ranissM
roepend „Leve Napoleon II En onderwijl werd
de Oostenrijksche aartshertog, de gevangene en de
angst van Metternieh, naar bed gestuurd. Er werden
hem geneesmiddelen voorgeschreven, maar tegen
onvoorzichtigheden werd niet gewaakt er was
geen liefde in de verzorging van dien verpleegde
Er waren er, die het levensgevaar met een zekere
voldoening constateerden en de moeder van den
patiënt was een armzalige, gemakzuchtige, ijdele
egoïste. Had Metternieh den dood van Napoleon's
zoon op zijn geweten, dan was Marie-Louise zijn
voornaamste medeplichtige.
Naar het sterfbed van haar kind kwam zij toch
eindelijk. De eerzucht van den jongeman was met zijn
levenskracht verstorven hij begreep, dat zijn leven
om was, en kon nog maar klagen „Mijn geboorte en
mijn dood. da's mijn heele geschiedenis."
In den nacht na den 21en Juli 1832, toen Marie-
Louise al sliep, richtte de prins, die in een soort ver-
dooving had neergelegen, zich eensklaps op in zijn
kussens en riep
MutterMniter 1 Ich gehe unter!"
Zijn verplegers trachtten hem te kalmeeren. Hij
greep met zijn hand naar zijn keel en zijn borst en
hakkelde „Roep mijn moeder Roep mijn moeder
In de wildheid van zijn bewegingen had hij met zjjn
Napoleon's zoon als hertog van Reichstadt.
hoofd tegen een punt van een tafeltje gestooten.
Hij fluisterde „Neem dat tafeltje maar weg ik heb
niets meer noodig."
Toen de moeder aan het bed stond, keek de jonge
man haar aan en maakte hij een lichte hoofdbewe
ging. Er kwam een priester, die hem het Heilig
Oliesel toediende. Daarna lag de zieke stil, zijn adem
werd steeds zwakker. Om vijf uur in den morgen
keek hij zijn moeder aan, bewoog tweemaal het hoofd
heen en weertoen hield hij op met ademen en
zijn lippen verstijfden.
Het adelaarsjong had de vleugels uitgeslagen
om weg te zweven, een andere wereld in.
Voor de lezers, die zich voor dit boeiende onder
werp interesseeren, dient vermelding, dat als negende
nummer der bekende Kennemer Serie zoo juist is
verschenen het schitterende, meesleepende boek van
Pierre Nezelof „Napoleon en zijn zoon, het adelaars
jong" dat bij wijze van "premie voor onze lezers tegen
een zeer geringe vergoeding wordt beschikbaar
gesteld.
In dezen aangrijpenden roman wordt op uiterst
gevoelige wijze het tragische leven van het adelaars
jong aan het Weensche hof beschreven, zijn geluk
kige kleuterjaren, omstraald door de liefde en zorg
van zijn grooten vader, de onverschilligheid en het
lichtzinnige leven van zijn moeder.
Een boek, dat niet nalaat een diepen indruk te
wekken en tevens de historische dagen uit het begin
der vorige eeuw doet herleven.
liet portret van den hertog van Reichstadt, Napoleon
door zijn vrienden aangeboden tijdens zijn balling
schap op 8t. Helena. „Mijn zoon riep Napoleon
getroffen uit, toen het schilderstuk ontbloot werd.
Ontroerd dankte hij zijn vrienden, die hem met dit
geschenk zooveel vreugde verschaften, want steeds
waren zijn gedachten bij z'n zoon, naar wien hij zoo
smartelijk verlangd had, op wien zij-n hoop en toe
komst waren gebouwd en die hem zoo jong werd
ontnomen.
De hertog van Reichstadt opgebaard in de kapel van den Hofburg te Weenen.
De hertog van Reichstadt op zijn doodsbed.