Vuil zelf
uw biljet
maar in
floot*
DA VID GARTH
1
DE HOOFDPERSONEN:
Er was geen spiegel gebroken en geen zwarte
kat over den weg komen wandelen, maar tocli
liad Tom Brecket van Brocket's Reisbureau
kunnen voelen, dat hem iets boven zijn hoofd hing.
Er vertoonden zich dreigende voorteekenen. 't Was
een ongeluksdag.
Eerst was die oude dame er geweest had twee
uren geredeneerd over een reis de halve wereld rond
en toen een kaartje voor den autobus naar Boston
genomen. Toen had de oude mevrouw Pounce, die
even knorrig als rijk was, met alle geweld passage
willen hebben op een bepaald schip, dat al weken uit
was verkocht, en zij had onomwonden verklaard, dat
Brocket's Reisbureau nooit meer een cent aan haar
zou verdienen, als ze haar zin niet kreeg. En vervol
gens had hij een ingewikkeld reisplan uitgewerkt,
veel tijd en moeite er aan besteed, en toen hij klaar
was kwam hij te weten, dat 't voor een halven gek
van een schrijver was, die een persoon in een boek die
reis wou laten maken.
Maar de eigenlijke slag viel, toen de machtige
Daniel Lane het bureau kwam binnenstappen en
vertelde, dat zijn dochter zin had om de reizen van
medemenschen te verzorgen kon Tom Brecket 't
niet schikken, dat ze een plaatsje op zijn kantoor
kreeg
„Je herinnert je Felicia zeker nog wel vroeg de
machtige Daniel Lane.
Daar had je 't juist. Tom kon zich liarer maar al
te goed herinneren. „Ja zeker, meneer," zei hij met
een stem vol uitdrukking. „Ik eli.... jawel, me
neer."
„Dus zei meneer Lane.. „Je zoudt me er een heel
groot pleizier mee doen. Zou 't te schikken zijn t"
Natuurlijk. Toen had hij meneer Daniel Lane kun
nen vertellen, dat hij op zijn kantoor precies zooveel
behoefte had aan een vrouwelijk fuifnummer uit de
groote wereld als aan een gekleurden plattegrond van
oud New York. Dat luid hij kunnen zeggen, maar dan
had hij zijn reisbureau meteen wel kunnen sluiten
want de president van de Lane-motoren was een der
klanten die bij Toni Brecket het meeste geld in
't laatje brachten. Niet alleen reisde hij zelf veel,
en royaal, maar hij liet ook herhaaldelijk groepen
employe's reizen maken voor hun werk of bij wijze
van premie voor schoone prestaties en dat waren
geen peuleschilletjes.
Gezien deze omstandigheid beloofde Tom Brecket
dat hij het schikken zou, maar toen de machtige
Daniel Lane vertrokken was met zijn vierkante ka
ken, ging hij te keer als een bezetene.
„Felicia Lane riep hij tegen Binny Parker, zijn
bekwame blonde secretaresse. „Ik dacht al dat ik
voorgoed van haar af was, sinds dien keer twee jaar
geleden Toen deden zij en haar vader mee aan die
reis om de wereld, toen ik voor 't laatst meeging als
purser, en ik kan je verzekeren, dat ze méér spek
takel veroorzaakte dan een gebroken schroefas. Ze
is verwend tot over haar ooren, heeft niet 't minste
verantwoordelijkheidsgevoel, haalt de gekste dingen
in haar hoofden dat wil nota bene gaan werken
Ze wil reisbiljetten verkoopen en daar moet ze pre
cies óns voor kiezen
Binny zette een medelijdend gezicht. Zij was een
vlot, kordaat meisje met aantrekkelijke zeegroene
oogen en '11 allerprettigst lachje. „Enfin, dan krijgen
we ten minste wat schoonheid in huis," zei ze troos
tend. „Felicia Lane is een beeld Op die foto's in de
kranten ten minste."
„Ja, mooi is ze wel," gaf Tom Brecket toe, „maar
nu moet jij me eens vertellen, wat we hier met haar
schoonheid kunnen beginnen, als ze nog niet zooveel
hersens heeft als een kuiken
Dat wist Binny óók zoo gauw niet.
„Ik wel," zei Tom nijdig. „Niemendal Hij stak
een sigaret op en zoog een langen trek blauwen rook
in. „Allé, laat zij dan maar voor de schoonheid
zorgen als jij maar je hersens blijft gebruiken,
Binny. Dan zullen we samen geduldig zien te lijden
om wille van Lane's klandizie."
Nu keek Binny niet zoo medelijdend meer. Inte
gendeel, Binny Parker keek eenigszins toornig zijn
kant op, door de franje van haar lange donkere wim
pers. Werd er over beslist knappe meisjes gesproken,
dan mocht Binny Parker heusch óók genoemd wor
den en lang niet het laatste. Zij was er werkeüjk be
nieuwd naar, wanneer hij dat eindelijk eens ontdek
ken zou. Maar als Felicia Lane hier zat, was er best
kans, dat hij nóóit zoo ver kwam.
Tom Brecket,
de jonge eigenaar van een reisbureau.
Binny Barker,
zijn Monde en zeer bekwame secretaresse.
Daniel Lane,
de beste klant van 't reisbureau.
Felicia Lane,
zijn ietwat warhoofdige dochter.
George Barclay,
eens met Felicia verloofd.
Toen Tom Brecket ontslag nam uit zijn positie als
purser bij het Blauwe Anker en Brocket's Reis
bureau ging beginnen, hadden de leiders dier stoom
vaartmaatschappij de hoop gekoesterd, dat hij gauw
weer tot de zeevaart terug zou keeren. Immers,
„Brecket van het Blauwe Anker" was bij iedereen
gezien, passagiers zoowel als bemanning. Die slanke,
kwieke jongeman in zijn witte uniform wist uitste
kend den weg door de mazen van de immigratie-wet,
en kon lastige ambtenaren even goed aan als veel-
eiscliende en luidruchtige passagiers. Als hij er was,
ging alles goed.
Maar precies op zijn laatste reis had hij toch iemand
gevonden, waar hij de grootste moeite mee had, en
dat was Felicia Lane van de Lane-motoren en de
daaruit voortgesproten millioenen. In Tokio had hij
haar uit politiebanden moeten redden, omdat zij
op een onbekookte manier een fototoestel gebruikte
hij had haar door heel Shanghai loopen zoeken, toen 't
schip klaar lag om te vertrekken en de kapitein bijna
een beroerte kreeg hij had in Zuid-Afrika een wan-
hopigen sprong moeten wagen, toen zij in Krügers
Nationaal Wildpark uit den wagen was gekomen,
terwijl er leeuwen en bavianen en zoo in de buurt
wandelden.
Al had hij haar nooit weergezien, dan was 't hem
nóg te vroeg geweest. Nu was het de ochtend, dat
zij komen zouen toen hij precies om negen uur
aan zijn bureau plaats nam, voelde hij zich nauw ver
want aan de menschen, die in de buurt van den
Vesuvius wonen
Juffrouw Larie verwaardigde zich niet voor half
elf te verschijnen. Toen kwam zij het kantoor binnen
zweven, groot en slank, met zilvervossen onver
schillig over haar eenen arm zij trippelde naar zijn
bureau met brutaal klikkende hakjes en bewoog de
vingers van haar witgeschoeidehand. „Hallo, Tom,"
riep ze gemoedelijk, „hier ben ik, gereed voor den
strijd."
Ja, zij was tot feilen strijd toegerust brandstich
ting en moord en staatsgeheimen aan den vijand ver
koopen Zij had glanzend warmbruin haar en haar
groote donkerbruine oogen konden een vernietigen
den gloed uitstralen.
„Goeden morgen, Felicia," zei Tom, en hij stond op
om haar een hand te géven. „Lang niet gezien."
Het meisje ging zitten en keek hem strak in het
gezicht. „Ontzéttend langen tijd, is 't niet T" gaf zij
toe. „Maar ik heb je in 't oog gehouden Ja, heusch."
Haar blik overzag zijn gestalte in snelle samenvatting.
„De meeste mannen vallen tegen, als ze hun uniform
uittrekken," sprak ze haar eindoordeel uit. „Jij
heelemaal niet."
„Da's prettig," zei Tom. „En hoe zit 't met dat
werk Wou je heusch spoorkaartjes gaan zitten
verkoopen
„Ja zeker," zei Felicia. „Een massa vriendinnen
van me zijn in zaken gegaan. Ik had bij Marilyn
Andrews in de japonnen kunnen komen, maar ik doe
liever in reizen. Veel interessanter, is 't niet zoo
Tom knikte peinzend. Nee, 't zou wel niet lang
duren. Tot ze 't idee uit haar hoofd kwijt was en weel
een andere malligheid uit ging denken. Een poosje
ergens in liefhebberen en er dan niet meer naar om-
kijken zoo amuseerde men zich in die kringen.
„Laten we hopen dat 't je bevalt," zei hij vriende
lijk. „Je salaris zal vijfentwintig dollar per week be
dragen."
Felicia hield op met het uitkloppen van een sigaret
oj) de armleuning van haar stoel. Zij keek Tom
Brecket met een ongeloovigen blik aan. Toen schoot
zij in den lach. „Als 't een fooi was klonk 't heel aar
dig," giechelde ze. „Enfin, doet er niet toe mijn
lunch kan ik er allicht van betalen. Wat moet ik
doen
„Propaganda maken voor het reizen," antwoordde
Tom. „Klanten hier brengen. Dan doen wij de rest."
„Wij herhaalde Felicia.
Tom stelde haar voor aan Binny Parker. „Mijn
secretaresse en rechterhand," zei hij.
„Is 't heusch zei Felicia. Zij bekeek de blonde,
onberispelijk gekleede Binny oppervlakkig en toen
opeens met attentie. Er kwam zelfs een uitdrukking
van berekening in die bruine oogen.
Binny glimlachte. „Welkom in ons midden," zei
ze beleefd.
„Merci," teemde Felicia on zij knipte haar ascli
op den vloer. „Ik mag wel even opbellen, niet
Zij draaide een nummer, op den rand van Binny's
bureau zittend. „Hallo, Marjorie zei ze.... „Ik
ben aan 't werk, zeg. Ja, op Brocket's Reisbureau,
Nooit van gehoord Protégé van vader.
Tom liep terug naar zijn bureau en trachtte zijn
ergernis te verkroppen. Zoo, een protégé van vader,
hè Jawel en Felicia zag er een stuk speelgoed
voor haarzelf in. Zoo bekeek ze de lieele wereld,
waarom Brecket's Reisbureau dan niet
Zijn telefoon ging en hij greep er met een wild ge
baar naar. „Reisbureau Brecket," zei hij. „O, hallo,
meneer Lioe." Hij legde vlug zijn hand over de
microfoon en wendde zich naar Binny's kant. ,,'t C'hi-
neesclie consulaat," zei hij. „Geef even diit staatje
dat we uitgewerkt hebben voor dat gezelschap diplo
maten, die uit Engeland over New York terug
gaan."
Binny scheen te begrijpen, wat hij bedoelde, al kon
ze niets anders hooren dan Felicia's helderen, klate
renden lach. Zij gaf Tom Brecket snel een paar pa
pieren in handen.
„Tot uw dienst, meneer Lioe," zei hij. „Even zien
.veertien personen vliegtuig naar San Francisco,
twee dagen hotel, en dan vier plaatsen vliegtuig en
tien boot naar Shanghai. Klopt het, meneer Lioe.
Het eindbedrag.
„Wélke verkooping riep Felicia Lane. „Om
twaalf uur 0, kind, ik ben dól op etsen van Sant-
ley.
Tom probeerde te hooren. wat meneer Lioe zei.
Hij boog zich diep over zijn toestel en hield een hand
tegen zijn eene oor. „Hoe zei u, meneer Lioe Wón -
neer komen ze uit Engeland.Morgen. Par
don o, morgen over een week.
„Waarom kunnen we niet bij Rawdi lunchen
riep Felicia. Dat was toch 't eenvoudigste, schat.
Nu goed, als je beslist wilt. maar die hors
d'oeuvres van Èduardo vind ik afgrijselijk.... Ja.
goed, dan zal ik maar direct komen. Tot straks
hoor." Zij legde het instrument neer en stond op.
„Zegt 11 even tegen Tom, dat ik weg ben." zei ze on
verschillig. „Hij ziet me wel weer. Ik word wegge
roepen."
Tom eindigde even later zijn gesprek en zag, dat
zij weg was. Hij ging met zijn vingers door zijn don
kere haar, toen Binny hem de boodschap overbracht.
„Weggeroepen herhaalde hij. „We zullen niet
veel pleizier van dat wicht beleven. Ik voel 't." Hij
schudde zijn hoofd en schoof toen weg van zijn
bureau.
„Pas je even op, Binny f Ik moet naar 't Chinee-
sehe consulaat om rnet Lioe af te maken. Ik geloof
wel dat we de order hebben, maar je kunt nooit
weten."
llij bleef op den drempel staan en lachend keek
hij haar aan. „Heb je ooit zoo iemand als Felicia mee
gemaakt vroeg hij. „Op die wereldreis moest de
kapitein mij er nota bene aansprakelijk voor stellen,
dat ze 't orkest niet den heelen nacht wakker hield.
En dat was nog maar een kleinigheidje betrekkelijk.
Ze is gewoon gek. Maar," ging hij met overtuiging
voort, „ze is best om aan te kijken. Jammer dat ze
er niet wat hersens bij heeft."
„Is dat niet een beetje veel gevraagd zei Binny.
„Schoonheid en verstand bij één meisje f"