Zeeuwscli Zangersfeest
16
Het gemeenschappelijk gezongen bondslied schalt uit de honderden Zeeuwsche kelen.
Het inoet al een heel erg leelijk ding zijn, waar
nu heelemaal geen goede kant aan te ont
dekken valt. En misschien heeft die veel
gesmade isolatie van het Zeeuwsche dorpsleven in
den ouden tijd wel minstens zooveel goede als kwade
kanten vertoond. En dit is ten minste van die goede
kanten er één: dat de dorpelingen, toen nog geen
moderne wegen en verkeersmiddelen, nog geen fietsen
zelfs, het mogelijk maakten alle genot en verstrooiing
te gaan zoeken waar die overal in 't rond, en liefst in
de stad, maar geboden worden dat de dorpelingen
toen voor alle vertier, vooral in de wintermaanden,
uitsluitend op elkander waren aangewezen. Dan moest
het al een heel dooie boel op het dorp zijn, als er niet
een harmonie of een zangvereèniging, of beide, met
desnoods nog een tooneelclub op den koop toe, het
noodige leven brachten in de brouwerij. Dat was de
tijd en dat waren de oorzaken, waarin de behoefte en
Te midden vdn het geboomte was de geïmproviseerde
kiosk opgeslagen.
Rechts: Het verrukkelijk te midden van bosch en duin
gelegen concoursterrein, dat Haamstede had ingericht,
bood aan de ongetelde luisteraars evengoed plaats als
aan de tientallen uit heel Zeeland opgekomen zang-
Al vroeg was het druk bij de aanlegsteigers der pro
vinciale booten, die zangers en zangeressen naar
Schouwen moesten voeren.