EEN GROOT STOOMSCHIP „SPOORLOOS" VERDWENEN! fn de dagen, toen de groote zeilschepen de oceanen bevoeren, was het een veelvuldig voorkomend verschijnsel, dat een schip de haven verliet en men er, nadat het aan den horizon was verdwenen, nimmer meer iets van hoorde of zag. Overgeleverd aan wispelturige natuur elementen, zwalkte de bemanning soms wekenlang in een schier onmetelijke ruimte van lucht en water, zonder dat de mogelijkheid bestond om zich met een ander schip of met de bewoonde wereld in ver binding te stellen. Hieraan danken wij de romanti sche verhalen van zeelieden, die als opvarenden van een schip, dat werd geacht ,,met man en muis" te zijn vergaan, na jaren eensklaps weer in den familie kring opdoken. Hoewel onze geperfectionneerde moderne tijd de menschheid niet gehéél bespaart voor scheepsram pen, meende men, dat er bij de scheepvaart van een spoorlooze verdwijning practisch geen sprake meer kon zijn. Immers, het drukke verkeer op de wereld zeeën en de radio-installatie, die ieder schip volgens wettelijke voorschriften aan boord moet hebben, sluiten uit, dat een schip ten onder kan gaan zónder dat vaartuigen, die zich in de nabijheid bevinden, hiervan iets merken. Zelfs is het in de meeste ge vallen mogelijk door snel den steven te wenden en full-speed naar de plaats des onheils te stoomen hulp te bieden en opvarenden te redden. De befaam de, door scheepsmarconisten geseinde noodkreet S.O.S. heeft in den loop der jaren reeds menigeen voor een wissen zeemansdood bewaard. En toch op 8 Maart van dit jaar verliet het 5.456 tonnen metende Engelsche stoomschip „Anglo- Australian" de haven van Cardiff om spoorloos te verdwijnen De havenstad Vancouver, de be stemming van het schip, zou dit nimmer zien binnen varen en de bemanning zou niet, gelijk 't recht- geaarden zeelieden betaamt, aan wal gaan passa gieren om de vermoeienissen van de lange reis te vergeten. Op 24 Maart ontvingen de reeders nog de gebrui kelijke, draadlooze mededeeling, dat de Azoren waren gepasseerd en aan boord „alles wel" was. Dit blijken achteraf de laatste teekenen van leven te zijn geweest, want sindsdien heeft men niets meer van het schip vernomen. Men staat hier voor een mysterie, dat in zijn toedracht herinneringen oproept aan de scheeps- ONDANKS TECHNIEK DER TWINTIGSTE EEUW drama's uit voorbije perioden, die men in de twin tigste eeuw echter onmogelijk achtte. De geheim zinnigheid, waarin deze ramp is gehuld, wordt groo- ter bij de wetenschap, dat de Anglo -Australian" twee goede radio-installaties aan boord had en dus, bij een defect aan het eene apparaat, het tweede in gebruik kon worden genomen. Toch heeft men sinds den vierentwintigsten Maart geen teeken van leven ontvangen, zelfs niet het S.O.S., waardoor bij een dreigende ramp binnen korten tijd hulp ter plaatse was geweestberekeningen hebben namelijk uit gemaakt, dat het verdwenen schip in géén geval op meer dan vijftig mijlen afstand kon zjjn van een ander vaartuig. Er zijn geen omstandigheden, die een aanwijzing vormen tot de mogelijke oorzaak, waardoor dit schip kan zijn ten onder gegaan. Het voerde geen lading mee, doch slechts water als ballast. Ontplof bare stoffen bevonden zich niet aan boord. De reede- rij, aan wie het schip toebehoorde, staat bekend als een onderneming, die immer bedacht is op de veilig heid van haar schepen en opvarenden. Als bewijs hiervoor kan gelden, dat over een periode van vijf entwintig jaar, met uitzondering van den wereld oorlog, geen schip verloren ging. Een verdere vraag, die deskundigen zich stelden, was, of de gezagvoerder door roekeloos beleid een ramp kon hebben veroorzaakt. Doch volgens menschelijke berekening moet ook deze mogelijkheid worden uitgeschakeld, aangezien de kapitein, F. Parslow, bekend stond om zijn zeevaartkundige kennis en om zijn voorzichtigheid. Het ligt voor de hand, dat deze mysterieuze ver dwijning aanleiding heeft gegeven tot tallooze theo rieën. Hierbij trad steeds weer de moeilijkheid naar voren, dat geen aannemelijke verklaring kon worden gevonden voor het onheilspellende stilzwijgen van den marconist. Een simpel S.O.S., uitgezonden op het allerlaatste oogenblik, had een tip van den sluier kunnen oplichten en althans zekerheid ver schaft omtrent de plaats, waar het schip is ge zonken. De directeur van een groote verzekerings maatschappij, wier risico grootendeels ligt op het gebied van de scheepvaart, is van meening, dat we hier hebben te doen met een uitzonderingsgeval, waarvan er één op de millioen voorkomt. Slechts door rekening te houden met een bjjna onmogelijken samenloop van omstandigheden is men in staat de tragiek van de ramp te benaderen. De bodem van het schip kan door een uitstekend gedeelte van een rif zijn opengereten, juist op een moment, dat de marconist zijn hut een oogenblik had verlaten. Ofwel, de marconist keek toevallig over de reeling, werd weggeslagen door een plotseling aanrollende vloedgolf, die zich tevens op het geheele schip stortte en het tot zinken bracht. In beide gevallen zou het uitblijven van noodsignalen dus kunnen worden verklaard. Verder oppert men de mogelijkheid van een plotselinge explosie in de bunkerruimte, waardoor tevens de zendapparaten van den marconist zouden zijn vernield. Men acht het zelfs niet uitgesloten, dat er onverwachts een zware, kortstondige storm opstak, die de stuurinrichting van het schip onklaar maakte en de zendinstallaties ontwrichtte. De kunde van een marconist reikt meestal wel zoover, dat hij de schade voorloopig weet te herstellen, doch de tjjd, die hiervoor noodig is, kan in dit geval het schip noodlottig zijn geworden. Immers een vaartuig met een ontredderde stuurinrichting is willoos aan de golven overgeleverd en één hevige stortzee, die dan niet door een handige manoeuvre kan worden ontweken, zou het schip binnen enkele minuten in zinkenden toestand brengen. Maar iedere veronderstelling en iedere meening, die wordt uitgesproken, berust op geen enkel tast baar feit. Het radio-apparaat van de „Anglo-Austra- lian" heeft sinds vierentwintig Maart gezwegen en zal zich waarschijnlijk wel niet meer laten hooren. De onbekende diepten van den Atlantischen Oceaan verbergen een geheim, dat zelfs het vernuft van on zen modernen tijd niet tot oplossing kon brengen. Op de gebruikelijke manier zal de Raad voor de Scheep vaart uitspraak doen, de verzekeringsmaatschappij zal den reeders de materieele schade vergoeden, de nabestaanden van de zeelieden zullen in hun leed moeten berusten en de annalen der scheepvaartge schiedenis zullen een mysterie meer tellen een mysterie, dat zich voltrok ondanks de volmaakte techniek der twintigste eeuw

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 14