Na de schitterende overwinning werden de bevelhebbers der Engelsehe vloot, die zich bijsonder onderscheiden
luidden, aan boord van 't admiraalsschip door lord Howard tot ridder geslagen.
Heel Spanje treurde en de verslagenheid was zou
groot, dat de koning zijn volk tot de werken, die
men stil gelegd had, moest terugroepen. Toen de
koning het relaas va.11 de noodlottige reis te lezen
kreeg, bewaarde hij uiterlijk zijn gewone kalmte.
Toch moet de nederlaag 'n diepen indruk op hem
gemaakt hebben.
De hertog van Medina Sidonia trok zich op zijn
landgoed terug en sleet zijn levensavond als een
gebroken man. De hertog van Paruia scheen na de
mislukking zijn kracht en beleid van vroeger geheel
verloren te hebben, in het jaar 1.592 stierf hij van
verdriet en melancholie.
In Engeland kregen tal van mannen, die zich door
hun moed hadden onderscheiden, den ridderslag.
Koningin Elisabeth zond Thomas Norris als
afgezant naar de Nederlanden, om den Staten
Generaal, namens haar. dank te zeggen voor de
verleende assistentie, en de regeering te verzekeren,
dat zij aan de bewezen diensten zou terugdenken,
als de gelegenheid zich voordeed.
De l'nie der Nederlanden had door het door
tastend optreden van haar regenten, admiraals,
matrozen en soldaten haar bestaansrecht bewezen
en haar gezag in Europa gevestigd. De grondslag
was gelegd voor de welvaart en den bloei, die in
de zeventiende eeuw de republiek der Nederlanden
een wereldvermaardheid zouden schenken I
Koningin Elisabeth van Engeland in 't gewaad, dat
zij droeg bij den dankdienst naar aanleiding van de
grootsehe overwinning. Zij zond een speeialen afge
zant naar de Nederlanden om den Staten-Oeneraal
dank te zeggen voor de verleende hulp.
Het overschot der trotsehe Armada zeilt huiswaarts
nemen, de Spaansche vloot misschien zou blijken
onoverwinnelijk te zijn. Er moest dus snel gehandeld
worden. In den avond van den achtsten Augustus
belegde hij krijgsraad en t-oen besloot hij met Drake
en de andere bevelhebbers, als Hawkins, Winter en
Raleigh, dienzelfden nacht een aanval te wagen.
Sir William Winter raadde aan, de'Spaansche vloot
met behulp van branders uiteen te jagen.
Dit middel, dat drie jaren te voren door Gianibelli
voor Antwerpen was gebruikt, zou op de schepen,
die nu rustig voor anker lagen, de grootste wanorde
stichten. In alle stilte liet Howard acht oude schepen
met brandbare stoffen vullen.
In den nacht werden zij op de Armada afgezonden
en dicht bij haar in brand gestoken. Als hoog
oplaaiende fakkels naderden deze schepen des doods
de Spaansche vloot en uren ver werd de zee plotse
ling door een helschen gloed verlicht.
„Het vuur van Antwerpen! Het vuur van Ant
werpen!" Dat was de noodkreet, (lie van mond tot
mond en van schip tot schip ging. De ankers lichten!
Dat leek de eenige redding en waar dit niet vlug
genoeg ging, werden de
kabels eenvoudig gekapt
Binnen korten tijd dreven
de schepen in ontredder
den toestand door elkan
der. Touwen en zeilen
waren onklaar geraakt.
De groote galjas St. Mar
tin verloor bi j een botsing
het roer en strandde op 'n
zandbank, waar zij latei-
door de Engelschen werd
overmeesterd. Alsof dit
alles nog niet genoeg was,
stak er 'n vliegende storm
op, die de schepen gena
deloos heen en weer slin
gerde en sommige op de
kust zette. Midden in de
verwarring kwamen de
Engelschen opdagen en wierpen zich op de ver
strooide vaartuigen. Vreeselijk was de strijd! De
negende Augustus werd de noodlottige dag voor
de onoverwinnelijke vloot. Van vier uur 's morgens
tot zes uur 's avonds waren de schoten niet van
de lucht. Overal zag men Spaansche galjoenen,
hulken en galeien branden, zinken of in kruit
damp gehuld. Tal van schepen kwamen op de
zandbanken terecht, waar zij door Engelschen.
Hollanders of Zeeuwen werden overweldigd. Een
groot galjoen, waarop de bemanning van een
Zeeuwsch oorlogsschip was overgesprongen, zonk
plotseling. en vriend en vijand verdronken.
De onttakeld!' Spaansche oorlogsschepen waren
door den zuidenwind naar het noorden gedreven.
Toen Medina Sidonia zijn schepen zooveel mogelijk
vereenigd had, nam hij met zijn bevelhebbers het
besluit, den terugtocht te aanvaarden. Het Kanaal
was echter door den vijand afgesloten en zij waren
dus gedwongen langs de gevaarlijke noordkust van
Schotland te varen.
Onbeschrijfelijk zijn de kwellingen geweest, die
de Spanjaarden op dezen terugtocht hebben onder
gaan. De geringe hoeveelheid water en voedsel, die
zij nog over hadden, was grootendeels bedorven.
De gewonden werden slecht of in 't geheel niet ver
zorgd. De mannen, die aanvankelijk nog gezond
waren, werden ziek door het koude, gure weer of
verzwakten door honger en dorst. Op zevenentwintig
Augustus had Medina nog zevenenzeventig zeilen
onder zijn bevel. Hij besloot toen om met (1e zeven
entwintig schepen, die nog eenigszins te gebruiken
waren, zoo spoedig mogelijk naar Spanje te zeilen.
De overige vaartuigen, die in treurigen toestand
verkeerden, zouden, onder leiding van de admiraals
Juan Martinex de Ricaldo en Michael de Oquendo.
de Iersche kust trachten te bereiken. Tegen het
midden van September stak er echter een verschrik
kelijk noodweer op, waardoor vele schepen op klippen
en rotsen geslingerd werden en met man en muis
vergingen.
Slechts een derde gedeelte van de krijgers en het
scheepsvolk kwam met vijfenzestig onttakelde
schepen in het vaderland terug.
Dat was het overschot van de trot
sehe Armada. Een groot aantal van
deze mannen kon de ontberingen
niet te boven komen. Zij stierven
kort na hun aankomst in Spanje.
Van de laagste tot de hoogste
standen had de tragische tocht zijn
sloopend werk verricht.
lAnks; /'rins Mawrits. die in aller
ijl het leger en de vloot der Neder
landen gereed maakte om de Spaan -
selie bedreiging 't hoofd te bieden.