koren en zijn tabak
die twee elkander niet uit konden staan, schoten welig op en hij kon zonder zorg
José minachtte den ander als een para- leven. Alleen dat éóne liet zich wachten
siet en Antonio haatte José om diens het gedroomde fortuin. Hij strekte zijn
superioriteit. Er was altijd wrijving tus- tochten verder uit en begon elders
schen hen - een wrijving die bleef, opnieuw. Zoo zwoegde hij een jaar
toen zij van school gingen en allebei lang tevergeefs, totdat hij er eindelijk
ezeljongen werden. Alle rechtgeaarde op een dag genoeg van kreeg. Hij liet
jongens uit het volk beginnen in San- zijn hut en zijn tabaks- en korenveldje
taren hun loopbaan als ezeljongen en in den steek en keerde teleurgesteld
pakjesdrager en José en Antonio maak- naar Santaren terug. Hier zwierf hij
ten geen uitzondering op dien regel, een tijd lang werkloos rond, totdat op
José verloochende echter zijn streven een goeden dag het ongeluk zich van
niet. Een half jaar later had hij een vas- hem afwendde. Hij kreeg een betrek-
ten winkel, waarvoor hij boodschappen king als portier in het grootste hotel
deed. Hij was beleefd en ijverig en nog van Santaren en hier bleef hij een
een jaar later stond hij als jongste be- fantastischen droom armer en een te-
diende achter de toonbank. Hij bleef leurstellende ervaring rijker geworden,
er drie jaar, kwam daarna op een kan
toor en klom er binnen vijf jaar op tot Er verstreken zeven jaren. José was
rechterhand van zijn patroon. Antonio gehuwd en leefde tevreden. Aan de
lummelde daarentegen nog steeds rond Tapajos dacht hij niet meer. De goud-
als pakjesdrager en krantenverkooper, koorts was spoedig geluwd, want geen
voerde zelf niet te veel uit, doch parasi- mensch vernam ooit, dat iemand er een
teerde op de armoede van een paar fortuin gevonden had. Op zekeren dag
kleine jongens, die hij voor een paar stond hij in de hal, toen er een dure
stuivers in de week van vroeg tot laat limousine voor den ingang reed. Ei'
liet draven en rennen. stapte een heer uit, dien liij tot zijn
Toen overkwam José een ongeluk, enorme verbazing herkende als Antonio
Zijn patroon stierf en de zaak werd ge- Michael. Hij trad de hal binnen, hun
sloten. Maanden lang zocht hij tevergeefs blikken kruisten elkaar en Antonio
naar een andere betrekking, totdat kwam op hem toe.
op een dag een koortsachtig gerucht in „Zoo, vind ik je hier terug!" be-
Santaren de ronde deed. Aan de oevers groette hij hem met een lichte grijns,
van de Tapajos, die heel diep in het „Ik dacht, dat je aan de Tapajos zat."
Braziliaansche binnenland ontspringt, „Allang niet meer," antwoordde José,
was goud gevonden Allen, die in San- nog steeds niet van zijn verbazing
taren beenen hadden om te loopen en bekomen. „Eb. u bent er toch ook
belust waren op een fortuin, pakten hun geweest
hebben en houden en trokken hals-over- „Acht jaar lang," zei Antonio. „Ik
kop de wildernis in, opgejaagd door de heb er mijn fortuin gemaakt."
goudkoorts, die slechts weinigen met „Uw. uw fortuin vroeg José
rust liet. ongeloovig. „Goud
Jose en Antonio behoorden even- „Och wat goud, er zit geen goud,"
eens tot hen, die door de zucht aan- grinnikte de ander. „Ik heb ook zes
gegrepen werden snel en gemakkelijk jaar voor niets geploeterd en gezocht,
een fortuin te winnen. Antonio ver- maar ik vond er iets, dat bijna net
trok het eerst, met weinig meer dan zoo kostbaar was als goud. Een dood-
een schop en de kleeren, die hij aan loopende kreek in een paradijsachtige
had. José was echter verstandiger. Hij omgeving met een verlaten hut en
begreep, dat hij geen luilekkerland daar omheen enorme tabaksvelden, die
binnen trok en bereidde de expeditie in het wild stonden te rijpen. Het was
grondig voor. Hij kocht een muildier, niemandsland en ik heb het direct in
gereedschappen, zaaikoren en tabaks- Diamantina in laten schrijven op mijn
planten en verliet volledig uitgerust naam. Vorig jaar is de Tapajos-Cultuur-
Santaren, vol goeden moed te zullen maatschappij gesticht, waarvan ik
slagen. directeur ben. liet is de edelste tabak
Weken lang volgde hij den loop van van Brazilië, die er rijpt en op het
de Tapajos, trok troostelooze vlakten oogenblik werken we er met honderd
door en rijkbeboschte streken, waar Indianen...."
DINGERS