PEPSODENT TANDPASTA
Acht er het masker
yütermaMtszJVcw~
IRIUM geeft
aan millioenen
de sensatie
van
ongekende
schittering
der tanden!
de eenige met IRIUM
Wit verstandig is,naait met
daar^^elastiscli is,sterk en kleureckt
is de teste.
Anita Louise star of
PEPSODENT is de eenige van alle tandpasta's, die IRIUM
bevat, waardoor op verrassende wijze de natuurlijke
glans der tanden verhoogd wordt. IRIUM is de nieuwe
moderne manier om de doffe, verkleurende tandfilm te
verwijderen - de tanden te glanzen en de mond schoon
en frisch te houden.
Zóó doeltreffend is IRIUM, dat reeds éénmaal flink
borstelen met Pepsodent Tandpasta het glazuur schooner
en glanzender maakt dan ooit tevoren mogelijk was.
I>e groote tube is voordeel iger
floot* Mortimer Heurter
LET OP HET HANDELSMERKSCHAAKBORD
Een prachtig land; huiveringwek
kend grootseh, zou ik het willen
noemen," zong een enthousiaste
meisjesstem ergens in Geoffrey's nabij
heid. „Ik heb nooit vermoed, dat ervan
die verweerde Noorsche fjorden zoo'n
machtige indruk uitging. Yiiul je 't
niet éénig, Cora?"
„Och ja," klonk het eenigszins ver
veeld terug, ,,'t is wel een aardig uit
zicht. Alleen een beetje doodsch en erg
eenzaam."
Geoffrey Donan zat te hengelen aan
den voet van de fjord en was onzichtbaar
voor de beide spreeksters, evenals zij
voor hem. Hij herinnerde zich plotse
ling dat Per Norvik, de eigenaar van
hotel „Njord", hem een paar dagen ge
leden had gezegd, dat hij nóg twee
Engelsche gasten verwachtte en ver
moedelijk waren het deze jongedames
die hij had bedoeld.
Zonder eenige interesse bleef hij luis
teren. De verveelde meisjesstem maakte
vergelijkingen tusschen het natuur
schoon en de vermaken van de Pransche
Rivièra en de aantrekkelijkheden van
Noorwegen als vacantieoord een ver
gelijking, die niet bepaald vleiend voor
Noorwegen uitviel. Hij hoorde Hen
spreken over Parijs, Zwitserland en Ma
rokko en met een kennis van plaatselijke
toestanden die bewees, dat zij er lang
durig hadden vertoefd.
„Ik vrees dat ik het hier niet lang zal
uithouden," zei het eene meisje plotse
ling met een geeuwend geluid. „Het kan
meevallen als die dokter Donan aange
naam gezelschap blijkt te zijn, maar
anders keer ik Lughaeten mijn hielen
toe. Stockholm moet ook een prettige
stad zijn, heb ik gehoord. Ik ben be
nieuwd of hij danst, goed danst, bedoel
ik.
Geoffrey Donan zat stilletjes te grin
niken en bleef geamuseerd luisteren.
„Dokter?" vroeg het andere meisje.
„Hoe weet je, dat hij dokter is?"
„Ik las het in het gastenboek. Geof
frey Donan uit Hampshire. Negen-en-
twintig jaar oud."
„Je bent goed op de hoogte," klonk
het vroolijk terug, „anders interesseer
je je nooit voor vreemden."
„Vreemden? Hij is toch een landge
noot? En interesseeren och, neen. Ik
ben alleen een beetje nieuwsgierig wat
hij voor iemand is. Om je de waarheid
te zeggen ben ik hier al uitgekeken. Het
schijnt dat we in Lughaeten ons zelf
zullen moeten vermaken en dan kan een
landgenoot welkom gezelschap zijn.
Zullen we eens even 'n kijkje gaan nemen
in het dorp, Maddy? Ik heb voor heel
mijn leven genoeg gezien van Noorsche
fjorden.
Geoffrey hoorde een licht gerucht van
voetstappen, een zwak, gemaakt kreetje
van schrik en een oogenblik later zag hij
de twee meisjes dicht in zijn nabijheid de
uitgehouwen ruwe treden van de fjord
beklimmen. Zij waren even groot en even
slank, de eene blond en de andere bruin
en het blonde meisje droeg een nauw
sluitend gebreid sportcostuum met berg
schoenen en beenwindsels. De ander was
gekleed in een manteleostuum en droeg
stevige wandelschoenen met lage hak
ken.
„Dat is Maddy," dacht Geoffrey
Donan.
De jongedames verdwenen uit zijn
gezicht en hij keerde met zijn aan
dacht tot zijn dobber terug. De nieuwe
gasten interesseerden hem slechts matig.
Het was zijn eerste vacantie die hij in
het buitenland doorbracht en hij ver-
I langde niets liever, dan met rust te
worden gelaten. Bovendien had hij een
afkeer van dit soort aanstellerige, roo-
kende en cocktailslurpende meisjes, dat
niets omhanden had. Hun verveling en
geblaseerdheid waren het gevolg van
hun geestelijke armoede en leeglooperij
en zijn zelfrespect kwam er tegen op
zulke onnutte wezens tot verstrooiing
en vermaak te dienen.
Hij zag zijn dobber rijzen en sloeg zoo
krachtig aan, dat hij bijna achterover
tuimelde. Zijn vischhaak was leegge
zogen en in het helder blauwe water van
de fjord zag hij nog juist 'n jongen zalm
uit den kant wegschieten.
„Dat is mis," zei Geoffrey Donan
spijtig.
Geoffrey Donan had goed geraden;
het meisje met de kastanjebruine haren
was Maddy. Per Norvik, de hotelier,
stelde zijn gasten dien middag voor het
diner aan elkander voor.
„Miss Roberts. Dokter Donan..
Atiss Salter.
De begroeting was vormelijk en het
gesprek aan tafel verliep wat stroef.
Maddy Salter was een aardig meisje, met
een sympathiek gelaat en een vriende
lijken glimlach. Zij deed zich zeer een
voudig voor, maar uit den loop van het
gesprek bleek, dat zij een dochter was
van een Londenschen conservenkoning.
Cora Roberts was haar vriendin, mon
dain, een beetje excentriek en uit de
hoogte. Zij was ontegenzeglijk knap
en had mooie donkerblauwe oogen, die
hem aangetrokken zouden hebben, als
er niet zoo'n matte, verveelde blik in
had gelegen. Lughaeten was een gemoe
delijk plaatsje en Per Norvik een even
gemoedelijke kerel en alsof zooiets van
zelf sprak, had hij het diner aan één
tafel geserveerd.
„Bent u hier allang, dokter?" vroeg
Cora, nadat zij den tafelgenoot onder
zoekend had opgenomen.
„Acht dagen, miss," antwoordde
Geoffrey.
„Acht dagen en verveelt u zich nog
niet?"
„Ik verveel me nooit ergens waar het
rustig is en de natuur zooveel te bieden
heeft als hier," glimlachte hij.
„Een goedkoop genoegen," zei Cora
eenigszins schamper. „Ik geloof niet dat
ik het hier acht dagen uit zal houden.
Jij, Maddy?"
Haar vriendin haalde de schouders
even op. „Noorwegen valt me niet tegen.
De natuurtafereelen zijn grootseh en
van een heel andere bekoring dan het
Zwitsersche landschap. Je wist toch wat
je hier vinden zou?"
„Och ja," antwoordde Cora Roberts
een beetje temerig, „maar het stelt
niettemin teleur. Ik had het me anders
voorgesteld. Niet zoo eenzaam. Ik houd
niet van die eenzaamheid. II, dokter?"
Zij vestigde haar blauwe oogen met een
vragenden blik op haar vis-a-vis aan
tafel.
„Ik ben eraan gewend en heb nooit
last van verveling," gaf Geoffrey kort
ten antwoord.
„Dan is u een gelukkig mensch," zei
het meisje met een zucht.
Als Geoffrey oprecht voor zijn mee
ning uit had moeten komen, zou hij heb
ben gezegd, dat althans dit gesprek hem
verveelde. Ziekte en financieele tegen
slag waren oorzaak geweest dat hij het
leven alleen van den ernstigen kant had
leeren kennen en oppervlakkigheid was
hem vreemd. Dit soort rijke meisjes
maakten van het leven een paskwil, een
voortdurende jacht naar pretjes en
sensaties en demonstreerden aldus met