Cfülermanns <^yma/-^T Wie verstandig is,naait met yj ctaar^\^ elastisek is, sterk cn kleurecht. is de teste. Uw vacant ie MOET prettig zijn! 27 LET U OP HET HAN DELSAAERK SCHAAKBORD. PANORAMA, Geïllustreerd weekblad. Verschijnt Donderdags. Tezamen met een der periodieken De Stad Amsterdam, Groot Rotterdam. 'sGravenbage in Beeld. Ons Land, Ons Zuiden of Ons Zeeland f lA2y, per kwartaal of f 0.12y, per week. Franco per post f 1.75 per kwartaal bij vooruitbetaling. Koloniën f 7.65 (ter jaar bij vooruitbetaling. Voor postabonnementen en adreswijzigingen van post. abonnementen gelieve men zich uitsluitend te wenden tot het bureau te Haarlem. Bureaux HAARLEM, Nassaulaan 51. Tel. Int. 13866. Giro nr. 142700. AMSTERDAM, N.Z. Voorburgwal862. Telefoon Interc. 35170. Giro nr. 97046. ROTTERDAM. Stationsweg 24. Telefoon Iuterc. 50540. Giro nr. 101981. 's GRAVENHAGE. Stationsweg 95, 'I el. Interc. 111666. Giro nr. 45141. UTRECHT, Biltstroat 142. Telefoon Interc 13473. Giro nr. 149597. 's HERTOGENBOSCH, Stationsweg 27. Telefoon Interc. 1215. Giro nr. 129750. MAASTRICHT, Stationsstraat 20. Tel. Interc. 5851. Giro nr. 124690. VUSSINGEN, Bad huisstraat 5, Tel. 81. De voorwaarden van onze gratis ongevallenverzekering zijn op aanvraag verkrijgbaar. Uw vrije dagen... die enkele, die U maar heeft in 'n heel jaar van .werken... Uw vacantie móét prettig zijn't Moeten lange, heerlijke dagen zijn... zonder de moeheid, die 'n ongewoon-volle dag meestal geeft. Zonder last van stof en zónder lusteloosheid. Uw reiskameraaddat moet een flacon Eau de Cologne Boldoot zijn. Zoo'n flacon vol geurige verkwikking, waarvan enkele druppels U al nieuwe energie geven. Bet Uw slapen en Uw polsen met 'n paar druppels Eau de Cologne Boldoot... en Uwordteen mensch, die 'n héérlijke vacantie beleeft! Impériale vanaf 25 ets. Veritable vanaf 20 ets. kregen eten en paarden, en aan het sta tion van Terioki namen we afscheid van onze deelgenooten in 't avontuur, die met den trein naar Helsingfors gingen. Ik vertrouwde mevrouw M. toe aan de zorgen van een heer in den trein en hleef zelf een dag of twee in Terioki, om maat regelen te nemen voor mijn volgenden terugkeer binnen Rusland. Het was ook mijn bedoeling, Iwan Sergeiewitsj, den vriend van Melnikof, in te lichten om trent diens arrestatie, hem de groeten over te brengen van zijn trouwe diena ressen Stepanofna en Maria en hem te vragen, of hij Zorinsky kende. Maar Iwan Sergeiewitsj was inmiddels ver trokken - ik kon hem niet vinden. Er waren precies drie weken verloo- pen, sinds ik door de Finnen over de Russische grens was geholpen, en in die drie weken had ik mij zoozeer gewend aan mijn nieuwe, vreemde levenswijze, dat niet deze, maar de buitenwereld me onwerkelijk leek, toen ik haar weer be trad. Bij den Engelschen gezant te Helsing fors genoot ik een warme ontvangst. Ik kon natuurlijk niet op het gezantschap verschijnen in den tooi, waarin ik uit Petrograd was ontsnapt. Ik verkleedde me dus eerst op het consulaat en ging toen naar een barbier, om mijn lang haar en mijn baard wat te laten op knappen. Kwijt wou ik dien niet: ik moest mijn verloopen voorkomen kun nen hernemen, zoodra het noodig bleek. De barbier werkte goedde huisknecht op het gezantschap zei „monsieur" tegen me. Het hoofdkwartier van onzen inlich tingendienst in Noord-Europa was te Stockholm gevestigd. Ik werd dus weer de Serviër „Sergei Ilitsj" de naam, dien ik den laatsten keer in Stockholm had aangenomen en reisde naar Zweden om rapport uit te brengen. Ik vernam inet vreugde, dat men te Lon den zeer tevreden was geweest over de voorloopige berichten, die ik Moeroinetz en den anderen Engelschman had mee gegeven Buitenlandsche Zaken had al in geen maanden iets betrouwbaars uit Rusland vernomen. Mijn nieuwe be richten werden naar Londen geseind, en vóór ik Stockholm verliet om naar Rusland terug te keeren kreeg ik een aanmoediging, doordat er een telegram aan het Stockliolmsche hoofdkwartier kwam „Dank St 25 en verstrek hem al rvat hij wenscht." Tien dagen, nadat ik mevrouw M. had weggebracht,was ik weer in Terioki, nabij de Sovjet-grens. Ik kon Iwan Ser geiewitsj weer niet vinden, en ik dorst niemand anders in vertrouwen te nemen, dus besloot ik maar zonder meer naar de grens te gaan en een beroep te doen op mijn oude Finsclie vrienden daar. Het liep me mee. Dezelfde mannen wa ren er nog. De bleeke chef herkende me ondanks mijn besnoeiden haard en lachte. „U hebt den bourgeois uitge hangen," zei hij. De glazen kwamen op tafel en ik vertelde hun, hoe 't mij ver gaan was, nadat zij mij de rivier hadden overgezet, en hoe ik Rusland weer uit was gekomen. Toen ik zei: „Ik had graag dat u me weer de rivier over zette vanavond," antwoordden zij, dat ik op hen rekenen kon. Maar voor 't moment moest ik maken, dat ik wegkwam, anders was ik door hun jolige gastvrij heid ongeschikt geworden voor het avontuur. Te middernacht kwam ik terug, gekleed in een oude groene over jas met groote zakken, volgestopt met sigaretten, chocola en een paar kleine fleschjes whisky. Weer voorzagen de Pinnen me van degelijk vervaardigde papieren. Omtrent drie uur trokken we er op uit, precies als een maand tevoren. Alleen was het nu hartje winter. Alles lag doodstil en be vroren, er roerde geen windje, en liet riviertje de Sestro was een massa ijs, de weide aan den overkant een ongebroken sneeuwvlak. Toen we ons in de struiken bij de bouwvallige villa verborgen hadden, haalde de bleeke een groot wit laken te voorschijn en wees hij me, hoe ik 't om me heen moest wikkelen, zoo, dat ik mijn beenen vrij kon bewegen. „De geest van Cesar," merkte hij op. De geest van Cesar drukte allen de hand, klom voorzichtig de glooiing af, vouwde zich dubbel, sloop de rivier over en klauterde aan den Russischen kant weer omhoog. De Finnen gluurden door de struiken. Er gebeurden geen onge lukken. Er was geen dun ijslaagje, dat breken kon, zooals den eersten keer. Ik hoefde geen tweeden stroom door te waden. Alles was hard bevroren, en het witte laken maakte me onzichtbaar. Midden op de wei bleef ik staan. Vaag zag ik het buisje van de roode grens wacht, waaruit den 3rorigen keer ver volgers naar buiten waren gekomen. Er was daar geen licht en geen geluid. Doodsche stilte op aarde, een heerlijke prikkeling in de lucht, en sterren, spor tief lachend boven mijn hoofd. Ik sloop naar de heg, luisterde, klom er over, en liep snel naar den anderen kant van den weg, naar het halfvoltooide huis Er was nog geen steen aan toegevoegd. De omgeving had iets bekends voor me, en ik was niet alleen ik had Johnny Walker bij me. Ook het laken hield me! warm. Toen de dag aanbrak, gooide ik mijn wade opzij en liep stoutweg naar het station. Ik had bijna een gevoel, of ik naar huis ging. Ik had nog maar één angst als er eens onderzoek werd ge daan in den trein? Mijn volgepropte zakkenzou ik veiligheidshalve mijn heele lading chocola en sigaretten over boord gooien? Wat! Met leege handen terugkomen bij Maria, en Stepanofna, en den journalist, en alle andere vrien den, 3roor wie mijn kleine geschenken een wondere weelde zouden zijn? Ik klemde me zenuwachtig aan ieder pakje vast. Maar de sterren hadden geglimlacht. Er werd geen onderzoek gedaan. ZESDE HOOFDSTEK A fir en ko iroftit Krqlenko Er zat in revolutionnair Rusland tempo in de gebeurtenissen. Ik merkte bij mijn terugkomst duidelijke veranderingen op, al was ik slechts weinige dagen weg ge weest. Er waren bijvoorbeeld krachtige pogingen gedaan, om het arbeidswezen te organiseeren, en om een sterk rood leger op de been te brengen. Het laatste, gaf mij zorgen: ik moest zien te ont komen aan de attenties der werfagenten. Word f vervolgd

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 27