GOUD
DE MACHT VAN HET
Het kleurenfilm-probleem is nog lang nief van de baan.
De filmproducers blijven diligent om op dat gebied een
zoo goed en gaaf mogelijk product te krijgen. Deze film
is geheel in kleur en om eerlijk te zijn,
heeft 't ons thans niet meer zoo onaan
genaam aangedaan, als dat met enkele
vorige kleurenfilms het geval was.
De geheimzinnige aantrekkingskracht, welke
het goud zoo goed als door alle eeuwen heen
op de mensehen heeft gehad, is tegenwoordig
iets minder sterk dan vroeger. Blijkbaar begint
het mensehdom in te zien, dat het bezit van goud
alléén niet voldoende is het geluk en den welstand
van een land te verzekeren. Ontelbaar echter zijn
de offers, welke in den loop der tijden voor dit ge
heimzinnige metaal zijn gebracht en vooral daar,
waar het goud zich in den grond schuil hield, heb
ben zich drama's afgespeeld, waarvan het heden-
daagsche geslacht, dat met zijn vele goud bijna geen
raad meer weet, weinig of geen begrip heeft.
Deze Warner Bros-film licht weer eens een tipje
van dien sluier op en al is het geval ook een beetje
geromantiseerd en wordt de belangstelling op de
twee voornaamste hoofdpersonen samengetrokken,
er zit toch voldoende perspectief in om den opmerk -
zamen toeschouwer ook nog iet.8 anders duidelijk te
maken dan het simpele verloop van die liefdes
geschiedenis. Het is een in beeld gebrachte strijd van
boeren tegen de gouddelvers, welke laatsten eischen,
dat alles zal wijken voor den gouddorst. Met ge
weldige waterstralen spuiten ze de goudhoudende
bergen aan flarden en het gevolg is, dat de riviertjes
buiten hun oevers treden en heele vlakten vrucht
bare velden onder modderig water zetten.
Na de gerechtelijke uitspraak om het goudgraven door middel van waterkracht
stop te zetten, welke uitspraak door de delvers niet wordt erkend, verschansen
dezen zich achter de barricaden omde boeren, die met geweld 't vonnis willen
beteekenen, tegen te houden.
Kolonel Ferris (Claude Rains), de grootste tarweboer
van den omtrek, ontvangt voor het eerst den goud
delver singenieurdie het leven van zijn zoon redde,
in zijn huis. Onder geen voorwaarde staat hij hem
echter toe, dat hij zijn dochter trouwt.
„Goud is de ruggegraat, van den handel en de
industrie," beweert de een.
„Het graan geeft aan millioenen menschen brood
en is dus veel belangrijker," zegt de andere partij.
Twee meeningen, die lijnrecht tegenover elkaar
staan en die tot een strijd op leven en dood aanlei
ding geven. Natuurlijk zijn de beide geliefden ieder
van een andere partij en hoewel een gerechtelijke
uitspraak in het belang van de boeren is, zoo zou
de oplossing toch nog lang op zich hebben kunnen
laten wachten, ware het niet dat een radicale daad
van den mannelijken hoofdpersoon een gelukkig
slot veroorzaakte en een alleszins bevredigende op
lossing bracht. Die hoofdpersoon is Georg Brent, die
hier de ingenieur van de gouddelvers is. Een sterke,
markante figuur met een uitgesproken acteertalent.
Het meisje is Olivia de Havilland, die voor onze
hedendaagsche begrippen misschien iets te zoet is.
maar die voor den tijd, waarin déze film speelt, heel
goed op haar plaats is.
De mijningenieur (Georg Brent) en de dochter van
den tarweboer (Olivia de Havilland) genieten van het
■vruchtbare landschap, dat aan de vernietiging door
de gouddelvers werd onttrokken.