vorsten te lijden hebben dan in andere streken, zullen onze Zeeuwsche telers zich te minder laten weerhouden om onze kleistreken nog vollediger in een kersenland om te tooveren dan in de laatste tientallen jaren al gebeurd is. Steeds overtuigender blijkt, dat zij geen ongelijk hebben gehad, die de fruitteelt in Zeeland hebben aangemoedigd. Het meest doorslaande argument is nog altijd het voordeel. En dat zal nieuwe tegenstan ders overwinnen. Zoo eentje is een heele spreeuwenkolonie te erg maar doe daar nu 'ns wal tegen! En in den Drieweegschen boomgaard viel de opbrengst ook niet tegen. Maar heidensch lawaai en overvloedig rookend vuur waren vaak genoeg om. de hegeerige spreeuwen op een afstand te houden. Hat bracht mee, dat de langs-fietsende gewest- genoot of de rondtrekkende toerist het niet zoo aanlokkelijk vonden, de kersen versch van den boom in den boomgaard te komen consumeeren. Maar daartegenover hadden dan ook weer de enkele be zoekers, die er 'ns kwamen, zich niet te beklagen over de gulheid van. den baas, die in de beste stemming verkeerde, en zoo zijn er dan nog heel wat meer van de sappige roode vruchten verdwenen in de magen van lieftallige jongedames en onverzadiglijke kin deren, die de stoute schoenen aantrokken en de boomgaarden binnenstapten, dan in die van de spreeuwen, die er met helsch lawaai en zwaar geschut als al te onvoordeelige klanten uit werden verjaagd. Zoo is de kersencampagne van dit jaar toch weer een feestelijke, gezellige tjjd geworden. En nu gebleken is, dat in het vochtige Zeeuwsche klimaat de kersen minder van de voorjaarsnacht- En waar het spreeuwenvolkje al te lastig werd, moest er wel 'ns opruiming onder gehouden worden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 17