li
1
f
-TT v veihy enpv in
ie «Eau de Colognezeide, bedoelde
het tegenwoordige «Rood Farina Merk
C^JÏemd tfJMmk eMeXkH
23
de rechercheur. „Er zijn adellijke dames
en dienstmeisjes en vrouwen van de
straat hij. Ze zal 't lang niet prettig
hebben. Ze wordt iederen dag uren lang
verhoord, zoo hopen ze te weten te
komen, waar u bent, want ze denken,
dat zij dat weet."
Toen Moerometz voorstelde, den be
trokken Tsjekabeambte om te lcoopen,
gaf de man een ontwijkend antwoord.
Moerometz stoof op: „Zeg maar rond
uit, hoeveel 't kosten moet!"
De rechercheur begon de menschen
op te tellen, die mee zouden moeten
deelen.
„De portier. een paar gevangen
bewaarders 'n tusschenpersoon
onkostenMoerometz maakte een
ongeduldig gebaar, ,,'t Zal wel dertig
duizend roebel worden," besloot de
rechercheur met een pijnlijk gezicht.
„Zul je hebben," zei Moerometz, en
hij gaf den man een voorschot. De
rechercheur nam de bankbiljetten aan
met een gezicht van beleedigde waardig
heid, als vond hij die geldkwesties diep
beneden zich.
We spraken met den journalist af,
dat ik dien nacht bij hem zou slapen,
hij was doodsbang, maar bezweek, toen
ik hem geld gaf voor een stapeltje
brandhout. Met Moerometz sprak ik
af, dat ik den volgenden morgen naar
flat no. 5 zou komen. En toen ging
ik naar de Nefsky Prospekt, om Mel-
nikof in de gaarkeuken te treffen.
Toen ik het gemeenschapseethuis
naderde, zag ik een volksoploop er
voor. Twee matrozen met de bajonet
ten op 't geweer stonden aan de deur
op wacht, en er kwamen stoeten men
schen naar buiten, door soldaten uit
geleid. Ik stond aan den overkant te
kijken en kon vaag onderscheiden, dat
er in de donkere gang menschen ge
fouilleerd werden.
Terwijl ik stond te kijken, of Melni-
kof soms naar buiten kwam, voelde ik
een tikje op mijn arm; ik keek om en
zag Zorinsky, den officier, die mij in
het café van Vera Alexandrofna had
aangesproken. Hij wenkte me, mee
apart te komen.
„Zoudt u Melnikof hier treffen?"
vroeg hij. „Weest u maar blij, dat u
niet binnen bent gegaan. Er is een
inval gedaan. Ik wou er ook heen. maar
ik kwam gelukkig net iets te laat.
Melnikof was een der eersten, die
gearresteerd werden, ze hebben hem
al meegenomen."
„Waaróm doen ze een inval?" vroeg
ik ontsteld.
„Ja, dat weet je nooit. Gebeurt her
haaldelijk. Ze zochten Melnikof, geloof
ik, misschien was 't om hem te doen.
't Is in ieder geval leelijk, want ze weten
precies, wie hij is."
Het werd stiller. Het onderzoek raak
te gedaan. Wij stonden alleen.
„Wat gaat u nu doen?" vroeg mijn
metgezel.
„Ik weet het niet," zei ik naar waar
heid ik dacht er trouwens niet over,
Zorinsky in te lichten over mijn gangen.
„We moeten iets bedenken om hem
vrij te krijgen," zei hij. „Melnikof was
een van mijn beste vrienden, en u zult
er ook wel wat moeite voor over hebben,
denk ik."
„Zou er iets aan te doen zijn?" vroeg
ik. „Ik help natuurlijk graag."
„Gaat u dan met me mee naar huis,
dan kunnen we eens praten. Ik woon
hier vlak bij."
Ik ging mee naar een zijstraat dicht
in de buurt.
„Hoe wilt u, dat ik u noem?" vroeg
hij, toen we de trap beklommen.
Kieseh uitgedrukt, voelde ik. „Pawel
Iwanowitsj," antwoordde ik.
Hij bracht me in een ruime en keurig
ingerichte flat. „1' schijnt 't nog goed
te hebben," zei ik, in een leunstoel neer
vallend,
,,'t Gaat," antwoordde hij. „Mijn
vrouw is actrice, ziet u. Daarom krijgt
ze royaal provisie, en laten ze ons onze
meubels houden. Ik sta opgeschreven
als onderdirecteur van den schouwburg,
dus krijg ik ook extra-rantsoen. Zulke
fortuintjes zijn nog wel eens te vinden,
ziet u. Mijn liefhebberij," voegde hij er
luchtig aan toe, „is contra-spionnage."
„Wat?" riep ik zonder erg.
„Contra-spionnage," herhaalde hij
glimlachend; wat bij hem zeggen wou,
dat zijn eene mondhoek op zijn plaats
bleef, en de andere omhoog schoot. „Ik
vertel 't u maar, omdat u blijkbaar het
zelfde vak uitoefent. Kijk maar niet
verwonderd, iedereen is tegen de revo
lutie; alleen is de eene 't actief en de
andere passief." Hij haalde een papier,
met machineschrift bedekt, uit een la.
„Interesseert dit u misschien?"
Ik keek het door. Het was een rapport
over vertrouwelijke onderhandelingen
tusschen de bolsjewistische regeering en
de leiders van niet-bolsjewistische par
tijen, over de mogelijkheid om tot een
coalitie-regeering te geraken. Er kwam
van die onderhandelingen niets terecht,
maar de inlichting was toentertijd van
groot belang.
„Houdt u 't maar," zei Zorinsky, toen
ik het document terug wou geven, ,,'t
Was voor Melnikof bestemd, die had 't
waarschijnlijk toch aan u gegeven. Ik
heb 't Engelsche gezantschap vroeger
nog al eens geholpen. Maar u zult nooit
van me gehoord hebben, ik blijf maar
liefst op den achtergrond."
Er kwam thee en sigaretten, en Zo
rinsky begon een uiteenzetting over de
contra-revolutionnaire beweging, waar
in hij volkomen thuis scheen te zijn.
Hij noemde ook dèn naam Iwan Iwa-
nitsj
„Iwan Iwanitsj? Kent u dien?" vroeg
ik.
„Van gehoord," zei Zorinsky. Hij
boog zich naar mij toe. „Tusschen twee
haakjes, u weet zeker ook niet, waar hij
zit, wel?" vroeg hij op een eigenaardigen
toon.
Ik aarzelde even. Misschien kon deze
man, die zooveel scheen te weten, me
vrouw M. helpen. Maar ik vond het toch
wijzer te zwijgen.
„Geen flauw idee," zei ik stellig. „Ik
heb alleen in Finland over hem hooren
praten."
Zorinsky ging weer achterover zitten.
„Maar nu Melnikof," zei hij. „We
moeten al 't mogelijke probeeren. Ik
zal dadelijk een mannetje aan 't werk
zetten." Hij ging naar de telefoon en ik
hoorde hem iemand vragen, onmiddellijk
te kornen, „voor een dringende zaak".
Toen noodigde hij me uit, om te blijven
eten. „Mijn vrouw zal graag kennis met
u maken, en op haar discretie kunt u
rekenen."
Aangezien ik benieuwd was naar het
resultaat van dat telefoontje nam ik
aan. Zijn vrouw, Elena Iwanofna, net
een verwend kind, kwam aan tafel in
een rooden Japanschen kimono. De tafel
was keurig gedekt en met bloemen ver
sierd. Weer achtte ik mij verplicht,
excuus te vragen voor mijn haveloos
voorkomen.
„Excuseer u maar niet," glimlachte
Elena Iwanofna. „Iedereen is aan lager
wal tegenwoordig. Zou die ellendige
tijd nu altijd blijven duren?"
„U schijnt er niet veel last van te
hebben, Elena Iwanofna," merkte ik op.
„Nee, onze troep wordt uitstekend be
handeld," erkende zij. „Maar u hebt
geen idee, hoe afschuwelijk het is, een
bouquet te moeten aannemen van een
onbehouwen matroos, die op den vloer
Vervolg op blz. 26.
Het is geschiedkundig nawijsbaar, dat men onder Kan de Cologne*
oorspronkelijk niets anders verstond, dan dat reukwater, hetwelk
heden ten dage als «Rood Farina Merk» bekend is. Zijn schepper.
Johann Maria Farina, schreef op 22 Juni 1742 een brief aan Baron
von Laxfeld in Miinster.dat hij hem de verlangde «six bouttellie
de Eau deCologne* zou zenden. De wereld-reputat ie.die «Eau deCo-
logne» destijds reeds veroverde, gold - zooals dit document bewijst -
de oer-echte Eau de Cologne van «Farina gegenüber». Voor haar.
gedurende twee eeuwen beproefde, kwaliteit staat borg het teeken:
OER-ECHTt EAU DECOLOCNE
rsvs1-
En toch is Lux zo goed
koop! Het standaardpak
kost 121/z cent en het
reuzenpak, met meer dan
de dubbele inhoud, kost
slechts 25 cent. Boven
dien bevat het standaard-
pak Lux nog een brei-
patroon en het reuzenpak
2breipatronen.
En.. .op elk pak
Leen waarde
volle bon voor
geschenken.
LOST
tlDDELLUK
OP OOK IN KOUD
WA IER IN EEN LUX
SOP DRIJVEN GEEN
ONOPGELOSTE ZEEP-
DEELTJES. DIE DE
KRIMPEN
DOE HET WOLLEN GOED IN HET -
LUX SOP EN PERS HET SOP ER DOOR.
HAAL HET GOED ER UIT. DIT SNELLE
WASSEN ZONDER WRIJVEN HOUOT