YVONNE VERRAADT HET GEHEIM: iOnh 4ehltiwi tA dokucOl PALMOLIVE cl&ieefimet OLUfOLIE/" levi in v«il Vein Eddy 2 MILUOEN 30 ANNETTE floor John Houston Opslag, je zegt opslag vroeg John North, met een paar oogen als schotels en een klank van grondelooze verbazing in zijn stem. „Hoe lang ben je hier in dienst, jong- mensch Eddy Murphv slikte dapper het zenuwachtige gevoel weg, waarmee hij het privékantoor binnengekomen was. „Vijf jaar, meneer. Ik ben nu vijfen twintig jaar. getrouwd en vader. U zult misschien begrijpen dat honderd dollar in de maand niet te veel is voor een gezin. Mijn broer, die nog een jaar jon ger is dan ik, verdient al honderdvijftig dollar in de maand." Kr lag een spottend glimlachje om den mond van John North makelaar in effecten, huizen en hypotheken. „Vijf jaar, zeg je En wat heb je hier al die jaren gedaan „Meneer Barry geassisteerd, meneer," hakkelde Eddy. „Juist, je bent hier gekomen als assistent van den kassier-boekhouder en dat ben je nog. Dat wil zeggen je boekt nu al vijf jaar cijfertjes in, telt ze op en nog eens op. omdat je niet zeker bent van jezelf -en daarmee basta Over tien, twintig jaar zal je datzelfde werk nog doen. Er zit geen ambitie in je, geen streven om vooruit te komen. Anders was je allang van dat krukje tegenover meneer Barry afgestapt en ergens anders gaan zitten, waar je meer vooruitzichten had. Voor het werk dat je doet is honderd dollar voldoende. En wat je broer betreft - wat doet je broer „Die is verpleger, meneer." „Nou, dan is het voor de zieken te hopen, dat er meer in hem zit dan in jou als kantoorbediende," hekelde John North. „Ik moet het eerste bewijs nog van je zien, dat je iets meer bent dan een menschelijke automaat. Nooit heb ik bespeurd, dat er initiatief in je stak. (>a maar aan je werk zoodra je blij ken hebt gegeven, dat je nog iets meer kan dan cijfers optellen, zal ik eens aan je denken Eddy stond bedremmeld op het I matje voor de deur van het privékan toor. Op zoo'n ontvangst was hij heele- tnaal niet voorbereid geweest. Hij was woedend en beschaamd en het liefst zou hij zijn hoed gegrepen hebben en het baantje hebben laten loopen. Maar hij dacht aan Maddy en kleinen Tommy en keerde mokkend terug naar zijn krukje tegenover meneer Barry. Dien avond echter, toen zijn booze stemming een beetje gezakt was. moest hn John North in zijn hart gelijk geven. I nderdaad, hij had nooit meer gepres teerd dan het stomme werk van een rekenmachine en dan nog niet eens zoo feilloos als een rekenmachine. Een jongen van vijftien jaar zou hetzelfde werk even secuur en misschien met meer ambitie hebben gedaan. Maar was het goed beschouwd zijn schuld, dat hij niet kon toonen vooruit te willen in de wereld Hij kón eenvoudig zijn vleu gels niet uitslaan in da t benauwde hokje, waar meneer Barry hem voortdurend op de vingers keek en zich met de piet- luttigste dingen inliet. Nam hij werk ter hand dat tot het domein van den kassier behoorde, dan was deze er dadelijk bij, om hem tot de orde te roepen. „Blijf daar met je vingers af zorg liever dat je eigen zaken kloppen," kreeg hij onmiddellijk te hooren en dat was fnuikend voor het geestdriftigste initiatief. Ja, als hij zjjn gang eens mocht gaan, dan zou hij wel weten wat hij deed. Eddy's gedachten namen een nog wijdere vlucht. Als hij eens mocht doen wat liij wilde en werkelijk initiatief mocht toonen, dan ja, dan zond hij allereerst meneer Barry met vacantie. Hij zou hem niet verzóéken met vacan tie te gaan, maar hij zond hem eenvou dig wég. In de laatste vier jaren had de kassier geen dag zijn werk verzuimd onder voorwendsel, dat hij alleen stond in de wereld en dus toch niet wist waar hjj heen moest. Maar Eddy vertrouwde dat smoesje niet. En even weinig vertrouwde hij meneer Barry en zijn manipulaties met de boeken. Hjj zat er veel te veel in te knoeien met potlood, inkt en radeergom. De steelsche blikken, die Eddy vaak op zich voelde rusten, de schrikachtige beweging, waarmee meneer Barry soms opzij keek als de deur onverwTacht openging en nog zoo veel andere kleinigheden méér, die alleen iemand opmerkte, die nu al vijf jaar dag aan dag tegenover hem zat, dat alles gaf te denken. Maar wat kon hij eraan doen Meneer Barry was al zestien jaar aan de zaak en genoot het volste vertrouwen van den baas. Als hij met vermoedens bij John North kwam aankloppen was er kans, dat hij binnen drie minuten op straat stond. En was de baas soms al bereid naar hem te luisteren en een onderzoek in Barry's boeken in te stel len, dan was er nóg alle kans, dat meneer Barry hem met zijn zalvende stem en valsch cijfergegoochel zou overbluffen en dan stond Eddy eveneens op straat. Neen, hoe hij de geschiedenis ook wendde of keerde, hij kon niets doen zonder gevaar te loopen zijn betrekking kwijt te raken en Maddy en-Tommy eraan te wagen. Als er iets haperde aan het beheer van den kassier, dan moest hij dat in het geheim zien op te sporen en met deugdelijke bewijzen bij den baas aankloppen. Maar dit was uit gesloten zoolang hij niet minstens voor een paar dagen de boeken in handen kreeg, viel er niets te hopen.... Moe van de zorg en het gepieker viel Eddy tegen den morgen in slaap. Maar in zijn droomen werd hij nog geplaagd door de vraag, hoe hij meneer Barry zijn boeken zou kunnen ontfutselen. Eddy ploeterde voort voor honderd dollar in de maand. Kleine Tommy groeide uit zijn babykleertjes en begon aan de gemeenschappelijke tafel mee te eten, die toch al niet al te ruim voor zien was. Zijn gezichtje werd met den dag blozender en ooiijker, dat van Maddy zorglijker en Eddy's gezicht wanhopiger. Hij kon zijn gezin niet meer geven wat het noodig had en meneer Barry scheen den duivel op zijn hand te hebben. Welke arglistige stre ken hij ook verzon, om hem zijn boeken afhandig te maken, nooit gelukte het hem er zelfs maar een blik in te slaan. De kassier borg ze 's avonds zelf in de kluis en haalde ze er 's morgens zelf weer uit. En zelfs als hij zich op den dag soms een oogenblik verwijderde, gingen ze secuur in de kluis. Het was voor Eddy om razend te worden én het versterkte dagelijks zijn wantrouwen. Op zekeren dag. toen meneer Barry tegen het middaguur de boeken weer had opgeborgen, trad toevallig de jong ste bediende binnen. Met een schichtigen blik naar de deur sloot de kassier de kluis. In de haast vergat hij echter bijtijds zijn knie terug te trekken, zoodat deze klem kwam te zitten. Hjj slaakte een kreet yan pijn en die kreet lokte menschen bezitten Voigtlander camera's VELE MILLIOENEN gebruiken Voigtlander film. Zegt U dat niets CÉCILE Vijfling uitknipboeken zijn niet meer voorradig. PRIJSVRAAG 1938 gratis verkrijgbaar of bij de Firma J. P Er is weer een nieuwe Voigtlander Prijsvraag met 1 000 gulden aan prijzen. Bij Uw fotohandelaar Vos, Nieuwe Haven 94, Rotterdam, Tel. 1 5000. Een mooie teint is tegenwoordig niet meer het monopolie van enkele bevoorrechte vrou wen. Iedere vrouw kan nu, evenals de Cana- deesche vijfling, een zachte huid bezitten en een stralende teint. Om dit te bereiken, hoeft U slechts Palmolive te gebruiken, de zeep, waarin zooveel olijfolie verwerkt is. Haar roomachtig schuim verzacht de huid en stimuleert haar. Het is een ware schoon heidsbehandeling, die binnen het bereik is van ieder. Neemt schoonheid in voorraad door vandaag nog 3 stukken Palmolive te koopen. Palmolive Zeep voor de teint! Palmolive Shampoo voor hel haarHet maakt hel haar zacht en geeft het een natuurlijke glans. - Prijs 15 ct. per pakje van 2 shampoo's. optiek is uniek! Kleinbeeld camera's eischen twee dingen. Voor het negatief - uiterste scherpte. Voor de opname - onmiddellijke paraatheid. De Voigtlander Brillant V 6 is een sterk staaltje van modernen camerabouw, uitgerust met de wereldberoemde Voigtlander-optiek. Dit technische lenswonder vindt U uitsluitend op Voigtlander camera's. Voor vlugge opnamen is de Brillant V 6 prachtig met haar sportzoeker voor foto's op ooghoogte. In de zoeker-schacht ziet U het op te nemen beeld glashelder en duidelijk. Ingebouwde wachtkamer voor het opbergen van filter en voorzetlens of belichtingsmeter, inrichting om te ver doordraaien van de film te voorkomen completeeren dit technische wonder.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 30