OVOM/ÏLTI
N.V. NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN
OVO VERDRIJFT
„OCHTEND
MOEHEID"
II
13
keer uitgehouden. Hij was moe. Vijf over
zevenHij moest maar wat gaan eten, en
dan naar een goed variété kijken.
Hij hoorde zacht de kantoordeur dicht
doen en keerde zich om. Met zijn hand
nog aan liet slot van zijn bureau werd hij
vewaar, dat er een man was binnenge
komen en er nu met zijn rug tegenaan
stond en een revolver op hem richtte.
Dezelfde blik, waarmee Dixon zijn drei
gende houding en krachtigen lichaams
bouw waarnam, deed hem inzien, dat
iedere poging tot ontsnapping nutteloos
was.
„Welt" vroeg hij, ongeveer op den
toon, waarmee hij storend personeel
aansprak.
„Ga zitten en maak geen lawaai," zei
de indringer scherp.
Dixon ging zitten.
De man deed twee stappen vooruit.
„Handen omhoog!"
Dixon gehoorzaamde, zonder buiten
sporige haast. Hij was niet geschrokken.
„Berg dat pistool weg, als je 't niet
stil kunt houden," verzocht hij nerveus.
„Wat moet je met een revolver, als je
niet.
„Ik zal u geen kwaad doen, zoolang
't niet hoeft, meneer Dixon. Maar.
ik zal u aan dien stoel vast moeten
binden."
„Da's niet noodig," zei Dixon. Maar
zijn stem verstierf aarzelend, toen de
revolver stilhield een kleinen decimeter
van zijn slaap. Er was een seconde,
dat de twee mannen elkaar grimmig in
de oogen keken, en Dixon's blik was
vrij Van vrees. Toen ging de revolver
langzaam ondaag en werd op het bureau
gelegd en de indringer tastte in de
zakken van zijn overjas. Dat was voor
een inbreker een misgreep, die aan
waanzin grensde. Dixon deed een kat-
achtigen sprong naar het wapen. Maar
voor hij 't goed wist, zat hij weer in zijn
bureaustoel, duizelend en hijgend, ter
wijl zijn tegenstander hem onhandig
maar stevig vastbond met de eene win
ding touw na de andere.
En toen deed de inbreker twee onver
wachte dingen. Hij verbrak de verbin
ding van de tafeltelefoon met een paar
vinnige rukkenen hij nam een
stoel, aan den anderen kant van
Dixon's bureau, en ging zitten.
„Mijn naam is Hargis," zei hij. „Asa
Hargis. U zult me niet kennen." Hij
zweeg, als bedacht hij zijn volgende
woorden. „Maar misschien herinnert u
zich mijn broer," zei hij, „Walter
Hargis."
Die naam klonk bekend. Vroeger.
ergens. toen wist Dixon 't.
„U herinnert u Walter zeker nog wel.
't Was een jongen van achttien jaar,
die misdadig zijn plicht verzuimde vol
gens die maatschappij van u; hij was
in slaap gevallen, na 36 uur onafgebro
ken dienst, en liet den sneltrein uit
Oollinsville met een vaart van 90 km.
verongelukken. Da's vijf jaar geleden.
Hij kon 't niet meer te boven komenhij
is naar Midden-Amerika gegaan zult
u wel weten. En daar is hij verleden jaar
gestorven. koorts."
Dixon gaf geen antwoord.
„Die spoorlijn uw spoorlijn
heeft me 'n massa ellende bezorgd,"
ging Hargis voort. „Ik heb verleden jaar
mijn vrouw en mijn dochtertje ver
loren, toen de brug bij Armitage be
zweek." De hand, die de revolver vast
hield, kneep wat steviger dat was
alles.
De stem ging voort, toonloos, vrij van
gevoeligheid.
„Mijn vrouw en mijn dochtertje!
Denk u maar eens in, meneer Dixon. Ik
heb ze geen van tweeën meer gezien. U
had er pas een spoorlijn bij gekocht,
zeiden ze. U had geen geld om bruggen
in orde te maken."
Dixon bevochtigde met zijn tong zijn
droge lippen.
„We zouden naar huis gaan voor de
Kerstmis, naar mijn familie," zei Hargis,
en onderwijl keek hij op de klok. „We
hadden pakjes bij ons met cadeautjes
voor 't kind. Ze was zoo opgewonden,
dat ze niet stil kon zitten ze wreef
maar steeds de vorst van 't raampje om
te kijken, of we er nog niet waren. Toen
kwam die schok en ik heb ze nooit meer
gezien. Ik bleef ongedeerd en ik stond er
bij als ik er nog aan denk Ik stonil
er bij, toen de wagen in brand vloog, en
al wat ik liefhad op de wereld zat in die
hel van vlammen. En. ik. kon
geen hand uitsteken om te helpen."
De zachte, strakke stem maakte 1
dieper indruk dan eenig gerucht van
ontroering.
„Ik ben een tijd gek geweest," ging I
de stem voort. „Mijn vrouws familie j
was bang, dat ik me aan mezelf zou j
vergrijpen. Maar ik had een taak. Daar
heb ik aan gedacht en dat heeft me in J
't leven gehouden."
De man zweeg. Hij wou een sigaret
aansteken, maar zijn hand beefde zoo,
dat het vlammetje uitging. „Ik ben
vandaag door «len boomgaard achter
mijn huis geloopen," zei hij, en zijn
stem klonk rustig, dik. „En de hoornen
stonden in bloei, net als een jaar geleden.
Net als in mijn herinnering 's. nachts, als
ik wakker lig en aan 't kind denk en
aan haar moeder, met hun gezichten in
een lijst van bloesem. Ik slaap nooit
meer, ik denk maar. Tom Dixon, heb
jij ook wrel eens wakker gelegen en 't
beeld van je vrouw en je dochtertje
gezien, één en al lach en geluk, tus-
schen de appelbloesem en heb je dan
dat beeld plotseling weg zien rukken van
je oogen? Een nachtmerrie gezien van
versplinterd hout van die vervloekte
ouderwetsehe wagens van je, en vrou
wen hooren gillen, en een handje van
een kind gevoeld, dat naar je greep om
hulp, terwijl er niets te helpen was?"
De adertjes aan Dixon's slapen
stonden dik uit.
„Oog om oog, tand om tand. Heb je
dat wel eens gehoord, Dixon?"
„Wat ben je van plan?" vroeg Dixon
wanhopig. ...Ie hebt me, ik kan niet weg
komen!"
„Je hebt zelf ook kinderen. Wat zou
je den man doen, die ze vermoordde?"
Er waren voetstappen in de ganghet
geluid van Annie's sloffende voeten, het
gerammel van een emmer, dien ze voor
de deur neerzette. Toen zij aan den knop
draaide, hief Hargis de revolver een
eindje boven het bureau; hij wachtte
grimmig, zijn gevangene aankijkend.
De roep om hulp verstierf tot een zwak
gegorgel in Dixon's keel Annie nam
haar emmer op en vertrok zingend.
Hargis liet de revolver zakken, haalde
een ouderwetseh horloge te voorschijn
en vergeleek het met de klok.
„Zestien minuten," zei hij. „De snel
trein zal zoowat bij At water zijn." Hij
draaide het horloge in zijn hand om en
legde het toen open vóór hem op het
bureau.
Dixon hoorde het nauwelijks. Hij
luisterde naar een geluid uit het aan
grenzend kantoor, dat van White
scheen te komen.
„Sterven is 't ergste niet," zei Hargis.
„Er is wel erger. Je dierbaren verliezen
bijvoorbeeld, zooals ik ze verloren heb,
en er machteloos bijstaan."
Er schoot een vlam op in Dixon's
oogen, en het gloren van een nieuwe
vrees, niet voor hemzelf. maar on
eindig veel ontzettender.
„Zeven tweeëndertig. Over dertien
minuten komt de sneltrein op de Klaar-
waterbrug. 't Is een pracht van een
S/of op bladz. 18
Gewone enkele reis* en ééndaagsche retourkaarten reeds billijk.
Belangrijke reducties nog bereikbaar met:
Goedkoope-treinkaarten.
Algemeene vacantiekaarten enkele reis (van 1 Juli t m 1 5 September).
1e kl. f7.50; 2e kl. f5.75; 3e kl. f4.-.
Retour vacantiekaarten (4 Juli t m 15 September; Maandag, Dinsdag,
Woensdag, Donderdag). 1e kl. f 1 1.25 2e kl. f8.65; 3e kl. f6.
8-daagsche abonnementskaarten1e kl. f 25. 2e kl. f 21.75;
3e kl. f 15.-.
Gezelschapsbiljetten (reeds bij 10 personen).
Uitstapjes voor kinderen beneden 20 jaar. Eenige geleiders vrij.
Biljetten voor uitstapjes per spoor-bus-boot.
Kant en Klaartochten voor gezelschappen volwassenen.
Standaardreizen voor gezelschappen kinderen.
Vraagi hei graiis N.S.-boekje ,,Tochijes door Mooi Nederland
En vergeet vooral niet voor avondbezoek te reizen op de
Buitengewoon Goedkoope Avondretours
(slechts enkele centen hooger dan de enkele reis-prijs).
Inlichtingen aan de stations.
REIZEN PER SPOOR IS VEILIG, VLUG, VOORDEELIG
Kent U dat prettige gevoel van 's mor
gens geheel uitgerust te zijn? Vol
energie om den nieuwen dag te be
ginnen! Een kop Ovo voor het naar
bed gaan geeft U niet alleen een
gezonden slaap, maar zorgt er bij
het ontwaken ook voor, dat U ge
heel vrij bent van „Ochtendmoeheid' I
Volkomen uitgerust, heerlijk Irisch,
klaar om den nieuwen dag met een
glimlach tegemoet te gaan. Weg
dat matte gevoel,
Ovomaltine stelt er
gezondheid en
levensblijheid
voor in de plaats.
levenskracht
Bij apothekers en drogisten in busjes van 60 cent af