DE PASSAGIER IN C iv floor Will MvMovrorv In het donker, tegen de radio - cabine, zat Perrin stokstijf in zijn dekstoel en de hand, waarin hij zijn sigaar hield, bleef stil een eind van zijn lippen, terwijl hij luisterde. „Versta je me niet fHet was de marconist, die de scheepstelefoon gebruikte. „Ik ben al tien minuten aan 't probeeren ja, kantoor van den purser. Ik heb iets uit New York van de politie, iets leuks. Ze zoeken een van onze passagiers C-dek. Hij neemt de beenen naar Havana met 50.000 dollar.niéts belangrijk Dit is precies even belangrijk. Hallo Hallo Wat mankeert die telefoon toch Perrin op zijn beenen in één rollende bewe ging, vlug als een athleet, die gespannen wacht op het startsignaal. Hij stond breed voor de deur opening, vierkant en zwart zijn krachtige gestalte in smoking tegen het licht van de cabine. Zijn aandach tige oogen letten op den marconist daarbinnen. „Breng dat maar bij hem," zei de marconist, zijn assistent een papier toegooiend. „Een eerste-klas- schurk.aan boord en hij vindt 't niet eens de moeite waard, om te antwoorden. Hij zweeg, toen htj Perrin zag staan. „Pardon, meneer, maar passagiers niogeu niet. „Weet ik, weet ik," zei Perrin vlug. „Maar ik hoorde 't zonder erg. We hebben dus een dief. „'t Is niet de bedoeling, dat 't bekend wordt," zei de marconist fronsend. „Als u iets opgevangen hebt, moet ik u dringend verzoeken er over te zwijgen." Ver in de diepten van het schip rinkelden bellen. Zwakke tonen van 'n orkest kwijnden en stierven weg, „Ja maar, een schurk in ons midden. gewapend misschien.Perrin schudde bezorgd zijn hoofd en drukte zijn lippen op elkaar, ,,'t Kan iedereen zijn. misschien mijn naaste buurman."..." „Wie weet." De marconist gaf zijn assistent een wenk. „Gauw nu maar. En kijk wat er aan mankeert beneden. Ik kan geen verbinding krijgen." Perrin versperde stevig den weg. „We dienen toch minstens te weten, hoe de man heet. We hebben als passagiers recht op een zekere bescherming. „Opzij alstublieft Een jonge officier, met zweet druppeltjes op zijn voorhoofd, drong voorbij naar den marconist. „Gauw zenden We konden je niet te pakken krijgen, 't Is mis.Pardon Hij sloeg Perrin de deur voor zijn neus dicht. Pit de donkerte hoogerop kwam het gieren van een sirene, het gerinkel van bellen overstemmend. Eén. twee.... drie schorre vlagen toen een seconde stilte, verbroken door de heftige stemmen van man nen en het onderdrukte gillen van een zenuwachtige vrouw. Voeten klepperden over het dek, een licht bundel boven de hoofden verdween in de duister nis, schoot, toen weer aan, zwakker, en Perrin werd meegesleept door een jachtenden stroom pas sagiers, die hem wegtrok van de cabinedeur. Hij greep de linnen mouw van een steward, die door de menigte drong, met een stapel reddiugsgor- dels in zijn armen. „Wat is er te doen Toch geen oefening zoo laat „Ik weet 't niet, mijnheer," hijgde de inan. „Ik moet ze uitdeden aan de vrouwen. Door het gedrang vielen eenige gordels op het dek. Perrin greep er een, stopte hem onder zijn arm en drong met forschen schouder door de volte, die. uit de hutten en gangen zwol. Vrouwen, die kleedingstuk- ken om zich heen trokken, werden door stewardessen geleid een blondine stak schril lachend haar armen dooreen mannenjas een dikke man met '11 vlekkerig gezicht en bolle schrikoogen riep 0111 „Jenny", ploe terde tegen den stroom in, botste tegen iedereen aan. Perrin drong rustig, onverschillig voor het ge schreeuw, verder voort door de lange stuurboord- gang van het B-dek. Ifij had een taak voor zich, die hij onverwijld meende te vervullen. Die opschudding plotseling, vlak na die boodschap van de New- Yorksche politie, had geen afbreuk gedaan aan zijn zelfbeheersehing. Het was voor hem eenvoudig zoo'n onvoorzien geval, waar een man met vlugge hersens zijn voordeel mee kon doen, terwijl anderen hun hoofd kwijt raakten speciaal een man, die juist erg in 't. nauw zat, omdat hij 50.(KMI dollar in papieren aan toonder bij zich had, omdat er achter hem in New York een man dood lag en de politie ijverig zocht naar den moordenaar. Ontploffingen midscheeps,... kunsten van stakke- rige baliekluivers. voor-den-gek-houderij met een bootoefening.stukjes zenuwachtig gesprek bruis ten 0111 hem heeneerste stuurman vermoord nonsens, de leider van den pleiziertoeht zegt. 't zelf.... brand. zinken. in de rookkamer zien zitten.... me gewekt.... dwaasheid zoo laat..., Jenny! Waar ben je, Jenny Jenn-n-ny Goudgalon glom in liet licht boven aan de voorste kajuitstrap, waar je naar de liften ging. „Sloependek. Dezen kant. Doorloopen allemaal. Denkt u daar nu maar niet 0111, mevrouw. Sloependek. Den steward volgen. Helpt u die dame even en doorloopen Lift is buiten dienst. Derde dek hier boven. Perrin sprak zacht aan het oor van den officier. „Hoeveel tijd hebben we nog Geen bakersprookjes. Ik moet 't weten." De man keek met een snellen, taxeerenden blik in de staalstrakke oogen. „Een kwartier waarschijnlijk niet zeker te zeggen. Helpt u een handje op 't sloependek." Zijn arm schoot uit, den weg versperrend. „Niet naar beneden." „Ik moet!" Perrin drong voorbij„Een invalide...." Hij haastte zich de lueede trap af naar het C-dek, een eetzaal door, waar trossen lampen neersclienen op omgeworpen stoelen, een dansvloer over vol serpen tines met weggegooide kleedingstukken en een hoop muziekinstrumenten. Hij bleef even staan, om een slap rubber lapje op te rapen een badmuts en holde toen een gang door, met openstaande deuren aan weerszijden van een dikken looper. Zijn steward, bleek en met een reddingsgordel 0111, stak juist een passe-partout in de gesloten dedr van C-15. „Meneer Perrin Ze zijn allemaal al weg U moet naar dek „Metcalfe bedoel je," verbeterde Perrin koel. „Per rin is de passagier in <'-19. Je schijnt ons maar niet uit elkaar te kunnen houden. Dit is mijn hut ik moet nog iets halenzóó gebeurdgeef even hier." De steward gaf den sleutel over. „Gauw dan, meneer Metcalfe." Hij repte zich weg. Perrin sloot de hutdeur open, ging binnen en deed de deur achter zich dicht. Hij had zijn plan gereed, als een licht was het voor hem opgekomen bij de radio- cabine, toen het signaal gegeven werd allen van boord. De namen verwisselen in het hoofd van den steward was maar een proef - een beginnetje. De steward had dien teruggetrokken Metcalfe nauwelijks gezien, sinds het vertrek uit New York, twee dagen geleden. Hij kon zich makkelijk vergist hebben met een man van denzelfden leeftijd en denzelfden lichaamsbouw. En in de verwarring van dien nacht en de volgende dagen zou de rest van de wereld zich even makkelijk 0111 den tuin laten leiden. George Perrin, gezocht wegens moord, verdween van het tooneel, ging met het schip naar den kelder. en voor hem zou in de plaats treden Herbert Metcalfe, veilig in een sloep geborgen, met een kapitaal aan papieren, die hij zonder bezwaar verknopen kon. Perrin had Metcalfe leeren kennen in de rookkamer en den bar, was op de hoogte met zijn heden en zijn verleden. Een trekvogel, zonder familie of vrienden, een man van het kleurlooze type, door veel reizen beu van de spelletjes.en de sport aan boord, een kalme drinker in zijn hut. Hij lag tegen zijn kooi aan, zooals Perrin hem twee uur tevoren verlaten had half zittend, half op den vloer uitgestrekt, de lucht besmettend met alcohol- geur. Perrin raakte don dronken man aan met een uit gestoken voet, den dronken gek. Iedere minuut werd er een gek geboren. Crossman was ook gek geweest, toen hij nog vechten wou voor zijn effectjes. Nu was Crossman dood en Perrin had de effecten in zijn zak. En straks was Metcalfe ook dood. Een kwartier had de scheepsofficier hem gegeven vijftien minuten leven nog. Perrin bekeek den ander met halftoegeknepen oogen, had erg in de warmte en de stilte in die hut. Eigenaardig kon het toch loopen. Een kwartier, tien minuten misschien en dit lichte prettige vertrek stond onder water, koud, donker. dan gleden er lichtgevende vissollen van de zeediep ten door deze zelfde hut. Nog een paar minuten en er stond honderd meter water boven dien vloer. alles verbergend voor het weten der mensehen misdaden en de geestgestalten van misdadendie nooit weer op zouden rijzen, om een levende tegemoet te treden.... de begrafenis van een ver leden, dat een voor eeuwig gesloten boek werd. Ifij ging snel aan het werk, iedere seconde bewust van de toenemende overhelling van het schip. Hij trok zijn jasje uit, haalde uit een zak de gele envelop met, de effecten, wikkelde stevig de gevouwen papieren in de badmuts, die hij had opgeraapt. Ilij boog zich over Metcalfe heen, werkte hem het jasje van de neer hangende schouders, maakte de zakken leeg. De papieren en sleutels en de goedgevulde portefeuille zouden hem later te pas komen. Hij trok het jasje aan en stopte alles weer in de zakken, met de effecten. Hij ging het vertrekje rond, nam een pakje papie ren en een boekje reisehèques mee. Hij nam het hor loge van Metcalfe monogram in de kast van een kleedkast, en een ansicht, die klaar lag voor de post.... die kon hij gebruiken, om zich te oefenen op Met calfe's handteekening. Perrin werkte snel, maar zonder haast van angst meer met koele, bedachtzame toewijding voor zijn taak. Het, moest een onberispelijk werkje worden, zonder fouten, 't. Was nauwelijks vijf minuten geleden dat hij van 't bovendek was gekomen, liij had tijd in overvloed om terug te gaan en hij mocht niets ver geten, geen enkel middel tot identificatie voorbijzien. Zijn scherpe blik ging de hut nog eens rond, terwijl liij den reddingsgordel omgespte. Toen hij den veroordeelden Metcalfe zijn rug had toegekeerd, zag Perrin een beweging in den spiegel van de kleedkast en hij draaide zich weer om. Met calfe was opgestaan en stond zich vast te houden aan de bovenkooi, met een domme grijns op zijn paffe rig gezicht. „O, daar heb je Perrin lalde hij. „Slaapmutsje. klein slaapmutsje, voor we naar bed gaan.we zijn vrinden.... ga zitten en blijf nog even, dan...." Hij waggelde naar Perrin toe en greep hem bij de lapellen van zijn eigen jasje. „Laat 111e los," snauwde Perrin. „Ik heb geen tijd." „Waar heb je zoo'n haast voor V' Met dronken kop pigheid schudde Metcalfe zijn hoofd. De lichten in de hut flikkerden, verdonkerden rood achtig. Een dreigende stilte, een ramp spellend, hield de lange gangen in kouden greep. Perrin duwde tegen.de schouders van den be- schonkene. De ander hing met zijn lieele zwaarte naar voren en hield vast. Even was er een worsteling. Toen deed Perrin een ruk achteruit- en zijn oogen flitsten ijzig. De hand, die uit zijn heupzak schoot, werd nog gericht, toen twee knallen door de stille lucht braken. Metcalfe stak zijn handen op en de dwaze grijns scheen vast te vriezen. Hij gleed voor over op den grond. Perrin rukte de deur open, klapte haar achter zich dicht en holde de gang door. Zijn revolver liet hij onderweg val len De vloer van de eetkamer hing nu aanmerkelijk schuin, stoelen en andere beweeglijke voorwerpen lagen tegen den laagsten wand. Perrin's voeten, jach tend uit vrees, gleden uit, op den geboenden dansvloer en liij gleed op handen en knieën een eind voort. Een oogenblik had hij als een nachtmerrie een beeld van zichzelf, eindeloos opklauwènd tegen een tergende, glibberige helling, die naar de kajuitstrap leidde. Hij krabbelde naar de treden en bereikte ze, toen de witte bollen boven hem verdonkerden tot ver blindende zwartheid. Zijn tastende handen volgden de koperen leuning. Zoo kroop hij naar boven. Hij gleed hals over kop door de gang van het B-dek naar het. open dek. Ook daar was liet vrij donker, alleen een lamp ver midscheeps gaf nog wat flauw licht. Op eenigen af stand, op het zwarte water, straalden fakkels uit drijvende booten. Menschen, die hij niet zien kon, worstelden in het water langszij, in een chaos van proestende en gorgelende stemmen roepend tegen elkaar en tegen de verre sloepen en tegen de onbarm hartige, verstikkende duisternis. Een sloep, waarvan de touwen waren vastgeraakt in de davits, hing met den neus in 't water, wiegelde voor- en achteruit. Perrin ging naar stuurboord. Daar was hij, door de helling van het schip, dichter bij het water en zou hij, naar hij hoopte, vrij zijn van die griezelige menigte, waarvan zich iemand aan hem zou kunnen vast klampen 0111 hem te berooven van het leven, dat hem. nu dubbel kostbaar was. Hij klom op de reeling en

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 4