29 In de dagen, die hierop volgden, scheen het eens zoo blijde, drukke Athene 'n stad des doods. Men zag geen meusch op straat, de schouwburgen en winkels waren gesloten. Die leden der koninklijke familie, die waren achtergebleven, stonden voort durend onder verdenking. Iedereen waarvan men wist, dat hij trouw was gebleven aan den koning, werd gearresteerd. Mannen en vrouwen van iederen leeftijd, staatslieden, rechters, schrijvers, officieren zoowel van land- als van zeemacht werden op geheim zinnige wijze aangeklaagd, voor 'n rechtbank ge sleept en onherroepelijk veroordeeld, sommigen tot jarenlange gevangenisstraf en anderen tot ver banning op eenzame eilanden. Overal werden huiszoekingen verricht, waarbij de soldaten opdracht hadden, vooral foto's van koning Constantijn en z'n familie te verscheuren. Het „Lied van den adelaar", 'n lied, speciaal gecomponeerd bij gelegenheid der schitte rende overwinningen door mijn broer tijdens den Bal kanoorlog behaald, mocht niet meer worden gezongen. Tijdens oen der inspec tietochten door 'n groep Venizelisten konden dezen hun ooren bijna niet ge- looven, toen zij in een der huizen de tonen van dit zoo bekende lied hoorden. Afgaande op het geluid stormden zij 'n trap op, die naar 'n zolderkamertje leidde, zwaaiden wild de deur open en zagen een oud vrouwtje, in een leunstoel, met glanzende oogen kijken naar haar papegaai, die 't „Lied van den adelaar" zong! Zij verloren geen tijd met naderen uitleg te ge ven, maar draaiden het beestje den nek om cn verlieten het vertrek, de deur hard achter zich dicht slaand, zonder acht te geven op het gejammer van het oude vrouwtje. Vlak daarop verzocht men m'n broer Nicolaas, Griekenland te verlaten en tegelijk met hem en z'n gezin vertrok ik naar Zwitserland, waar wij ons voog den bij André, die eveneens uit Griekenland had moeten verdwijnen. Vóór ons vertrek ontvingen wij de plechtige ver- Z.K.11. prins Christoffel van Griekenland en zijn eerste echtgenoote, eerder' mrg. Ncmcy Leeds, de weduwe van een Amerikaa/nschen tinkoning, die haar bij zijn dood 3.000.000 naliet. I» ballingschap. Huweljjlt De drie volgende jaren brachten wij door in Zwit serland; des zomers in Zürich en Luzern, des winters in St. Moritz. Dit leven van de hand in den tand vormde een schril contrast met dat te Athene en daar wij geen privé-inkomcn meer genoten, moesten wij leven van opgenomen gelden. Gelukkig hadden wij een aantal vrienden, rlie ons in die dagen geheel belangeloos te hulp kwamen en steeds als de nood het hoogst was, redde ons iemand uit de moeilijke situatie. Onze bedienden waren ons allen naar Zwitserland gevolgd en zij bleven uit aanhan kelijkheid bij ons in dienst. Lr gingen soms maanden voorbij, dat zij geen cent loon ontvingen; toch klaag den zij daar nooit over. Wij werden beschouwd als politieke ballingen en ook als zoodanig behandeld. Onze brieven werden gecensureerd en al onze gangen door spionnen zorg vuldig nagegaan; zelfs vrienden moesten ons in het grootste geheim be zoeken. Toch wenden wij jonge ren er op den duur wel aan, want het natuur schoon van Zwitserland vergoedde veel. Alleen koning Constantijn kon zich niet over 't gebeurde heen zetten en hij werd ziek, zoo ernstig dat wij voor z'n leven vreesden. Inmiddels had ik in de laatste zes jaren, tusschen oorlogen en revoluties in, hemel en aarde bewogen om met mrs. Leeds in het huwelijk te treden, maar telkens stonden onver wachte hindernissen ons in den weg. .laren waren voorbijgegaan waarin wij elkander haast niet zagen en onze toevlucht moesten nemen tot 'n drukke correspondentie. Alleen des winters vertoefden wij in elkanders gezelschap, want dan kwam Nancy naar de wintersport. In 't voorjaar van 1920 besloten wij beiden tegelijk dat de knoop nu toch moest worden door gehakt en nadat alle formaliteiten waren vervuld ik moest onder andere mijn neef, koning Alexander om toestemming vragen voor dit morganatisch huwelijk trouwden wij op 1 Februari 1920 in de Grieksche kerk te Vevey. Ons huwelijk werd in de pers druk besproken. Men verweet mij onder meer, dat ik de schatrijke Amerikaansche weduwe getrouwd had, uitsluitend om politieke propaganda te maken en wapens en ammunitie te kunnen koo- pen om daarmee koning Constantijn opnieuw op den Griekscken troon te helpen. Wij bekommerden ons echter niet liet minst om dit minderwaardige geschrijf; wij gingen ge heel in elkander op en waren uitermate gelukkig. Dood van ironing Alexander De Grieksche troon was bezet door 'n eenzamen, ongelukkigen jongeman, slechts in naam koning. Een recente foto van prin ses Aspasia van Grieken land, de weduwe van ko ning Alexander, -met haar dochter prinses Alexandra (rechts De laatste foto van koning Alexander ran Griekenland vlak voor zijn dood genomen. Naast. hem. zijn echt genoote prinses Aspasia, geboren Mano, de dochter van een der adjudanten van koning Constantijn. Hun huwelijk werd in 't geheim gesloten en toen het bekend raakte, verwekte, t algemeene verontwaardiging in Griekenland Op vierentwintigjarigen leeftijd was Alexander, die zoo onverwachts geroepen werd de zware taak van zijn vader op z'n schouders te nemen en dat nog wel onder zulke tragische omstandigheden, een der meest pathetische figuren van Europa, hoewel hij zelf de laatste was, die dit toe zou geven. Zjjn koningschap was eigenlijk een bespotting, maar hij droeg het met waardigheid, vast ervan overtuigd, dat hij den troon beheerde voor zijn vader en dat deze vroeg of laat zou worden terug geroepen. Alexander was een gevangene in zijn eigen paleis. Zijn bevelen werden niet opgevolgd; hij zelf was dag en nacht door spionnen omringd. Zoodra hij voor iemand meer dan gewone belangstelling toonde, werd deze persoon uit zijn omgeving verwijderd. Alleen de felste tegenstanders der koninklijke familie mochten bij hem in dienst zijn. Zijn brieven werden alles onderschept en koningin Sophie, die haar zoon vereerde, werd verteerd door heimelijk verdriet. Toen zij in 1918 hoorde,'dat Alexander in Parijs vertoefde, liet zij zich telefonisch verbinden met het hotel, waarin hij logeerde. Ein delijk, na zooveel jaren zou zij z'n stem weer verne men. De verbinding kwam tot -stand en na 'n zenuw- sloopende spanning klonk aan den anderen kant de stem vanRomanos, den Grieksche,n minister, die kortweg mededeelde, dat 't. den koning erg speet, maar dat hij niet aan (Je telefoon kon komen. Later vernamen wij, dat koning Alexander nooit iets van dit telefoongesprek heeft geweten. Twee jaren nadien, op 'n dag in October 1920, liep Alexander bloedvergiftiging op, na door een aap te zijn gebeten. Koningin Sophie hoorde in Zwitserland 't gebeurde en was direct vol angst. Van 't, eerste oogenblik af had zij 't voorgevoel, dat het met haar jongen niet goed zou afloopen en zij smeekte den autoriteiten haar bij hem toe te laten. Maar dank zij Venizelos werd haar niet toegestaan Zwitserland te verlaten. Koningin Sophie droeg de weigering gedwee, want haar geest, was gebroken. Zij overreedde mijn moeder in haar plaats te gaan; dit werd toegestaan, maar m'n moeder, kwam twaalf uren te laat in Athene aan. Het lijden van koning Alexander was voorbij. Men droeg hem naar zijn laatste rustplaats, aan de zijde van z'n grootvader op den heuvel te Tatoi. Wordt vervolgd waarmede, zij den koning terugriepen, niet meer konden worden gehoord, keerden zij stil en met ge bogen hoofden naar Athene terug. De koningsgezinde papegaai zekering, dat. Venizelos niet naar Athene zou mogen komen, maar reeds de week daarna werd hij terug geroepen. De ontvangst van de zijde der bevolking was uiterst koel.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 29