orTfe De kleuters toeten nog niet wat folklore is in één van haar bochten het vliegveld Littoria om strengelend we zijn in Rome Een paar uur later zit ik in het „Theater der Twintigduizend", een openluchtopera van enorme afmetingen en van een verrassende acoustiek. In den stillen zomeravond gaat de „Mefistofele", een wonder van zang, een wonder van regie. 200 musici begeleiden het furieuze beweeg van den „Heksensab bat" van even zoovele dansers en danseressen. De „kleine man" leeft van half negen tot half een in een droom van klanken raison van veertig cent; onderstaatssecretaris Teruzi op de eerste rij kan ten hoogste f2.— betaald hebben.... Mozaïek-détail uit de Vitalis-basiliek van de kunst stad Ravenna, geboorteplaats van den pas-benoem den Italiaanschen gezant bij het Nederlandsche hof, Zijne Excellentie Pellegrino Ghigi. Ik heb niets tegen taxi's, maar een carozza, zoo'n oud fiakertje, is wél zoo romantisch en stukken goed- kooper. IIdast is natuurlijk uit den booze. Heuvel-op gaat het stapvoets, heuvel-af remmend. Op uw ge mak kunt ge vanuit zoo'n vehikel de etalages van de Via Veneto bekijken en het elegante gedoe gadeslaan voor Excelsior en de andere luxe-hotels, waar mo derne lakeien gracieus de „hooge grijze" lichten voor de aankomende gasten. En als ge in een der straatjes van de oude stad een herberg nadert, waar koel bier getapt wordt, dan zult ge 't wellicht ook beleven, dat uw koetsier u dood-onschuldig toevoegt: „II cavallo stanco", 't paard is moe (en ik heb dorst!). Een lift brengt mij op het portaaldak van de St. Pieter, vijftig meter boven het machtige plein met z'n klaterende fonteinen en z'n Egvptischen obelisk. Dat spaart ten minste tweehonderd treden, maar er blijven er nog een kleine vijfhonderd te beklauteren, eer het toppunt in den koepel is bereikt. Juist om twaalf uur sta ik op den laatsten trans. Van Littoria klimt de Djalak den azuren hemel in. Vanavond om half negen in Amsterdam, morgen om tien uur weer naar hier, met de regelmaat van den Delftsclien beurt- Een trotsh station bekroont in Milaan het belangrijkste knooppunt der Italiaansche spoorwegen. schipper op de Zweth, Ovèrschie en Rotterdam. We zijn weer gelijkvloers en strekken de beenen op het beschaduwde terrasje van „Trent'uno", welks „eenendertig" stichters 't nog niet zoo gek bekeken hebben om een genoeglijk eethuisje neer te pooten aan den zoom van het St. Pietersplein. Wat zoo'n Italiaansche kellner belééfd is. „Please, sir," zegt hij om den haverklap, zelfs als hij je menu weggrist ten behoeve van een stel luide provincialen, die een schat van pleizier hebben. Muzikaal, zoo'n spijskaart. Of lijkt, u „Saltimbocca alia Romana" soms óók niet lekkerder dan kalfslapjes met spek 't Is alles zoo kleurig en, ja, romantisch in deze contreien! De kleine prentbriefkaarten koopman die zijn negotie vergeet om het pas-verworven im portsigaretje. Het bloemenmeisje, dat gracieus dankt voor de perzik, haar van een café-terrasje toege reikt. De ouwe heer, die op een balkonnetje een nummertje viool weggeeft, waarvoor we bij ons braaf in de queue zouden willen staan! En dan dié agent in Ostia, blank sie- rahd van Rome's ruime badplaats, die het verkeer het verkeer liet, om zich hartgrondig te gaan laven aan een juist passeerenden limonadewagen. De haastige mensch komt „op verhaal" in heel deze zorgelooze at mosfeer. Zorgeloos, niet inactief, want Rome bouwt, Rome werkt! Dwars door de millioenenstad krui sen nieuwe verkeersaders. Trotsch verkondigt Fiat van de muren(lielo - Mare - Terra. In de lucht, op het water en langs de wegen zoemen onze moto ren! Maar als de avond valt, drentelen de duizenden weer genoeglijk langs den Tiber en door de vele par ken, waar de kleuters blijk baar pas heel laat Klaas Vaak tegenkomen. De Hollander strijkt ver baasd neer in het „Casina della Rose", waar acroba ten en tap-dancers, liedjes zangers en jongleurs zoo maar onder den sterren hemel hun kunsten vertoo- nen voor een fel meelevend publiek, of dat nu in deq tuin achter een eenvoudig drankje zit of keurig op het balkon aan fleurige soupertafeltjes. In „De Glimworm" ernevenschui felen paren over een granieten vloertje rond een murmelende fontein, die de band van den weerom stuit „Silentium" doet spelen. Maar geen kilometer verder is er gedreun van gelach en gezang in de keldergrot „Rupe Tarpea", waar Pompeïaansche brokstukken de vroolijkheid geenszins beklemmen. Over den breeder; krans van historische monu menten weer een ander aspect van Rome is opnieuw een D.C. 2 neergestreken. Reisvaardig rolt zij den volgenden morgen voor m'n neus. 't Is of Brinkhuis en zijn mannen niet weg geweest zijn. Starten! De kust. Een rondje om Pisa's scheeven toren. Milaan. Lugano. Tweeduizend meter boven de Alpen. Het meer van Zurich. Paul Kemp stilt op het vliegveld Frankfurt autogrammenhonger. De bruggen van Zaltbommel. Stadion Feijenoord. Waalhaven. De „Nieuw-Amsterdam". Schiphol. Acht uren zijn omgevlogen! v. B liet Palazzo dei Priori, sieraad van het Toskaansche stedeke Volterra, dat zijn middeUeuwsch karakter be waarde.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 7