Sanatoqen KINDEREN KERNGEZOND weerzag na zooveel jaren. Toen hij in zijn strandstoel plaatsnam, had hij een oogenblik haar blik op zich voelen ras ten, maar het was onmogelijk, <lat zij hem herkende met dien bril, Hij voelde zich veilig en gerust. Nu zat hij daar en dacht aan vroeger. Aan zijn vele wandelingen met het meisje, dat daar slechts een paar passen van hem verwijderd zat, aan de ge zellige uren met haar doorgebracht en aan de pretjes, waaraan zij samen hadden deelgenomen. In dén beginne na de scheiding had den zij elkander vaak geschreven. En nu en dan had hij uit den melaneholieken toon van haar brieven kunnen bespeu ren nat zij wachtte op iets, waarvan zij zich den waren aard misschien zelf niet eens bewust was. In de banale uiting van haar vriendschappelijke gevoelens lag de zachte hunkering naar teederheid en intimiteit, een stil verlangen dat weerklank had gevonden in zijn eigen hart. In die dagen had hij er ernstig aan gedacht naar Nederland terug te keeren en haar te vragen. Maar toen hij het plan met zijn moeder had besproken, had hij het na een korten, maar harden strijd op moeten geven. Hij was de jongste van haar drie zonen en zijn broers waren heiden in den oorlog gesneuveld. Dat harde verlies had een onredelijken afkeer in haar wakker geroepen van alles wat „vreemd" was. Waarom kon hjj geen Engelsch meisje tot vrouw nemen? Moest zij na alles wat zij ge leden had nu ook nog het verdriet ondergaan met een schoondochter sa men te leven, die vreemd was aan hun volksaard en die zij niet verstond en begreep 1 Sydney's redeneeringen hadden niet gebaat en de tranen van de oude vrouw hadden hem doen zwichten. Decones. pondentie met Else werd minder en hield na een jaar geheel op. De jaren waren bijna onmerkbaar heengegleden, het eene na het andere, maar aan trou wen bad hij niet meer gedacht. Zelfs niet na den dood van zijn moeder. Reeds lang had hij zich vertrouwd ge maakt met de gedachte, dat hij altijd alleen zou blijven. Ook aan Else dacht hij allang niet meer. Totdat die solli citatie het doode verleden plotseling weer tot leven had gemaakt en in zijn hart een snaar had doen trillen, waar van hij de melodie nog kende. Sydney bestudeerde van terzijde het gelaat van de jonge vrouw. Van het fijngelijnde profiel ging nog dezelfde bekoring op hem uit van vroeger. Ook haar stem was hem weer terstond ver trouwd, al waren de klanken hem vreemd. Hij was zijn Hollandsch ver geten. op weinige woorden na. En aan die woorden dacht hij thans. Het waren er slechts vier en hij had ze onthouden, omdat hij ze uit zijn hoofd had geleerd, toen hij met het plan rondliep het meisje naast hem tot vrouw te gaan vragen. Plotseling spitste hij zijn ooren. Hij verstond de woorden Londen en Enge land. Ongetwijfeld spraken zij thans over de sollicitatie. De koddige situatie amuseerde hem. Hij voelde dat het meisje hem weer aankeek en dat haar blik langs hem heen gleed. Weinige oogenblikken later stond hij op. En toen hij langs de beide dames weg wandelde, voelde hij duidelijk dat Else Winter hem voor de derde maal opnam. Glimlachend liep hij den bou levard op. Else Winter was juist gereed met haar lunch, toen haar hospita kwam kloppen met de mededeeling, dat zij aan de telefoon geroepen werd. „Een Engelsche meneer." voegde zij er aan toe. „Als ik hem goed begrepen Slot op bladz. 18 heb, wil hij u spreken over een sollicita tie, in verband met een advertentie in de „Times". Maar ik hen er niet zeker van, want mijn Engelsch laat noga) j wat te wensohen over." Else stond haar met groote. ver- baasde oogen aan te kijken. Een .sollici tatie op een advertentie in de „Times"? Hoe was dat in 's hemelsnaam moge lijk? Gisteravond had zij Tonia's brief pas ontvangen en vanmorgen haar sol licitatie verzonden. Daar kon nu toch nog geen antwoord op zijn Zij begreep er niets van Eindelijk repte zij zich naar de tele foon. „Hallo," begon zij zenuwachtig, i „Juffrouw Winter?" vroeg een stem j in het Engelsch. „Jawel, meneer." „Uw zuster, mevrouw Johnson in I Londen, heeft voor u gesolliciteerd naar de betrekking van correspondente voor de Hollandsche taal. Omdat ik toeval lig met vacant ie naar Holland ging. kon I ik het nuttige met het aangename ver- j eenigen. Maar voor ik met u in relatie treed ben ik verplicht, 11 een vraag te stellen, die wellicht indiscreet lijkt, maar die u nochtans zult kunnen bil lijken. Besta,at. de kans misschien niet, dat u binnenkort weer naar Holland terugkeert, als u die betrekking in Londen krijgt? Ik vind het onaange naam iemand in te werken, die haar j betrekking na korten tijd toch weer in den steek laat." Zij trok een verbluft gezicht voor de telefoon. „Ik begrijp u niet, meneer. Waarom zou ik een betrekking ver laten, die mij voldoet?" „Ik bedoel dit: het is mogelijk dat u huwelijksplannen heeft en dus na korteren of langeren tijd. Else schoot in den lach. „O neen. j meneer, geen sprake van," flapte zij eruit. „Ik ben zelfs niet verloofd." Zij dacht een zucht te hooren, maar dat was natuurlijk verbeelding. „Wel. wilt u dan zoo goed zijn even naar hotel Bellevue te komen, juffrouw Winter-? Noemt u uw naam maar aan den por- j tier, dat is voldoende." „Ik ben terstond bij u, meneer," zei ze verheugd. Zwijgend ging zij de trap op. Het was geen ongunstig voorteeken, dat zij zoo vlug opgeroepen werd. Veel hoop had zij niet gebouwd op haar sollicitatie, maar nu! Vlug begon zij zich te kleeden. Als zij slaagde was het een feestdag in haar leven. Het was een lang gekoester de wensch zich in Londen te kunnen vestigen. Hier stond zij alleen en daar ginds had zij haar zuster en haar kleine neefjes en nichtjes. Bovendien hield zij van Engeland. Die genegenheid voor dat vreemde land dateerde van den dag, dat Sydney Stewart haar verlaten had. Zij had het zichzelf in die jaren ontel bare malen bekend, dat het hunkerend verlangen, dat haar zoo vaak had ver ontrust, naar overzee uitging. En zij bekende het zich ook nu, met 'n trek van melaneholieken ernst op haar gelaat. Hij was de eerste en eenige man ge weest van wien zij was gaan houden en vergeten had zij hem nooit, al was baar hoop al jarenlang gestorven. „Weg, dwaze gedachten," zei ze plot seling tot zichzelf, terwijl zij zich in den spiegel bekeek. Ja, ze zag er goed uit. Niemand zou haar nog de drie kruisjes geven. Zij nam haar tasch, wierp nog een laatsten blik in den spiegel en repte zich weg. Een kwartier later geleidde de portier van Bellevue haar naar een kamer op de eerste verdieping. Toen zij binnentrad, ontdekte zij een heer op het balkon, die gewapend met een grooten zonnebril zat te lezen. Tot haar verrassing herkende zij met één WORDEN WEER MIJN DOCHTERTJE, oud 9 jaar, was erg zenuw achtig en bleek. Ook op school ging het niet goed. Wij zijn be gonnen haar Sanatogen te ge ven en ik moet toegeven, dat zij buitengewoon is bijgekomen. Haar wangen hebben nu een frisschen blos, haar lippen heb ben de kleur van 'n roode roos en haar geheele gezondheid is zeer verbeterd,schreef een gelukkig vader, de Heer E.G.H. Geef Uw kindl ookeens £*n*«eurt Sanat0e9„enWer«9e*<>«d V,°r<U-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 13