De Bierbaron
A'u de Amerikaansche drooglegging nog slechts his
torie is, roeien de Yankees zich in staat den spot te
drijven met die „enge"periode. „De Bierbaron" is een
vroolijke gangsterfilm van de Warner Bros en een
parodie op de eertijds zoo beruchte dranksmokkelaars.
Aan Edward G. Robinson als acteur moet je wennen. Hij speelt om den
drommel niet kwaad, maar zijn korte, stugge, ineengedrongen persoonlijk
heid is oorzaak, dat hij slechts in bepaalde rollen goed op zijn plaats is. Voor
dezen „bierbaron" had de regisseur echter moeilijk een betere figuur kunnen
vinden. Hij speelt die gangsterrol op een manier, alsof hij zijn heele leven lang
Dit is de buit, die zonder medeweten van den bendeleider Marco in diens lruis
zoekraakte en die dan door een ondeugende» kwajongen wordt gevonden
Jane Bryan is een ran de twee
vrouwendie in deze film een be
langrijke rol verrullen. Daar zij het
werkeli jk niet onaardig doetgeven w i j
hierbij haar charmant conterfeitsel.
II ieronder ziet u den agen t van goeden
huize (hij is alleen maar agent ge
worden om zijn rijken vader te laten
zien, dat hij heusch wel zelf den
kost kon verdienen)die voor een
dankbare ontknooping zorgt, door,
dank zij de energie van den ex-
gangsterleider, op dekast te schieten,
waarin de zoogenaamde boeven ■eer-
borgen zitten.
vaatjes bier gesmokkeld heeft en of hij in zijn vrijen tijd nooit anders
gedaan heeft dan met misdadigers omspringen. Alleen een volbloed Ameri
kaan, die liefde heeft voor zijn land. kan dat doen. De film is bedoeld
als een persiflage op de dranksmokkelaars, op het tijdstip dat de droog
legging ophield te bestaan. Wat moesten nu al die revolverhelden be
ginnen, toen zij zoo maar hun broodwinning zagen verdwijnen
„Eerlijk worden!" zegt Remy Marco, hun chef.
Doch dat valt, niet mee, als men altijd gewend is geweest, zijn zin
door te drijven met een mitrailleur in de hand. En dus ontstaan er allerlei
conflicten, welke nog verhoogd worden, doordat een coneurreerende bende
er niet over prakkiseert haar schietvaardigheid te laten verslappen, door
brave mannetjes te worden.
Daarbij komt nog een „liefdes-conflict" doordat de lieftallige dochter
van den bierbaron haar zinnen heeft gezet op een „cop", een agent,
die van nature de gezworen vijand is van alle misdadigers, doch die
aan het einde (omdat deze film nu eenmaal geen drama moelit worden)
voor een feestelijke ontknooping zorgt.
De humor is niet overal even fijn, althans volgens onze begrippen,
maar tocli nergens zoo, dat men zijn vuisten gaat ballen van ergernis. Er
zit voldoende logica in om deze film niet tot een operette te maken, en
aan den anderen kant is zij toch weer luchtig genoeg om het dramati
sche karakter te verbloemen. Dat men soms naar een van die twee
kanten te veel overhelt, is minder erg dan men zou denken, doch is alleen
de oorzaak dat de humor hier of daar gaat schrijnen en, gelijk gezegd,
niet bepaald meer „fijn" is te noemen. Voor het. amusement echter, dat
liet geheel verschaft, moet men. wat dat betreft, maar een beetje
grootmoedig zijn.
fit dit scènetje blijkt wel ongeveer dat de humor niet bijzonder „fijn" is.
Al zijn het dan ook doodgeschoten boeven, het doet nu eenmaal niet aan
genaam aan, die in een vroolijke aangelegenheidte zien betrokken