Zeenwsclie stranden Èfef"'ja(t Benoorden Ylissingen staan onder de Itooge, beschut tende duinhellingen de tenten en houten verblijfjes aaneengerijd, waar honderden een zorgelooze vaeamtie lang verblijf houden om- er de weldaad van zee, zon en lucht te o-mlergaan. Er zijn redenen genoeg om te. mopperen, dat de Schelde, met haar machtige, onbedwing bare armen ons Zeeuwsche land zoo wijd uit elkander heeft gerukt. En één daarvan is, dat zij ons prachtige strand en duin in zulke voor groot scheepse,lie exploitatie en toeristen-industrie on bruikbare brokjes heeft gescheurd. Want dat zou pas de moeite waard zijn: wanneer onze kuststrook aaneengesloten zou liggen, van de Belgische grens en hot romantische Zwin af langs de magere duinen en bet wijde strand van Zeeuwsch- Ylaanderen zonder onderbreking naar het Vlissing- sche bad en de Walchersclie duinstrook, die zich gaandeweg verbreedt tot in de weelderige duin bosseken van Domburg en de heerlijke streek van En de Walchersclie dorpsjeugd deelt er graag genoeg in het spel van de pensiongasten. En het zijn de vreem delingen, de stedelingen niet alleen, die welen, wat 't strandleven waard is. Neen, zoo'n Walchersclie patriarch is modern genoeg om ook een voetbad te waardeeren. En wie is nog zoo zwartgallig om vol te houden, dat zulke raeantiegangers de rust van het Haamsteedsche duin verstoren f Oostkapelle, en dan daarop aansluitend het breede, monumentale en ongerepte duingebied van Schouwen met zijn vogelkolonies en duinmeren, zijn blinkende toppen en ruige dalen. Want dat alles te zamen vormt een strand en een duinlandschap, waar die. van onze in hun exploitatie nu zooveel gelukkiger zuiderburen in de verste verte niet bij kunnen halen, en als er maar geen Schelde was, dan zouden hier in onze veel rijker natuur een vreemdelingenindustrie en een badplaatsleven moge lijk zijn, waar in België niets tegenop zou kunnen. Maar dat is slechts een droombeeld en we zuilen ons moeten troosten met een werkelijkheid, die van zulke fantasieën wel verre blijft, maar die toch ook haar goede, en gezellige, zij het minder winstgevende zijden heeft. Nu blijven het 't moderne Vlissingen en het stemmige Domburg, die in waarheid hadplaatsen genoemd mogen worden. En daarnaast ontwik kelen zich, maar dan altijd op heel wat bescheide ner schaal en op simpelen voet, Oadzand, Breskens, Zoutelande, Vrouwenpolder, Haamstede en Renesse tot seizoenplaatsen met een enkel hotel, met wat grootore en kleinere pensions en kampeergelegenheid, waar zich de rustige, bescheiden families toe aange trokken gevoelen, die ver van mondain badplaats- vermaak toch graag van een natuurlijk en gezond strandleven genieten willen. En zulk een ontwikkeling ligt ten slotte de Zeeuw sche dorpsbevolking het bést, die aan haar rustige

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1938 | | pagina 16