SvnTTnl GEBISMUREERD T ODOROPO Roode Rusland Ik verteer mijn voedsel zonder bezwaren" MAGNESIUM 26 Hij ging hilar angstvallig uit den weg... jV» (H'brniL'l zij 0</o A'o.' Inderdaad. Iioevele leuke charmante meisjes zijn er niet zelf de oorzaak van. dut haar droomen in rook ver vliegen. Indien zij er maar aan duehten. dut onaangename transpi- reereu ouder de armen te voorkomen en de verzorging hiervan als een onderdeel van haar dugelijksch toi let ter hand te nemen. Odo-Ro-No brengt hier uitkomst: Uw charme blijft behouden, terwijl Uw kleeding voor bederf wordt ge vrijwaard. Gebruik dus Odo- Ro-Mo regelmatig, zoowel voor Uzelf als voor Uw klee ding. Odo-Ro-No wordt in 2 stei li- ten in den handel gebracht. REGULAR voor normaal gebruik - INSTANT voor menschen met een gevoe lige huid. Ook U kunt eten wat U wilt, en wanneer L' wilt. U kunt dadelijk de overmaat van aciditeit der maagsappen, waaraan de ge waarwordingen van bezwaring, de opris pingen, de hoofdpijnen en de slaperigheid te wijten zijn, doen verdwijnen. Een kleine hoeveelheid Gebismureerd Magnesium in een beetje water en Uw nraagbezwaren zijn binnen een paar minuten verdwenen. Verwaarloos nimmer de voorafgaande ken- teekens, die aanleiding kunnen geven tot meer ernstige aandoeningen. Gebismureerd Magnesium, dat verkrijgbaar is bij alle Apo thekers en Drogisten a f 1.per flesch of f 1.75 per groote flesch, die voordeeliger is, maakt onmiddellijk de overmaat van acidi teit. die de teergevoelige maagvliezen prik kelt, onschadelijk, doet het gisten van het voedsel ophouden en verzekert U een goede spijsvertering. Voor Uw Maag Het avontuurlijke en romantische leven van een Hritschen spion in het Vervolg van bladzijde 23 het eene einde van den wagen begonnen een paar Finnen liedjes te zingen. Een paar menschen stapten aan kleine stations uittoen we na vier uren in Groesino aankwamen, was de wagen nog maar drie kwart vol. Het was bijna middernacht. Een men- schenmassa welde uit den trein en ver spreidde zich snel in alle richtingen de bosschen in. 's Morgens zouden zij terug komen met zakken vol mondkost. Ik bracht mijn gezellin eerst een paadje langs in de verkeerde richting. Na een poosje keerden we terug, staken de rails over voorbij het station en namen het boschpad, dat naar het huis leidde van Fita, den vroeger genoemden smokke laar. We moesten daar een uur wachten. Mevrouw M. ging wat liggen rusten, en ik sprak met den jongen man over de reis en informeerde naar de vier andere personen, blijkbaar ook vluchtelingen, die we in zijn buis vonden. „Heb je een goede slee voor met" „Ja, een beste en een best paard." „Wie zijn die andere menschen f" „Ik ken ze niet. De man is officier. Hij kwam drie dagen geleden Kier in de buurt en toen hebben de boeren hem naar mij verwezen. Ik heb beloofd, dat ik hem zou helpen." Buiten dien officier was er een dame, die Fransch sprak, en twee knappe meisjes van ongeveer vijftien en zeven tien jaar. Zij toonden geen spoor van zenuwachtigheid en schenen het avon tuur wel prettig te vinden. Zij spraken Russisch tegen den officier en Fransch tegen de dame. De officier was blijkbaar hun geleider. Om één uur reden we van Fita's huis weg. De tocht leidde door bosch en lie vroren moeras. Wij stopten voor een hut, vijf mijlen van de grens. Vandaar zou een Finsche boer ons door de bos- -cheri naar den eersten Finschen grens post brengen, tien mijl ver. De nacht was rustig en niet te koud; groote witte wolken dreven langs -de volle maan en de lucht was stil. Onze gids klopte. Na lang wachten werden we binnengelaten door een ouden boer en zijn vrouw, klaarblijkelijk uit hun slaap gerukt." Een half uur later kwam het andere gezelschap, de boer kleedde zich en we gingen. Wij weken bijna onmiddellijk van het voetpad af, en liepen door dikke sneeuw over open terrein naar het bosch. Wij vorderden langzaam, want menigmaal zakten we tot onze knieën in de sneeuw, en met het oog op de dames moesten we dikwijls rusten. We zwenkten het bosch in en uit, vermeden paden en open plek ken, en hadden dus lang werk, eer we de grens nabij kwamen. Mevrouw M. en de dame van het andere gezelschap waren aan 't praten geraakt, en zoo kwam eerstgenoemde te weten, dat de twee meisjes Irene en Natalia heetten, en dochters waren van groothertog Paul AJexandrowitsj, oom van wijlen den Tsaar. Ik had mevrouw M. gewaarschuwd, in geen geval te zeg gen, dat ik een Engelschman was. Ik wou namelijk naar Rusland terug en had dus liever, dat er niet over me gesproken werd; zij moest hen maar in den waan brengeD, dat ik een Zweedsche vluch teling was. Ik verbaasde mij over den moed, waarmee mevrouw M. dien ontzettenden tocht doorstond. Zij had al veel leed en ontbering achter den rug, maar hield zich beter dan de andere dames, en was na de rust altijd de eerste, die weer ver der wou. We moesten slooten door en wankele bruggetjes over. En ééns ge beurde er een ongelukje, waar we hevig van schrokken. Onze gids, met pakken beladen, verdween plotseling hij zont in een greppel, die vol versche sneeuu was geraakt. Met moeite, doornat krab belde hij er aan den anderen kant weer uit. Toen kreeg ik een idee: als ik ovei de greppel ging liggen konden de an deren mijn lichaam voor brug gebruiken Ik zette mijn voeten stevig neer, liet me voorover vallen en groef mijn handen in den anderen oever. Ik riep mevrouw M., die de dapperste was, toe, op mijn rug te stappen en zoo over te wippen Zij deed het, en werd gevolgd door de andere dame. Toen kwamen de twee meisjes en dan de officier; ten slotte wrong ik mij op mijn maag naar den overkant. Zoo ploeterden we voort tot een zwart-met-witte paal aangaf, dat we aan de grens waren. Wij hielpen de meisje* de wankele glibberige plank over, die de eenige brug was over de grenssloot. en die ons dreigde te verraden, als er één voetstap op werd gezet. Zoodra zij den Finschen bodem aan raakten,vielen de meisjes op haar knieën en maakten vroom een kruis. Wij liepen naar een omgevallen boomstam een eindje verder en gingen zitten, om wat verkwikking te genieten. Onze zwijgzame gids werd plotseling spraakzaam. „Ziezoo, u bent in Fin land," zei hij. „U hoeft Sovdepia („het land van sovjets en député's") niet meer terug te zien." Hij had den lieeleu tijd haast geen woord gezegd, maar nu hij Rusland eenmaal uit was, al lag het nog maar een steenworp ver, meende hij te mogen zeggen wat hij wou. En dat deed hij. Verder hadden wij het makkelijk. We hoefden ons maar te melden bij de eerste Finsche autoriteiten, die we vin den konden en om geleide te vragen. Wij praatten nu allen vrijuit niet meer in zenuwachtig gefluister en eeniedei was vroolijk in het besef van de vrijheid. Maar de vader van die twee aardige meisjes lag in Petrograd in een kerker, en een paar weken later, toen ik weer in Rusland was, werd ik op tragische wijzi aan die zusjes herinnerd. Zonder proce- was de groothertog zekeren nacht in het fort van St. Petrus en St. Paulus dood geschoten, en zijn lijk was, met anderi naaste bloedverwanten van den ver moorden Tsaar, in een gemeenschap pelijk, ongemerkt graf geworpen. Ik was zielsblij, dat die twee meisjes buiten Sovdepia waren. Hoe, vroeg ik me af, zouden ze het treurige geheim van het sombere fort vernemen? Wien zou de bittere taak toevallen haar te zeggen „Jullie vader is doodgeschoten, om den naam, dien hij droeg. niet in eer lijken strijd, maar door een troep Let tische en Chineesche huurlingenen niemand weet, waar zijn lichaam ligt" VIJFDE HOOFDSTUK De geest van Cesar- Ons troepje vluchtelingen zwoegde verder, naar den eersten Finschen grens post. Ik kon een wachtwoord noemen, dat mijzelf en allen, die met mij waren, een goede ontvangst waarborgde. We I e opwekkend - smakelijk - gezond - pittig

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 26