Zijne Hoogheid Sjeik Ahmed recipieerl Binnen de muren van het vorstendom Koweit Het paleis van den sjeik in Koweit, 'n klein vorstendom metje onder Engelseh pro tectoraathoudt, wat bouw trant betreft, het midden tusschen een burcht en een buitenverblijf. Het heeft ge noeg kamers om een heel regiment gasten te kunnen herbergen, wat niet te ver wonderen is wanneer men bedenkt, hoe hoog de Be- doeïn de gastvrijheid in eere houdt. Het typische huisje met brug bewijst ook, dat men bij den bouw op zeer origineels wijze reke ning heeft weten te houden met de sanitaire eischen van een goed verblijf. Het valkenhuis van den vorst bevat niet minder dan eenentwintig edel-exempla- ren. He prijs van één zoo'n specimen is soms nog hoo- ger dan die van een paard of een kameel. He valken jacht is een der meest ge liefkoosde wintersporten der aristocratie van Koweit. „Ik ben aeen zoon der lauwe Westerlanden, Mijn vaderland is daar de zon ontwaakt Sjeik Ahmed-bin-Jabir-as-Su- bah, heerscher over hei kleine vorstendom Koweii aan de Per zische golf, zou mei rechl boven- slaande verzen van Da Costa boven den ingang van zijn paleis kunnen neerschrijven. Al heefI hij zich niel kunnen onttrek ken aan de invloeden der wes- tersche beschaving, toch heeft hij in zijn doen en laten de trouw weten te bewaren aan de oude Bedoeïnsche tradities. Het dé cor, waarin zijn leven zich ont plooit, spreekt over westersche beschaving, maar dat leven zelf draagt onuitwischbaar het stem pel van het romantische oosten. Onze fotoserie moge u dit dui delijker illustreeren. Behalve des Vrijdags begeeft de heersclier van Koweit zich ieder en dag naar de ontvangzaal van zijn paleis om er te beraadslagen aver regeerxngszaken. Zijn gevolg bestaat uitsluitend uit een kleine lijfwachtdieevenals de vorst zelfde dracht der Bedoeïnen in eere houdt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 28