m
1
I
LUISTERT
naak, tticct de Oi/fCmg degfc
OVe/o PALMOLIVE!
keuze uit 5 soorten aan de loketten
DE BEROEMDE OLIJFOLIE - ZEEP
13
man Gregg de Swanee. Maar het was
een andere Norman Gregg. Zijn oogen
stonden fiksch en helder. Zijn wangen
hadden een gezonde kleur, en zijn schre
den waren flink, want er was in twaalf
uren een groote verandering gekomen.
Toen hij dien morgen wakker werd,
had hij de feiten moedig onder de oogen
gezien, en hij had moeten toegeven, dat
Caroline gelijk had gehad. Dus: hij
dronk geen druppel meer.
Hij sprong uit bed als een ander
mensch, een geheelonthouder, een trouw
consument van karnemelk en water.
Hij bekeek zichzelf in den spiegel en
voelde zich stukken beter mensch.
Hij ging pakken, ontbeet haastig en
ging naar de haven, respectabel maar
niet gelukkig.
Norman volgde den steward, drong
door de volten menschen die ver
trokken en menschen die afscheid na
men. De blijdschap van zijn medepas
sagiers ging langs hem heen, en hij voel
de zich niet alleen ongelukkig, maar ook
beschaamd. Hij ontvluchtte New York,
in de hoop, dat de afstand het leed zou
matigen.
In z'n hut gooide hij zijn hoed
neer, ging zitten en keek naar den
electrischen waaier. Hij voelde geen
neiging om 't dek op te gaan en zich
onder de vroolijke passagiers te bewe
gen. Hij bleef dus zitten en vorschend
naar den waaier kijken, tot de Swanee
de haven uit was en mevrouw Vrijheid
passeerde. Toen nam hij zijn hoed en
ging een luchtje scheppen.
Hij klom naar het A-dek en ging te
gen een sloep staan leunen. Hij rookte
een sigaret, gooide het einde overhoord
en vroeg zich af, of hij zou blijven leu
nen of zou gaan wandelen, toen Caro
line den hoek van het dekhuis om kwam.
Zij had dezelfde bruine japon aan van
den vorigen avond, met een bruine
muts, die hij altijd prachtig had ge
vonden. Zij staarde hem aan.
„Wat is dat een streek?"
„Ik kan het je niet zeggen," ant
woordde hij beleefd, „maar 't is géén
streek van mij. Ik wist niet, dat je
naar Florida wou. Vraag excuus dat ik
er ben, en ik wou, dat ik er niet was."
„Ik wist ook niet, dat je aan boord
was," zei Caroline. „Anders...."
„Maak je geen zorg," zei hij koel,
„ik zal je niet lastig vallen met mijn
nabijheid. Als ik je aan zie komen, zal
ik den anderen kant op loopen en doen,
of ik je niet ken. We stoppen 't eerst in
Jacksonville, dan ga ik van boord. Als
ik er nu af kon, ging ik. 't Spijt me, dat
't zoo treft."
„Mij ook," zei Caroline, en zij keerde
zich om en daalde af naar het B-dek,
met haar kin in de hoogte. Norman stak
nog een sigaret op en constateerde, dat
hij zich noch onaangenaam noch blij
voelde.
Aan de lunch zagen zij elkaar niet.
Norman at zonder de gewone prikke
ling van een cocktail, wel een interes
sant nieuwtje. Hij wist precies, wat zij
's middags doen zou: bridgen. Een schip
op zee is het paradijs van den bridge
maniak, en kaartgrage onbekenden
hebben niet den minsten last, om elkaar
te vinden en aan den slag te raken.
Door een kalme nieuwsgierigheid ge
dreven ging Norman Gregg na de lunch
in den bar kijken. Binnengaan deed hij
niet, maar hij keek over den drempel
naar binnen, en wat hij waarnam gaf
hem een schrik. Caroline zat op een
kruk aan de zilverige toonbank met
een cocktail in haar hand. Norman
staarde in ongeloovige verbazing. Wel
iswaar dronk Caroline soms een cock
tail, maar nooit zoo vroeg op den dag,
en hij had haar nog nooit aan een toon
bank zien zitten. Een jongeman naast
haar glimlachte lieftallig, maar of hij
de cocktail betaalde kon Norman niet
ontdekken. Hij verstikte een snellen
aandrang, om naar binnen te stappen,
haar het glas af te nemen en haar te
bevelen, naar buiten te gaan.
De cocktail-bar op de Swanee be
staat uit twee aardige vertrekjes. In
het kleinste staat het buffet met vijf
knusse tafeltjes voor dikke heeren, die
niet op kleine krukken kunnen zitten.
De tweede afdeeling bevat een paar
kaarttafeltjes, waaraan 't al druk toe
ging. Ietwat bezorgd liep de heer
Gregg driemaal het dek rond en keek
toen weer naar binnenCaroline zat
er nog.
Toen hij later weer naar binnen gluur
de zat ze te bridgen, maar nog slechts
zes meter van de glimmende toonbank,
en hoe vaak hij ook staan bleef en keek,
nooit keek zij op of gaf zij blijk te
weten, dat hij aan boord was. Het spel
werd zoo lang gestaakt, dat de spelers
konden dineeren, maar daarna werd het
aanstonds hervat. Haar medespelers
kende Norman niet. Toen het voor een
beschaafd mensch tijd was, om naar
bed te gaan, bewandelde hij nog steeds
de dekken en bood zij schoppen.
De tweede dag op zee bracht weinig
verandering: Norman liep onrustig
rond, Caroline zat in den bar, soms al
leen, soms met een jonkman. Zij zat
den heelen morgen op een kruk. 's
Middags ging zij bridgen met de drie
kennissen, die schuld hadden aan Nor
man's reis.
Hij herinnerde zich nu, wie het wa
ren verstokte bridgers, die hij wel eens
in een kaartclub had ontmoet. Hij vroeg
naar de passagierslijst en kwam te
weten, dat het de heer en mevrouw
Edsel en een meneer Beatty waren, en
nu wist Norman opeens weer, dat hij
met Beatty nogal overweg had gekund:
een verstandige en vroolijke knaap.
Norman hervatte zijn eindeloos ge-
wandel, probeerde zijn gedachten weg
te houden van Caroline, faalde, en keek
telkens door het raampje. Zij bridgde
met de Edsels en Beatty tot etenstijd,
en verscheen aan tafel in een opzien
barende japon. Als zij treurde, bleek er
toch niets van.
Na het diner zat Caroline den heelen
avond met haar nieuwe vrienden te
kaarten.
Toen alles stil was aan boord van het
goede schip Swanee, ging hij naar bed.
Hij sliep rustig, en in het zonlicht van
den volgenden morgen lag hij in zijn
dekstoel, met een boek in zijn hand
en iets als schertsende afwachting in
zijn gezicht. Caroline kwam er aan, nu
met een blauwe japon aan en een blauwe
muts. Zij zag er bekoorlijk uit, maar
haar voorhoofd was gerimpeld door een
ontevreden frons.
„Ik zal tot mijn spijt met je moeten
praten," begon zij, en het was niet de
koele, kalme stem van Caroline. „Zin
heb ik er niet in, maar het moet."
„Ga je gang," antwoordde Norman.
„Wat is er?"
„Je zult me honderd dollar moeten
leenen."
„Waarvoor?"
„Ik heb gisteravond zeshonderd dol
lar verloren en ik had er maar vijf."
„Zeshonderd dollar! Allemachtig! Met
bridgen?"
Caroline knikte somber.
„Met diezelfde lui?"
„Meneer en mevrouw Edsel en me
neer Beatty. Ik geloof dat 't zwendel
is, want ik dacht dat we vier punten
om een cent speelden. Maar 't bleek,
dat ze vier om een dollar bedoeld had
den ze hadden gezegd: „zullen we
vier-öm" spelen?" en ik meende toen dat
ze centen bedoelden. Maar toen ik dacht,
(Sloi op blz. 18)
ge
luKiestram
netto opfrungst komt ten goede dan JeugdotgamsdUes.jfefc
jledJeugd&kiewkistikuitenieAcddeinkwrtJacfhirón^Opvwd^
LATER ZEI
DR.DAFOE
UITSLUITEND
PALMOLIVE/
ONZE HUID
WAS
O-ZOO
TEER.
WIJ WERDEN
EERST IN
OLIJFOLIE
GEBAAD
NIETS IS BETER
VOOR DE HUID DAN
OLId FOLIE.V0L6
DAAROM 0N5 VOOR
BEELD.'
...WANT IN
PALMOLIVE IS
ZOOVEEL OLIJF
OLIE VERWERKT