Reuze baai
og gmi day rcimi.
BADEN-BADEN
GEDEELTELIJK PER
BOOT
„Gelooft U dat iemand
over het Kanaal zou
kunnen vliegen
door Frank Condon
12
vroeg een zéér vooruit
strevend heer aan een
zéér vooruitstrevend heer
en de ander antwoordde:
„Nee, natuurlijk niet!"
Dat is nog maar 50 jaar
geleden. En nü vliegen
ze lustig over den Atlan-
tischen Oceaan. Zóó ver
andert alles. Maar er zijn
dingen die niet verande
ren. De mannen van vijftig
jaar geleden rookten óók
met smaak .hun pijpje. Al
kenden die dat aller
smakelijkste pijpje van
vandaag den dag niet,
gestopt met:
PH welk een typisch verschil met Holland: bergen en
dalen, wijnbergen en een weelderige plantengroei tenge
volge ran het warme klimaat, hrete bronnen, die genezing
en verzachting brengen bij rheumatiek, jicht en catarrhen.
Ken autorit van drie kwartier brengt den bezoeker langs
den breCden Schwarzwald-heerweg ran de kurstad tot op
meer dan 1100 m. hoogte. Men kan roulette spelen in het
cosilII golf op de prachtige, goed onderhouden grashanen
en met het bergtreintje kan men een bezoek brengen
aan den heiligen berg van Kaden - Kaden, den Merkur.
T
Inlichtingen en brochures door de bekende reisbureau* en
het SDuUjch 'Periceefö&uttau Amsterdam C, kalverstr.111.
Caroline was wees, eri zij had geld,
en zij woonde bij haar oom en
tante in en kon doen en laten,
wat zij wilde. Wié kennis met haar
maakte zag een heel knap meisje, jong
en' intelligent, en wat hij van haar trek
ken het makkelijkst onthield was haar
kin, die beslist kordaat was, mooi
maar kordaat.
Zij was schilderes en zij schilderde
nu en dan werkelijk. Den avond van
den negenden Januari was liet weer
slecht, sneeuw trachtte regen te worden
en regen trachtte de menschhoid te
verdrinken; de oom en de tante waren
naar een concert; Caroline zat in een
fauteuil en had een bruine japon aan.
Zij was even knap als anders.
Maar haar oogen fonkelden ietwat
toornig en haar wangen waren rood.
Zij stond op en ging heen en weer loo-
p.en en maakte gebaren, een schoon
tafereel, dat echter niet den minsten
indruk maakte op den aanwezigen jon
geman. Hij bleef zitten rookeu en als
hij naar haar keek, waren zijn oogen
boos. Hij heette Norman Gregg
ja, een van de bekende Greggs en
als er niets gebeurde, zou zij mevrouw
Gregg worden.
Er gebeurde vél iets. De leuke kamer
was een worstelperk. Meneer Grcgg
was onder de dertig en in normale
tijden had hij een aardig, vroolijk ge
zicht met grappige rimpeltjes. Hij zag
haar zenuwachtig heen en weer loopen
en werd nog kwader.
Op een klein tafeltje glinsterde een
diamanten ring, die van Caroline's
vinger was gekomen, en dat liggen van
I' dien ring op dat tafeltje beduidde, dat
twee, die van plan waren te trouwen,
niet meer van plan waren te trouwen.
I Norman was in een feestelijke stern-
j ming aangekomen, in de verwachting,
dat Caroline mee zou gaan naar de
j bioscoop, en zij had koudweg geweigerd.
1 Het was niet de weigering, die de lont
I in 't kruit stak, maar iets anders.
I „Ik heb je gisteren gezegd," beweerde
j Caroline, ,,dat we bij George en Nella
zouden gaan bridgen. Dat wist je. Jij
met je bioscoop!"
„Als ik 't geweten heb, vergat ik 't
S maar liever," antwoordde hij. „Ik wil
I niet met George en Nella bridgen, en
j met niemand, dat weet jeen ik heb
j een hekel aan bridge, dat weet je ook."
„Inderdaad. Ik hoor ten minste niet
anders. Als je maar eens één keer hier
kwam, zonder zooveel cocktails te ge
bruiken onderweg, dan was je mis
schien in een prettiger stemming."
„Zoo," zei hij, wrang lachend. „Is
dat 't. Ik heb te veel gedronken. Laat
ik je dan vertellen, dat ik niéts gedron
ken heb."
„Ik heb een goeden reuk! Onbeleefde
opmerking, maar je dwingt me er toe."
„Je verbeeldt je wat. Ik heb sinds
vier uur geen druppel gedronken, en
trouwens, je dwaalt af. We zouden
naar de bioscoop gaan, we hebben er
over gepraat, en nu is 't ineens bridgen
met George en Nella. 't Is eeuwig brid
gen bij jou. Je leeft er voor. Je eet brid
ge, je drinkt bridge en je slaapt bridge.
Als de krant komt, zoek je eerst naar 't
bridge-probleem. Weet je wat dat is?
Belachelijk."
„Ik herhaal," merkte Caroline ijzig
op, „je hebt te veel gedronken."
i „Je krijgt mij niet van mijn onder-
werp af," hernam hij boos. ,,'t Is te gek,
j zooals jij je leven vermorst aan de
speeltafel, dat zeggen al je vrienden."
„O ja?"
„Ja. Hoe moet dat worden als we
getrouwd zijn? Ik kom 's avonds thuis
van kantoor en ik ontdek, dat je zit te
bridgen met drie andere verslaafde
vrouwen, die óók hun mannen ver-
waarloozcn. Ik word een bridge-weduw-
naar, die uit zelfopengemaakte blikjes
leeft. Mooi vooruitzicht."
„Afschuwelijk," gaf Caroline toe.
„Maar er is nog afkomen aan. Niemand
dwingt ons om te trouwen."
Het is verwonderlijk, hoeveel ver
woesting een kort driftig gesprek aan
kan richten. Twee mensehen hebben
elkaar jaren lang gekend en bewonderd,
en krijgen woorden, en zien het einde
aankomen, maar een paar zinnen ver,
en ze doen niets om van de scherpe
woorden af te komen en een kalmer
koers te nemen. Zij kunnen niet meer
lachen. Een gesprek van vijf minuten
kan een vijfjarige vriendschap afhak
ken wat onzinnig is.
Het was hier, dat de ring langzaam
afging en op het tafeltje kwam te lig
gen. Caroline zei: „Ik ben heusch niet
zoo gesteld op een huwelijk met iemand
dien we beleefdheidshalve een gelegen-
heidsdrinker zullen noemen, dus die
waarschijnlijk heelemaal niet thuis zou
komen."
„Dan zijn we 't gloeiend eens," raasde
Norman, opstaande. „Gooi dien ring
maar in den vuilnisbak."
Hij greep zijn hoed, liep de hal door,
smeet de deur dicht en liep voort in den
treurigen Januari-avond. Caroline zat
vijf minuten naar den muur te staren,
en toen naar den ring; zij veegde aan
haar oogen en blééf vegen.
Zij hadden alle twee beslist gelijk.
Norman bleef in de bars veel te lang
met kennissen of vreemden praten.
Caroline was ongetwijfeld buitensporig
op bridgen gesteld: zij wou liever spe
len dan eten of slapen en dééd het ook
vaak. Zij speelde vaak met onbekenden
en menigmaal ging 't om een inzet, die
van het spelen dobbelen maakte.
Toen Norman het huis uit was ge
stampt, nam hij een taxi en repte hij
zich naar een cocktail-bar.
Hij bestelde een glas in de hoop, dat
het hem vroolijker gedachten zou ge
ven, wat het niet deed.
Er kwamen een paar mensclien bin
nen die hij kende, twee heeren en een
dame, en daar hij niets beters te doen
had, dronk hij een paar glazen met hen.
Zij waren buitengewoon vroolijk en hij
probeerde zich te bezinnen, hoe zij
heetten.
„We gaan morgenochtend naar Flo
rida," vertelden zij hem op den tevre
den toon van menschen, die den winter
kunnen ontvluchten. „Reusachtig,
niet!"
„Hoe gaan jullie!" vroeg Norman,
hen aanziende met een doffen blik.
„Per boot met de beroemde
Swanee. Vertrekt morgenochtend om
elf uur. Wij zullen geen last meer heb
ben van ijs en sneeuw en verkoudheid.
Waarom ga je niet mee, Norman?"
Dus ze wisten zijn naam. Dus toch
vrij goede kennissen. Hij dacht maar een
seconde over het voorstel na.
„Goed," zei hij. „Ik wou toeh ergens
heen, en Florida lijkt me wel wat. Dan
zie ik jullie morgenochtend aan boord
wel."
Toen stond hij op en ging naar huis.
's Morgens om tien uur besteeg Nor-