r
v -n/* mT'ïj- M
-unrrmT._
r I J|
f w
1=1
—5* ÏS-
mooi gezicht op het aan beide zijden can de Annabaai gelegen Willemstad, thans door een brug
verbonden, met op den achtergrond het groote binnenmeer, het Schottegat.
Een mooie kijk op den rijken plantengroei, dien men
op tal van plaatsen in de Gunucu vindt.
gaan'en het rondloopend vee voor elke ongewenschte
en opdringerige excursie te behoeden.
De veestapel
Een plantage zou natuurlijk niet ten volle ren
dabel zijn zonder veestapel. Naast koeien, varkens
en schapen zijn hier de meest voorkomende die
ren de cabriten of geiten. De cabriten zijn aan
gewezen op de „mondi" (de wildernis buiten de
hofjes), waar ze zich volkomen thuis voelen en
vinden, wat ze noodig hebben. In groote kudden
trekken ze bij het aanbreken van den dag uit de
kralen (niet overdekte hokken), waar ze den nacht
doorbrengen, grazen de plantages af en tegen het
appelen, sinaasappelen, mispels, mango's, bananen,
papaya's, cocosnoten enz. Ook zijn er hofjes, waar
men door middel van een irrigatie-systeem groenten
verbouwt, zooals boontjes, warmoes, sla, spinazie,
komkommers, uien, wortelen enz., terwijl sommige
hofjes zich ook toeleggen op het kweeken van bloe
men en rozen. In het algemeen is zoo'n hofje der
halve de voorraadschuur aan bloemen, vruchten of
groenten der plantage.
Het spreekt vanzelf, dat de bloei van een hofje
afhankelijk is van de aanwezigheid van zoetwater-
putten. Hier, méér dan elders, waar een droge pas
saat waait, is water absoluut onmisbaar. Daarom ook
heeft men overal diepe putten gegraven met Ameri-
kaansche windmolens, die het water naar boven
halen en overhevelen in betonnen
bakken of via een systeem van
over of hoog boven den grond
loopende buizen rechtstreeks bren
gen, waar men het noodig heeft.
Het oude systeem van vervoer per
waterton en ezeltje vindt, men
overigens ook nog wel.
Die hofjes bevinden zich meestal
in de laag gelegen gedeelten der
plantages, omdat zulk een plaats
bij uitstek geschikt is als verza
melplaats voor liet hemelwater, dat in den regen
tijd bij stroomen neerkomt en opgevangen wordt
binnen stevige dammen van zand of beton.
Dammen en diepe ligging bieden overigens een
uitstekende bescherming tegen den passaat, die
er weinig of geen vat heeft op alles, wat er wordt
geteeld.
Waar moet men Curasao's
schoonheid zoeken
Wil men Curasao's natuur in al haar eigenaardige
pracht bewonderen, dan zal men dit alleen kunnen,
wanneer men er niet tegen opziet, te voet door het
eiland te trekken, de landhuizen te bezoeken, een
kijkje te nemen in een der vele hofjes, de heuvel
ruggen en bergtoppen te beklimmen. Want, iedere
heuveltop leert u een ander en nieuw aspect van
Curacjao kennen, brengt u een panorama, dat het
oog bekoort. Daar leert u Curasao zien, zooals Tiet
werkelijk is, buiten het nuchtere en prozaïsche van
het, zakenleven om daar en daar alleen voelt, men,
dat deze kale, dorre klip, zooals men het eiland ten
onrechte vaak noemt, inderdaad is en blijft, een
„stukje onvervalscht, Nederland", dat men niet
graag zou willen missen.
Wordt vervolgd
J)e haven van Curagaa, zooals ze was in het midden der achttiende eeuw, toen Franschen
en Engelsehen dit eiland onder den wind nogal eens aandeden.
rei
In buizen, die over of boven den grond loopen, wor
den de hofjes der plantages en het vee,van drink
water voorzien, dat door de windmolens diep uit den
grond wordt gepompt en gebracht wordt waar men
het. noodig heeft.
vallen van den avond klinkt, over de plantage en
weerkaatst door heuvel en berg liet. welbekende
„lioei"-geluid, uitgestooten door den een of anderen
zwervenden arbeider. De cabriten kennen dit, geluid
eii komen onmiddellijk terug naar de kralen om er
aan de watervergaarbakken hun dorst, te lesschen
en de nachthokken te betreden. Natuurlijk komt
het, een enkelen keer voor, dat een eabrit niet terug
keert, verwildert en schuw wordt en een eigen leven
tje in de wildernis blijft leiden. Doch meestal zijn
dit exemplaren, die in de wildernis zijn geboren en
de roepstem der natuur niet kunnen weerstaan.
De hofjes
Wat verstaat men nu eigenlijk onder zoo'n „hof
je" Want in tegenstelling met de vaak onder
Nederlanders verbreide meening is het „hofje" geen
synoniem van plantage. Er zijn hofjes, waarin
honderden diverse tropische vruohtboomen zijn te
vinden, kleine en groote met grape fruits, oranje-
pm.